Wijn – SDEN 1
WIJN = DRUIVENSAP WAARVAN DE DRUIVENSUIKER IS OMGEZET IN ALCOHOL
WIJN SOORTEN EN WIJNSTIJLEN
WIJN IN DRIE KLEUREN:
rood
wit
rosé
DRIE SOORTEN:
stil = zonder koolzuur, de 'gewone' wijnen
mousserend = met koolzuur, bijvoorbeeld champagne en prosecco
versterkt = met extra alcohol, zoals port
TWEE SMAAKSTIJLEN:
droog = niet zoet; bijna alle druivensuiker is omgezet in alcohol
zoet = niet droog; een deel van de druivensuiker is niet omgezet in alcohol en geeft
de wijn zijn zoete smaak
DE SMAAK VAN EEN WIJN HANGT AF VAN:
druivenras of de druivenrassen
herkomst
techniek: wijze waarop de wijn is gemaakt
BASIS VAN WIJN = DE WIJNDRUIF
WIJNDRUIF:
hoort tot de familie vitis vinifera
5 000 verschillende soorten
± 50 belangrijk voor wijnbouw
BELANGRIJKSTE 6 WITTE DRUIVEN VOOR WITTE WIJN:
chardonnay
pinot blanc
pinot gris/pinot grigio
riesling
sauvignon blanc
chenin blanc
BELANGRIJKSTE 6 BLAUWE DRUIVEN VOOR RODE WIJN:
cabernet sauvignon
merlot
pinot noir
sangiovese
syrah/shiraz
tempranillo
ENKELE EIGENSCHAPPEN VAN EEN DRUIVENRAS
, veel of weinig kleur
veel of weinig zuur
veel of weinig aroma
veel of weinig tannine
WITTE WIJN
Oogst >
De beslissing wanneer het oogsten kan beginnen, is van groot belang voor de uiteindelijke
wijn.
Er zijn verschillende manieren om te meten of de druiven voldoende rijp zijn.
Ontstelen > Persen >
Alcoholische gisting >
Gistcellen zitten op de schil van de druif. Gekweekte gist mag ook aan de druivenmassa
worden toegevoegd.
Droge (= niet-zoete) wijn: de gistcellen hebben alle druivensuiker omgezet in alcohol.
Niet-droge wijn: een deel van de druivensuiker is niet vergist. Door onvergiste suiker smaakt
de wijn (half)zoet.
Lageren >
IN TANK:
In koele tanks van roestvrij staal blijven de frisse zuren en de fruitige smaak het best
bewaard.
OP HOUTEN VATEN:
Rijping op houten vat maakt witte wijn ronder en kruidiger. Niet alle druivenrassen zijn
geschikt om op hout te rijpen, maar chardonnay en viognier bijvoorbeeld wel .
Blenden >
Sommige wijnen bestaan 100% uit één druivenras. In andere worden meer druivenrassen
verwerkt. Het blenden of mengen gebeurt voor, tijdens of na de lagering.
Filteren >
De meeste wijnen worden gefilterd om de kleine vaste deeltjes (zoals dode gistcellen) eruit
te halen. Bij ongefilterde wijn laat de wijnmaker de wijn rusten zodat de vaste deeltjes uit
zichzelf naar de bodem zakken. Dit zogenaamde depot geeft de wijn smaak en maakt hem
voller en ronder. Depot kan ook tot bederf leiden.
Bottelen.
RODE WIJN
WIJN = DRUIVENSAP WAARVAN DE DRUIVENSUIKER IS OMGEZET IN ALCOHOL
WIJN SOORTEN EN WIJNSTIJLEN
WIJN IN DRIE KLEUREN:
rood
wit
rosé
DRIE SOORTEN:
stil = zonder koolzuur, de 'gewone' wijnen
mousserend = met koolzuur, bijvoorbeeld champagne en prosecco
versterkt = met extra alcohol, zoals port
TWEE SMAAKSTIJLEN:
droog = niet zoet; bijna alle druivensuiker is omgezet in alcohol
zoet = niet droog; een deel van de druivensuiker is niet omgezet in alcohol en geeft
de wijn zijn zoete smaak
DE SMAAK VAN EEN WIJN HANGT AF VAN:
druivenras of de druivenrassen
herkomst
techniek: wijze waarop de wijn is gemaakt
BASIS VAN WIJN = DE WIJNDRUIF
WIJNDRUIF:
hoort tot de familie vitis vinifera
5 000 verschillende soorten
± 50 belangrijk voor wijnbouw
BELANGRIJKSTE 6 WITTE DRUIVEN VOOR WITTE WIJN:
chardonnay
pinot blanc
pinot gris/pinot grigio
riesling
sauvignon blanc
chenin blanc
BELANGRIJKSTE 6 BLAUWE DRUIVEN VOOR RODE WIJN:
cabernet sauvignon
merlot
pinot noir
sangiovese
syrah/shiraz
tempranillo
ENKELE EIGENSCHAPPEN VAN EEN DRUIVENRAS
, veel of weinig kleur
veel of weinig zuur
veel of weinig aroma
veel of weinig tannine
WITTE WIJN
Oogst >
De beslissing wanneer het oogsten kan beginnen, is van groot belang voor de uiteindelijke
wijn.
Er zijn verschillende manieren om te meten of de druiven voldoende rijp zijn.
Ontstelen > Persen >
Alcoholische gisting >
Gistcellen zitten op de schil van de druif. Gekweekte gist mag ook aan de druivenmassa
worden toegevoegd.
Droge (= niet-zoete) wijn: de gistcellen hebben alle druivensuiker omgezet in alcohol.
Niet-droge wijn: een deel van de druivensuiker is niet vergist. Door onvergiste suiker smaakt
de wijn (half)zoet.
Lageren >
IN TANK:
In koele tanks van roestvrij staal blijven de frisse zuren en de fruitige smaak het best
bewaard.
OP HOUTEN VATEN:
Rijping op houten vat maakt witte wijn ronder en kruidiger. Niet alle druivenrassen zijn
geschikt om op hout te rijpen, maar chardonnay en viognier bijvoorbeeld wel .
Blenden >
Sommige wijnen bestaan 100% uit één druivenras. In andere worden meer druivenrassen
verwerkt. Het blenden of mengen gebeurt voor, tijdens of na de lagering.
Filteren >
De meeste wijnen worden gefilterd om de kleine vaste deeltjes (zoals dode gistcellen) eruit
te halen. Bij ongefilterde wijn laat de wijnmaker de wijn rusten zodat de vaste deeltjes uit
zichzelf naar de bodem zakken. Dit zogenaamde depot geeft de wijn smaak en maakt hem
voller en ronder. Depot kan ook tot bederf leiden.
Bottelen.
RODE WIJN