100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Other

Inleiding Internationaal Publiekrecht week 1-6: uitwerkingen werkgroepen UL

Rating
-
Sold
-
Pages
21
Uploaded on
01-02-2025
Written in
2024/2025

Met behulp van deze werkgroepuitwerkingen ben jij goed voorbereid tijdens de werkgroepen! Succes :)

Institution
Module










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Module

Document information

Uploaded on
February 1, 2025
Number of pages
21
Written in
2024/2025
Type
Other
Person
Unknown

Subjects

Content preview

Inleiding Internationaal Publiekrecht

Week 1
Te bestuderen literatuur:
- H1 (kern)
- H10 (kern)
- EIR p. 3 , 123, 428
Te maken opdrachten:
- Opdracht 1 t/m 5 & zelftoetsvragen

WG 1: Grondslagen van de internationale rechtsorde 08/11/2024
1. Het VN-vluchtelingenverdrag is een voorbeeld waaruit blijkt in hoeverre het internationaal
publiekrecht een rol speelt in Nederland. Dit verdrag bepaalt onder andere dat een vluchteling
niet teruggestuurd mag worden naar het herkomstland als er gegronde vrees voor vervolging
bestaat. Het verdrag is bindend voor Nederland, aangezien Nederland dit verdrag heeft
geratificeerd. Dit betekent dat men binnen de nationale rechtsorde verplicht is zich te houden
aan de verplichtingen uit dit verdrag.

2a. Het begrip soevereiniteit onderging een beslissende ontwikkeling tijdens de Vrede van
Westfalen (1648). In de overeenkomsten van de Vrede van Westfalen werd het principe van
territoriale integriteit vastgelegd, hierdoor ontstond een systeem van soevereine en gelijke staten
die niet langer onderworpen waren aan hoger gezag. Vooral westerse staten

2b. Er zijn landen die lid zijn van bepaalde organisaties, zoals de Europese Unie. Hierbij staan
lidstaten een deel van hun soevereiniteit af, aangezien ze zich moeten houden aan bepaalde
afspraken en verplichtingen die binnen de desbetreffende organisatie worden gemaakt. Landen
die geen lid van zulke organisaties zijn, zouden dus als ‘meer soeverein dan anderen’
bestempeld kunnen worden, omdat zij niet een deel van hun soevereiniteit af hoeven te staan.
Sommige staten hebben vetorecht in de Veiligheidsraad, deze hebben meer soevereiniteit.
Ook het kolonialisme heeft een grote rol gespeeld, vooral westerse staten hebben een grotere
rol.

3. A is onjuist: nationaal recht heeft een verticale structuur (burgers en staat) en internationaal
publiekrecht heeft een horizontale structuur (soevereine en gelijke staten onderling)

4. “Is het gebruik van geweld door Oekraïne op Russisch grondgebied gerechtvaardigd volgens
het internationaal publiekrecht?”

Rusland valt al meer dan twee jaar lang Oekraïne aan, waarbij steden zijn verwoest en er talloze
slachtoffers zijn. Oekraïne heeft een poging gedaan tot onderhandelen, maar hier werd niet op
ingegaan door Rusland. Oekraïne besloot hiertoe over te gaan op militaire actie op eigen grond
en op Russisch grondgebied en meldde deze actie aan de VN Veiligheidsraad. De doelwitten van
de tegenaanvallen zijn essentieel voor de bevoorrading in de oorlogvoering, waardoor Rusland
ernstig gehinderd wordt in diens aanvallen in Oekraïne. De rechtsvraag luidt als volgt: “Is het
gebruik van geweld door Oekraïne op Russisch grondgebied gerechtvaardigd volgens het
internationaal publiekrecht?”

,In casu zijn er een aantal rechtsregels relevant. Allereerst artikel 2 lid 4 VN-Handvest, waarin
het geweldverbod centraal staat. Staten zijn gehouden zich te onthouden van bedreiging met of
het gebruik van geweld tegen de territoriale integriteit of de politieke onafhankelijkheid van een
staat. Dit artikel is relevant, aangezien de vraag of het geweld van Oekraïne gerechtvaardigd is
centraal staat. Daarnaast is artikel 51 VN-Handvest van toepassing, aangezien dit artikel een Met opmerkingen [IB1]: Toestemming VN-
van de uitzonderingen op het geweldverbod bevat, namelijk het recht op zelfverdediging. In casu Veiligheidsraad niet haalbaar, Rusland zit in
Veiligheidsraad
is hier sprake van, aangezien Oekraïne een tegenaanval pleegt.

In casu is er in beginsel sprake van een schending van het geweldverbod, artikel 2 lid 4 VN-
Handvest. Er wordt wel voldaan aan de eisen van artikel 51 VN-Handvest. Allereerst is er sprake Met opmerkingen [IB2]: 1.Gewapende aanval
van een toerekenbare gewapende aanval, namelijk de Russische invasie. Daarnaast heeft 2.Meldplicht VN
3.Noodzakelijk: geen andere mogelijkheid
Oekraïne de militaire actie van tevoren gemeld aan de VN-Veiligheidsraad, waarmee wordt (zelfverdediging snel)
voldaan aan de eis dat maatregelen ter uitoefening van het recht op zelfverdediging onverwijld Proportioneel: in zekere evenredigheid tot aard en schaal
van gewapende aanval
ter kennis van de Veiligheidsraad dienen te worden gebracht. Ook wordt er voldaan aan de eis
van noodzakelijkheid, aangezien Oekraïne een poging deed tot onderhandelen en Rusland hier
niet op inging. Tot slot wordt er voldaan aan de eis van proportionaliteit, het geweld is evenredig
aan de gewapende aanval van Rusland, aangezien het doel is om Rusland ernstig te hinderen in
diens aanvallen in Oekraïne. Wat betreft artikel 2 lid 4 VN-Handvest had Oekraïne zich moeten
onthouden van het geweld, maar aangezien wordt voldaan aan de eisen van artikel 51 VN-
Handvest kan hier een uitzondering op worden gemaakt, wat betekent dat het geweldverbod
niet wordt overtreden.

Er is in casu geen sprake van een overtreding van artikel 2 lid 4 VN-Handvest, aangezien wordt
voldaan aan de eisen van een van de uitzonderingen op dit verbod, namelijk artikel 51 VN-
Handvest: het recht op zelfverdediging. Hiermee is het gebruik van geweld door Oekraïne op
Russisch grondgebied gerechtvaardigd volgens het internationaal publiekrecht.

5a. –

5b. De partijen bij dit geschil zijn Maleisië en Singapore (p. 6-9)

5c. Op 24 juli 2003 is de zaak aanhangig gemaakt door middel van een special agreement
(Maleisië en Singapore) bij het IGH (p. 9). Het IGH heeft hier op 23 mei 2008 een uitspraak over Met opmerkingen [IB3]: Bij / allebei aanhangig
gedaan (p. 6). gemaakt, bij v. is er één

5d. In r.o. 14 wordt het volgende duidelijk: “On behalf of the Government of Malaysia, in the
Memorial, Counter-Memorial and Reply: “In the light of the considerations set out above,
Malaysia respectfully requests the Court to adjudge and declare that sovereignty over
(a) Pedra Branca/Pulau Batu Puteh;
(b) Middle Rocks;
(c) South Ledge, belongs to Malaysia.”
On behalf of the Government of the Republic of Singapore, in the Memorial, Counter-Memorial
and Reply: “For the reasons set out in [Singapore’s Memorial, Counter-Memorial and Reply], the
Republic of Singapore requests the Court to adjudge and declare that:
(a) the Republic of Singapore has sovereignty over Pedra Branca/Pulau Batu Puteh;
(b) the Republic of Singapore has sovereignty over Middle Rocks; and
(c) the Republic of Singapore has sovereignty over South Ledge.”

, Er is dus een meningsverschil over de soevereiniteit van de eilanden. (Zie ook r.o. 15)

5e. Hoofdstukken 2, 3 en 4 (geografie, historische achtergrond, geschiedenis)

5f. Enerzijds beweert Maleisië dat het eiland deel uitmaakt van de Maleisische staat Johor en dat
de originele titel nog steeds geldig is. Volgens Maleisië heeft de aanwezigheid van Singapore op
het eiland, met als enig doel het bouwen en onderhouden van een vuurtoren, geen invloed op de
soevereiniteit van het eiland. Maleisië vindt dat de soevereiniteit behouden moet blijven.
Anderzijds beweert Singapore dat zij het eigendomsrecht behoren te hebben en dat dit
gebaseerd is op het legitieme bezit ervan door de Britse autoriteiten in Singapore tussen 1847 en
1851.

5g. In 5.4.1 Applicable law wordt dit besproken, hieronder vallen de paragrafen 118-125.

5h. Voor Singapore is het vliegen van de Britse en Singaporese vlaggen vanaf de vuurtoren het
moment van ingebruikname en een blijk van soevereiniteit. Maleisië beweert dat het voeren van
een vaandel geen uiting is van soevereiniteit. Vaandel uit nationaliteit, geen soevereiniteit

5i. Het Hof aanvaardt het argument van Maleisië dat het voeren van een vaandel in beginsel geen
uiting is van soevereiniteit.

5j. Volgens het Hof behoort de soevereiniteit toe tot Singapore.

5k. Rechters Parra-Aranguren, Simma, Abraham, Dugard waren het hier niet mee eens.

5l. Rechters Ranjeva, Parra-Aranguren, Simma, Abraham, Bennouna, Dugard, Sreenivasa Rao
hebben nog een eigen mening gepubliceerd.
£6.93
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached


Also available in package deal

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
IlseLeidseRechtenstudent Universiteit Leiden
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
21
Member since
1 year
Number of followers
8
Documents
86
Last sold
1 week ago

Hoi! Ik ben Ilse en ik ben momenteel tweedejaars student rechtsgeleerdheid aan de universiteit van Leiden. Je zult allerlei samenvattingen, overzichten, aantekeningen en uitwerkingen van het eerste en tweede jaar tegenkomen op mijn profiel. Daarnaast heb ik havo en vwo gedaan, dus zul je samenvattingen van beide profielen vinden. Succes met studeren :)

4.5

2 reviews

5
1
4
1
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their exams and reviewed by others who've used these revision notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No problem! You can straightaway pick a different document that better suits what you're after.

Pay as you like, start learning straight away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and smashed it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions