100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Management - college 10 notities

Rating
4.0
(1)
Sold
1
Pages
12
Uploaded on
13-06-2020
Written in
2019/2020

Deze notities bevatten ook de antwoorden op de vragen van college 9. Verder bespreekt de leerstof de energieschok en de klimaatschok. De vragen op deze leerstof komen in een ander document.

Institution
Module









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Module

Document information

Uploaded on
June 13, 2020
Number of pages
12
Written in
2019/2020
Type
Summary

Subjects

Content preview

College 10

VRAGEN BEANTWOORDEN VAN COLLEEGE 9


1. Hoe zal het verloop van de staatschuld zijn als de voorspelling van Ruben Mooijman
uitkomt?

Door het feit dat de algemene omzet gaat zakken, een deflatie is, gaat het btw zakken. Wat
is nu het nadeel van deflatie? Dat moeten we doorgronden in deze vraag.
Als je een inflatie hebt, dus dat de prijzen gemiddeld stijgen, gaat het kapitaal dat je moet
terugbetalen van een lening in waarde verminderen. De waarde van geld vermindert door
inflatie. Dat is nadelig voor het spaarboekje  dat geld wordt minder waard. Voor mensen
die een hypothecaire lening moeten uitbetalen, is dat wel gunstig. Dat is het mechanisme
dat de overheid doet (zie college 9, vraag 5). Zij gaan om de 2- 5 jaar de leningen uitbetalen
en dan opnieuw aan de nieuwe rentes terug uitzeten, waardoor ze telkens dat kapitaal dat
ze moeten terug innen alsmaar vermindert. Zo kan dat zijn dat er na een x- aantal jaar de
schuld weg ebt.

Wat is dan een omgekeerde? Als je deflatie hebt, wordt het kapitaal dat je moet
terugbetalen bij een lening alsmaar duurder. Dat is wat de overheid net niet wilt. Wat met
onze lonen bij deflatie?
Onze lonen worden gekoppeld aan de index en als die met 2% stijgt, stijgt ook het loon. Men
wacht totdat er een sprong is van 2%, dat om die loonstijging te matigen. Dat is leuk dat uw
loon meegaat met de inflatie, maar wat als er nu deflatie is? Als het zou uitkomen dat door
de slechte economie de prijzen zakken om de economie toch aan te zwengelen, zouden de
lonen ook zakken?
Dat is niet zozeer de overheid die daarover beslist. Het zijn de sociale partners die daar ook
telkens in conclaaf gaan (=dat je je met een of meer mensen afzondert om (langdurig en
grondig) te overleggen). Normaal is dat maar om de 2 jaar.

Als het goed gaat met de economie, zijn de bedrijven geneigd om te investeren. Dat is
bijvoorbeeld in betere transportmiddelen voor distributie, nieuwe energieën. De vraag naar
geld stijgt, de vraag naar leningen stijgt, dus de rente stijgt ook, waardoor de
consumptieprijzen ook stijgen.  Dat noemen we inflatie.
Nu staan er niet veel bedrijven staan te trappelen om investeringen te doen. Het is redden
wat men redden kan. We gaan niet denken aan investeringen. De investeringen gaan zakken,
de leningen zakken, maar de rente kan niet meer zakken!  De consumptieprijzen gaan ook
mee zakken. Dan begint dat mechanisme van die overheidsschuld serieus in gevaar te
komen, want die gaat alleen nog maar stijgen.

Wat we eraan moeten doen is nog een andere zaak. Dat is niet zo eenvoudig. Dat sommigen
beweren dat de inflatie ongunstig is voor de overheidsschuld, het is net het omgekeerde.




1

, 2. Heeft de overheid middelen en mogelijkheden om de inflatie te beïnvloeden en zo ja,
dewelke? Kan de overheid inflatie aanwakkeren?

Tot 1993 was er een prijzencommissie bij het ministerie van economische zaken. Die moest
ervoor zorgen dat er geen prijsverhogingen kwamen. Waarom? In 1980 hebben we ook een
zware crisis gehad, een structurele crisis (niet zoals nu). Wat we in 80 mee maakten was een
al lang aanslepende malaise in de economie. Geld as enorm duur. Overal in de wereld zaten
we achter op vlak van economie en technologie. De leningen voor woningen liepen op tot
13%. De inflatie was toen ook zeer hoog met 6%. Het verschil was toen ook nog heel
aanzienlijk tussen rente en inflatie. Dan is het altijd hetzelfde: wie geld heeft, moet
investeren.

Men heeft toen die inflatie naar beneden te krijgen. Men heeft toen een prijzencommissie
aangesteld. Je moest als je aan prijsverhoging wou doen, dat kunnen aantonen. Dat ging niet
enkel over aardappelen, maar over allerlei producten. Hoe kon men dat weten? Er werden
toen wel catalogi uitgegeven waar prijzen opstonden. Veel bedrijven zijn toen gestopt met
catalogi uit te geven. Dat is een van de redenen waarom je dat nu in België nog altijd zeer
moeilijk vindt op websites ‘wat kost iets?’.
In ‘93 is de overheid daarmee gestopt. Alles was weer een beetje gestabiliseerd. Prijzen
waren terug onderhevig aan concurrentie. Europa heeft een algemeen veel grotere invloed
op ons prijssysteem en een van die adagio’s van Europa is ‘wij gaan de vrije markt de vrije
teugels laten’. Europa is tegen alles wat regulering is op vlak van prijzen.
Europa is ook blij bezorger voor het vrijmaken van die monopolyposities bijvoorbeeld in
communicatie: vroeger hadden we enkel 1 RTT = regie van telegrafie en telefonie. Nu
hebben we meerdere providers: Proximus, dat een voormalig staatsbedrijf was, al de rest is
geprivatiseerd. Ook de energie is geprivatiseerd. De treinen transport is een moeilijk (zie
college 7 p 8). De overheid kan niet meer ingrijpen op vlak van prijzen.
Het zou ook niet kunnen dat de overheid ineens zegt ‘trek uw prijzen een beetje op’. Dat zou
tegen de vrije markt zijn en het volk zou gaan steigeren.

Alles zou goedkoper worden, voornamelijk voor die producten die we niet echt nodig
hebben. Op de producten die we echt nodig hebben zoals brood, melk, wc-papier.  Daar
zullen de prijzen wel stijgen. Ze merken dat ook in een grootwarenhuizenhuizen dat die
prijzen aan het stijgen zijn. Men heeft dat wel geweten aan het feit dat de groep van
grootwarenhuizen direct zei dat ze geen kortingen meer mochten geven. Die kortingen
afschaffen was er om te beletten dat men ging gaan hamsteren. Dat is nu wel voorbij, maar
het algemene prijsniveau is gestegen. De grootwarenhuizen profiteren daar nu van. Men
gaat nergens naartoe buiten inkopen doen.

Die deflatie gaat vooral gunstig zijn voor de mensen die centjes hebben. Als je nu kleren wilt
kopen, mag je gerust zijn dat er kortingen gegeven zullen worden. Daarentegen gaan de
prijzen voor voeding niet zakken. Degenen die het in onze maatschappij moeilijk hebben om
te overleven, dat zijn er nogal wat. Je mag stellen dat 20% van de gezinnen het alle maanden
moeilijk heeft om te overleven. Die achterstand is nu ook gebleken met de scholen en met
de kinderen die thuis niet over alle middelen beschikken zoals een pc, internet etc. Die gaan
nu moeilijke tijden tegemoet.




2
£4.03
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
archi2020
4.0
(1)

Reviews from verified buyers

Showing all reviews
5 year ago

4.0

1 reviews

5
0
4
1
3
0
2
0
1
0
Trustworthy reviews on Stuvia

All reviews are made by real Stuvia users after verified purchases.

Get to know the seller

Seller avatar
archi2020 Katholieke Universiteit Leuven
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
8
Member since
6 year
Number of followers
7
Documents
0
Last sold
1 year ago
Architectuur en interieurarchitectuur notities

4.0

1 reviews

5
0
4
1
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their exams and reviewed by others who've used these revision notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No problem! You can straightaway pick a different document that better suits what you're after.

Pay as you like, start learning straight away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and smashed it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions