LPA – Angststoornissen en OCD
Angststoornissen
• 1 vd 5 basisemoties
- Angst
- Verdriet
- Boosheid
- Vreugde
- Liefde
• Functie
- Waarschuwend voor dreigend gevaar of onheil (alarmsignaal)
- Reactie op een angstopwekkende prikkel
• Effect
- Belemmerend op het denken en handelen
- Afweerreactie die verschilt van persoon tot persoon
Sociaal acceptabel gedrag
Reactie kan hinderlijk zijn voor zichzelf of zijn omgeving
Niet normaal kunnen functioneren door angst angststoornis
Situering
• Algemeen meer bij vrouwen dan mannen
• Meest tussen 25 en 44 jaar, naast ouderen
• Vaak in combinatie met depressie en verslavingsproblematiek
• Spontane genezing bij 25%; goede vooruitzichten bij adequate
behandeling
• Zeer frequente aandoening: 15% van de bevolking
Kenmerkende symptomen
• Breed scala aan symptomen die kenmerkend zijn
• Uit zich op verschillende domeinen: fysiek, gedragsmatig en
cognitief
,Indeling angststoornissen
• Niet al deze kenmerken hoeven aanwezig te zijn
• Op zich een verontrustend fenomeen
• Belangrijkste angststoornissen volgens DSM 5
1. Paniekstoornis
2. Gegeneraliseerde angststoornis
3. Fobieën
Inleiding paniekstroonis
• Kenmerkend: herhaalde, onverwachte paniekaanvallen
• Paniekaanval:
- Intense angstreactie
- Vergezeld van sterke lichamelijke component (typisch cardio-
vasculair): bonkend hart, snelle ademhaling, zware transpiratie,
zwakte of duizeligheid
- Gevoelens van gevaar en drang om te vluchten
- Gevoel controle te verliezen of dood te gaan
- Sterkere lichamelijke component dan andere angststoornissen
Groot bewustzijn van wijzigende hartslag
Lijkt op hartaanval of allergische reactie > lichamelijk
onderzoek!
• Verloop
- Plots en spontaan verloop zonder waarschuwing of aanleiding
- Bereikt een piek na 10-15’
- Duurt meestal 30 à 45’ (kan ook urenlang aanhouden)
Diagnose paniekstoornis
• Sprake van terugkerende paniekaanvallen
• Onverwachts begin, niet uitgelokt door situaties of objecten
• Paniek kan na verloop van tijd geassocieerd worden met bepaalde
situaties
• W/ door patiënten als zeer erg ervaren
- Gevoel van machteloosheid
- Lokt een flight of freeze-reactie uit
- Vastklampend gedrag > nood aan steun
- Risico op vermijdingsgedrag (agorafobie)
• Geïsoleerde paniekaanvallen bestaan ook
• Belangrijke diagnostische criteria
- Aanhoudende angst voor een aanval en de gevolgen ervan
, - Duidelijke maladaptieve veranderingen (activiteiten beperken of
vermijden)
Situering paniekstoornis
• Hoog risico op andere kwetsbaarheden (angststoornissen,
verslaving, depressie)
• Bijna 1 op 2 mensen herstelt volledig
• Komt twee maal zoveel voor bij vrouwen als mannen
• Tussen einde puberteit en 35e levensjaar
Oorzaken paniekstoornis
• Overheersende visie:
- Combinatie van cognitieve en biologische factoren
Cognitief: angstgevoeligheid (angst voor angst)
Biologisch gevoeligheid: erfelijke aanleg, neurotransmitters
(GABA en serotonine)
- Foutieve interpretaties en fysiologische reacties
• Vanuit aanleg kleine veranderingen in lichamelijke sensaties ten
onrechte toeschrijven aan ernstige onderliggende oorzaken
(vb. lichte duizeligheid of hartklopping linken aan controleverlies of
gek worden)
• Deze perceptie roept angst op
- Activeert sympathisch zenuwstelsel (stresshormonen)
- Lichamelijke sensaties worden versterkt
- Interpretatie als bewijs van naderende paniekaanval
- Snelle vicieuze cirkel
Angststoornissen
• 1 vd 5 basisemoties
- Angst
- Verdriet
- Boosheid
- Vreugde
- Liefde
• Functie
- Waarschuwend voor dreigend gevaar of onheil (alarmsignaal)
- Reactie op een angstopwekkende prikkel
• Effect
- Belemmerend op het denken en handelen
- Afweerreactie die verschilt van persoon tot persoon
Sociaal acceptabel gedrag
Reactie kan hinderlijk zijn voor zichzelf of zijn omgeving
Niet normaal kunnen functioneren door angst angststoornis
Situering
• Algemeen meer bij vrouwen dan mannen
• Meest tussen 25 en 44 jaar, naast ouderen
• Vaak in combinatie met depressie en verslavingsproblematiek
• Spontane genezing bij 25%; goede vooruitzichten bij adequate
behandeling
• Zeer frequente aandoening: 15% van de bevolking
Kenmerkende symptomen
• Breed scala aan symptomen die kenmerkend zijn
• Uit zich op verschillende domeinen: fysiek, gedragsmatig en
cognitief
,Indeling angststoornissen
• Niet al deze kenmerken hoeven aanwezig te zijn
• Op zich een verontrustend fenomeen
• Belangrijkste angststoornissen volgens DSM 5
1. Paniekstoornis
2. Gegeneraliseerde angststoornis
3. Fobieën
Inleiding paniekstroonis
• Kenmerkend: herhaalde, onverwachte paniekaanvallen
• Paniekaanval:
- Intense angstreactie
- Vergezeld van sterke lichamelijke component (typisch cardio-
vasculair): bonkend hart, snelle ademhaling, zware transpiratie,
zwakte of duizeligheid
- Gevoelens van gevaar en drang om te vluchten
- Gevoel controle te verliezen of dood te gaan
- Sterkere lichamelijke component dan andere angststoornissen
Groot bewustzijn van wijzigende hartslag
Lijkt op hartaanval of allergische reactie > lichamelijk
onderzoek!
• Verloop
- Plots en spontaan verloop zonder waarschuwing of aanleiding
- Bereikt een piek na 10-15’
- Duurt meestal 30 à 45’ (kan ook urenlang aanhouden)
Diagnose paniekstoornis
• Sprake van terugkerende paniekaanvallen
• Onverwachts begin, niet uitgelokt door situaties of objecten
• Paniek kan na verloop van tijd geassocieerd worden met bepaalde
situaties
• W/ door patiënten als zeer erg ervaren
- Gevoel van machteloosheid
- Lokt een flight of freeze-reactie uit
- Vastklampend gedrag > nood aan steun
- Risico op vermijdingsgedrag (agorafobie)
• Geïsoleerde paniekaanvallen bestaan ook
• Belangrijke diagnostische criteria
- Aanhoudende angst voor een aanval en de gevolgen ervan
, - Duidelijke maladaptieve veranderingen (activiteiten beperken of
vermijden)
Situering paniekstoornis
• Hoog risico op andere kwetsbaarheden (angststoornissen,
verslaving, depressie)
• Bijna 1 op 2 mensen herstelt volledig
• Komt twee maal zoveel voor bij vrouwen als mannen
• Tussen einde puberteit en 35e levensjaar
Oorzaken paniekstoornis
• Overheersende visie:
- Combinatie van cognitieve en biologische factoren
Cognitief: angstgevoeligheid (angst voor angst)
Biologisch gevoeligheid: erfelijke aanleg, neurotransmitters
(GABA en serotonine)
- Foutieve interpretaties en fysiologische reacties
• Vanuit aanleg kleine veranderingen in lichamelijke sensaties ten
onrechte toeschrijven aan ernstige onderliggende oorzaken
(vb. lichte duizeligheid of hartklopping linken aan controleverlies of
gek worden)
• Deze perceptie roept angst op
- Activeert sympathisch zenuwstelsel (stresshormonen)
- Lichamelijke sensaties worden versterkt
- Interpretatie als bewijs van naderende paniekaanval
- Snelle vicieuze cirkel