Samenvatting accountancy
Topic 1: Boekhouden: definitie en situering
Oorsprong boekhouden
Luca Pacioli – 1494: “Summa de Arithmetica, Geometria, Proportioni et
Proportionalita”
Misschien wel het meest invloedrijke werk in geschiedenis van het
kapitalisme
27 pagina’s
Eerste beschrijving van dubbelboekhouden
Duidelijk, gedetailleerd en met veel voorbeelden uitgelegd
Boekhouden vindt haar oorsprong in de activiteiten van de onderneming:
inkopen, schulden, betalen, innen, verkopen, … administratie
Doel: informatie verstrekken over de drie bedrijfscycli van een entiteit
Operationele cyclus
Investeringscyclus
Financieringscyclus
Boekhouden is het verzamelen en verwerken (analyseren, meten en registreren)
van beslissingen en activiteiten binnen een organisatie overeenkomstig
boekhoudprincipes/boekhoudrecht.
Doelstelling is verzamelen, verwerken en rapporteren van financiële informatie
van een organisatie en het rapporteren over deze informatie aan
beslissingsnemers
Interne gebruikers
Externe gebruikers
Boekhoudprincipes en wetgevend kader
Wanneer kunnen we spreken van bruikbare informatie?
Betrouwbaarheid
Duidelijkheid
Vergelijkbaarheid
Relevantie
Dit reflecteert zich in de algemene boekhoudprincipes ( = leiddraden, geen
echte wetgeving)
Principes met betrekking tot de fundamenten van de boekhouding:
, 1. De boekhoudkundige entiteit (bedrijf staat op zichzelf, bestaat alleen, los
van bv aandeelhouder / eigenaar, we rapporteren alleen wat over het
bedrijf gaat)
2. Principe van periodiciteit (altijd over zelfde periode rapporteren
uitzondering in eerste / oprichtingsjaar)
3. Continuïteitsbeginsel (going concern: gaan er van uit dat bedrijf blijft
bestaan)
4. Kwantitatief (cijfers: staan alleen cijfers in boekhouding)
5. Getrouw beeld (true & fair view: zo eerlijk mogelijk beeld geven/tonen, is
subjectief)
Principes met betrekking tot de waarderingsregels:
1. Geldwaarde-uitdrukking (money meaurement: op bv printer die je hebt
geldwaarde plakken)
2. Historische kost (starten bij wat de prijs was bij bv aankoop)
3. Realisatieprincipe (op moment dat het gerealiseerd is prijs boeken, niet
eerder)
4. Overeenstemmingsprincipe (matching: zowel kosten als opbrengsten van
bepaald jaar, niet alleen opbrengsten)
5. Materialiteit (hoe nauwkeurig, grote/belangrijke posten nauwkeurig, bij
andere minder nauwkeurig subjectief, verschilt per onderneming bv laptop
bij grote of kleine onderneming, euro’s tot achter de komma of in
miljoenen uitdrukken)
6. Voorzichtigheid (al voorziening voor onverwachte gebeurtenissen als je
weet dat de kans er in zit staat tegenover realisatieprincipe)
7. Consistentie (bv voorraad op zelfde manier blijven waarderen, niet
veranderen van methode)
8. Volledigheid (full disclosure: alles boeken als je bv 100 krijgt en 100 weer
uitgeeft zou je kunnen schrappen maar mag niet, je moet beide
verrichtingen boeken, je mag niet compenseren)
- compensatieverbod
9. Objectiviteitbeginsel (boeken als je bewijs hebt bv factuur)
- Principe van verantwoordingsstukken
3 en 4 leiden samen tot het toerekeningsprincipe (kosten en opbrengsten van
jaar samenhouden, aan zelfde boekjaar toewijzen)
Er bestaat een Belgische boekhoudwetgeving recent sterk gewijzigd
Deze cursus: focus op NV andere vennootschappen moet aan minder
boekhoudkundige regels voldoen dan de NV
Nota omtrent verschillende jaarrekingmodellen
Drie standaardmodellen:
1. Volledig model: ‘grote’ en beursgenoteerde vennootschappen ( deze
cursus)
2. Verkort model: kleine vennootschappen
, 3. Micromodel: microvennootschappen
Hoofdstuk 2: basisaspecten van boekhouden
Boekhouden: enkele definities
Boekhouden = noteren van gevolgen van beslissingen en activiteiten
overeenkomstig boekhoudprincipes en boekhoudrecht.
De boekhouding = het concretiseren van boekhouden in boeken, fiches,
bestanden, …
De jaarrekening = periodieke synthese van de registratie
Enkelvoudige jaarrekening
Geconsolideerde jaarrekening (voor multinationals, gaat ook over
dochterondernemingen)
Aan welke informatie is er nood:
1. Staat van bezittingen en schulden balans
2. Opbrengsten en kosten resultatenrekening
3. Additionele informatie toelichting
Deze drie samen vormen de jaarrekening
Stelsels van boekhouden
1. Cameralistisch of kasboekhouden – cash based accounting
- Opschrijven wanneer er geld binnen/buiten komt en waarom dit is hun
boekhouding (bij kleine organisaties), zorgt voor weinig overzicht, groot
risico fraude, enkel financieel dagboek
2. Enkel boekhouden – accrual-based accounting: financieel dagboek
(kasboek en bankboek), aankoopboek, verkoopboek, inventarisboek
- Elke transactie boeken ook al nog geen geld gekregen
(verkoop/aankoop factuur boeken), meer overzicht, vaak bij kleine
zelfstandigen, moet niet gepubliceerd worden
3. Dubbel boekhouden
- Elke verrichting krijgt een tegenboeking
- Duurder boekhouder inhuren
Voordelen kasboekhouden & enkel boekhouden:
1. Eenvoudige boekhoudmethode
2. Minder administratieve last (tijdsbesparing)
3. Gesloten karakter (geen openbaarmaking)
4. Perfect zelf te doen (kostenbesparing)
, Nadelen kasboekhouden & enkel boekhouden:
1. Beperkte diepgang enkelvoudige boekhouding
2. Kan niet worden gebruikt als beleidsinstrument
3. Moeilijk monitoren financiële gezondheid onderneming
4. Beperkte bewijskracht bij geschil fiscus
Uitgangspunten dubbel boekhouden
Grondregels voor het dubbel boekhouden:
1. Dubbel effect principe – dual effect principle
- Per boeking voor zelfde bedrag debiteren en crediteren
2. Entiteitsbeginsel – business entity concept / seperate entity principle: de
zaak is een zelfstandige eenheid met bezittingen en schulden
- De zaaktheorie de zaak: zelfstandige eenheid met bezittingen (B) en
schulden (S), is onafhankelijk van de eigenaar
- Boekhouding over B en S van onderneming: niet over privévermogen
van eigenaar, niet over andere organisaties/ondernemingen
3. Boekhoudkundige vergelijking – accounting equation principle
- Bezittingen (B) = eigen vermogen (Se) + vreemd vermogen (Sd)
- Onderneming heeft bezittingen (B) gefinancierd (S)
- Hoe gefinancierd: met eigen vermogen (Se, de “schuld” van de zaak
aan de eigenaars of eigen middelen, met vreemd vermogen (Sd, de
schuld ten aanzien van derden)
De balans
Actief: werkmiddelen = bezittingen (aanwending van het vermogen)
Passief: financieringsmiddelen = schulden (oorsprong van het vermogen)
De balans is dus een foto of momentopname van het vermogen /
patrimonium op een welbepaald moment (exacte datum)
Soorten balansen:
1. Beginbalans (begin boekjaar)
2. Eindbalans (einde boekjaar)
3. Oprichtingsbalans (bij oprichting bedrijf)
4. Tussentijdse balans (tussen begin en einde boekjaar bij beursgenoteerde
bedrijven elke 3 maanden / kwartaal verplicht info aandeelhouders)
5. Proefbalans (voor elke rekening totale debit en credit bedragen weergeven
test of boekhouding klopt of niet)
Schema van de balans actiefzijde:
Topic 1: Boekhouden: definitie en situering
Oorsprong boekhouden
Luca Pacioli – 1494: “Summa de Arithmetica, Geometria, Proportioni et
Proportionalita”
Misschien wel het meest invloedrijke werk in geschiedenis van het
kapitalisme
27 pagina’s
Eerste beschrijving van dubbelboekhouden
Duidelijk, gedetailleerd en met veel voorbeelden uitgelegd
Boekhouden vindt haar oorsprong in de activiteiten van de onderneming:
inkopen, schulden, betalen, innen, verkopen, … administratie
Doel: informatie verstrekken over de drie bedrijfscycli van een entiteit
Operationele cyclus
Investeringscyclus
Financieringscyclus
Boekhouden is het verzamelen en verwerken (analyseren, meten en registreren)
van beslissingen en activiteiten binnen een organisatie overeenkomstig
boekhoudprincipes/boekhoudrecht.
Doelstelling is verzamelen, verwerken en rapporteren van financiële informatie
van een organisatie en het rapporteren over deze informatie aan
beslissingsnemers
Interne gebruikers
Externe gebruikers
Boekhoudprincipes en wetgevend kader
Wanneer kunnen we spreken van bruikbare informatie?
Betrouwbaarheid
Duidelijkheid
Vergelijkbaarheid
Relevantie
Dit reflecteert zich in de algemene boekhoudprincipes ( = leiddraden, geen
echte wetgeving)
Principes met betrekking tot de fundamenten van de boekhouding:
, 1. De boekhoudkundige entiteit (bedrijf staat op zichzelf, bestaat alleen, los
van bv aandeelhouder / eigenaar, we rapporteren alleen wat over het
bedrijf gaat)
2. Principe van periodiciteit (altijd over zelfde periode rapporteren
uitzondering in eerste / oprichtingsjaar)
3. Continuïteitsbeginsel (going concern: gaan er van uit dat bedrijf blijft
bestaan)
4. Kwantitatief (cijfers: staan alleen cijfers in boekhouding)
5. Getrouw beeld (true & fair view: zo eerlijk mogelijk beeld geven/tonen, is
subjectief)
Principes met betrekking tot de waarderingsregels:
1. Geldwaarde-uitdrukking (money meaurement: op bv printer die je hebt
geldwaarde plakken)
2. Historische kost (starten bij wat de prijs was bij bv aankoop)
3. Realisatieprincipe (op moment dat het gerealiseerd is prijs boeken, niet
eerder)
4. Overeenstemmingsprincipe (matching: zowel kosten als opbrengsten van
bepaald jaar, niet alleen opbrengsten)
5. Materialiteit (hoe nauwkeurig, grote/belangrijke posten nauwkeurig, bij
andere minder nauwkeurig subjectief, verschilt per onderneming bv laptop
bij grote of kleine onderneming, euro’s tot achter de komma of in
miljoenen uitdrukken)
6. Voorzichtigheid (al voorziening voor onverwachte gebeurtenissen als je
weet dat de kans er in zit staat tegenover realisatieprincipe)
7. Consistentie (bv voorraad op zelfde manier blijven waarderen, niet
veranderen van methode)
8. Volledigheid (full disclosure: alles boeken als je bv 100 krijgt en 100 weer
uitgeeft zou je kunnen schrappen maar mag niet, je moet beide
verrichtingen boeken, je mag niet compenseren)
- compensatieverbod
9. Objectiviteitbeginsel (boeken als je bewijs hebt bv factuur)
- Principe van verantwoordingsstukken
3 en 4 leiden samen tot het toerekeningsprincipe (kosten en opbrengsten van
jaar samenhouden, aan zelfde boekjaar toewijzen)
Er bestaat een Belgische boekhoudwetgeving recent sterk gewijzigd
Deze cursus: focus op NV andere vennootschappen moet aan minder
boekhoudkundige regels voldoen dan de NV
Nota omtrent verschillende jaarrekingmodellen
Drie standaardmodellen:
1. Volledig model: ‘grote’ en beursgenoteerde vennootschappen ( deze
cursus)
2. Verkort model: kleine vennootschappen
, 3. Micromodel: microvennootschappen
Hoofdstuk 2: basisaspecten van boekhouden
Boekhouden: enkele definities
Boekhouden = noteren van gevolgen van beslissingen en activiteiten
overeenkomstig boekhoudprincipes en boekhoudrecht.
De boekhouding = het concretiseren van boekhouden in boeken, fiches,
bestanden, …
De jaarrekening = periodieke synthese van de registratie
Enkelvoudige jaarrekening
Geconsolideerde jaarrekening (voor multinationals, gaat ook over
dochterondernemingen)
Aan welke informatie is er nood:
1. Staat van bezittingen en schulden balans
2. Opbrengsten en kosten resultatenrekening
3. Additionele informatie toelichting
Deze drie samen vormen de jaarrekening
Stelsels van boekhouden
1. Cameralistisch of kasboekhouden – cash based accounting
- Opschrijven wanneer er geld binnen/buiten komt en waarom dit is hun
boekhouding (bij kleine organisaties), zorgt voor weinig overzicht, groot
risico fraude, enkel financieel dagboek
2. Enkel boekhouden – accrual-based accounting: financieel dagboek
(kasboek en bankboek), aankoopboek, verkoopboek, inventarisboek
- Elke transactie boeken ook al nog geen geld gekregen
(verkoop/aankoop factuur boeken), meer overzicht, vaak bij kleine
zelfstandigen, moet niet gepubliceerd worden
3. Dubbel boekhouden
- Elke verrichting krijgt een tegenboeking
- Duurder boekhouder inhuren
Voordelen kasboekhouden & enkel boekhouden:
1. Eenvoudige boekhoudmethode
2. Minder administratieve last (tijdsbesparing)
3. Gesloten karakter (geen openbaarmaking)
4. Perfect zelf te doen (kostenbesparing)
, Nadelen kasboekhouden & enkel boekhouden:
1. Beperkte diepgang enkelvoudige boekhouding
2. Kan niet worden gebruikt als beleidsinstrument
3. Moeilijk monitoren financiële gezondheid onderneming
4. Beperkte bewijskracht bij geschil fiscus
Uitgangspunten dubbel boekhouden
Grondregels voor het dubbel boekhouden:
1. Dubbel effect principe – dual effect principle
- Per boeking voor zelfde bedrag debiteren en crediteren
2. Entiteitsbeginsel – business entity concept / seperate entity principle: de
zaak is een zelfstandige eenheid met bezittingen en schulden
- De zaaktheorie de zaak: zelfstandige eenheid met bezittingen (B) en
schulden (S), is onafhankelijk van de eigenaar
- Boekhouding over B en S van onderneming: niet over privévermogen
van eigenaar, niet over andere organisaties/ondernemingen
3. Boekhoudkundige vergelijking – accounting equation principle
- Bezittingen (B) = eigen vermogen (Se) + vreemd vermogen (Sd)
- Onderneming heeft bezittingen (B) gefinancierd (S)
- Hoe gefinancierd: met eigen vermogen (Se, de “schuld” van de zaak
aan de eigenaars of eigen middelen, met vreemd vermogen (Sd, de
schuld ten aanzien van derden)
De balans
Actief: werkmiddelen = bezittingen (aanwending van het vermogen)
Passief: financieringsmiddelen = schulden (oorsprong van het vermogen)
De balans is dus een foto of momentopname van het vermogen /
patrimonium op een welbepaald moment (exacte datum)
Soorten balansen:
1. Beginbalans (begin boekjaar)
2. Eindbalans (einde boekjaar)
3. Oprichtingsbalans (bij oprichting bedrijf)
4. Tussentijdse balans (tussen begin en einde boekjaar bij beursgenoteerde
bedrijven elke 3 maanden / kwartaal verplicht info aandeelhouders)
5. Proefbalans (voor elke rekening totale debit en credit bedragen weergeven
test of boekhouding klopt of niet)
Schema van de balans actiefzijde: