Beroepsproduct
Thema 4
Ruimte voor talenten
2022-2023
Naam student:
Studentnummer:
Klas:
Vakgebied: Drama
,Inhoud
Evaluatie....................................................................................................................................11
1. De student verantwoordt aan de hand van de aangeboden literatuur (vanuit
menswetenschappen en Holger de Nooij) hoe de talenten in de spel/drama activiteit terug
te zien zijn..............................................................................................................................14
Intrapersoonlijke intelligentie...........................................................................................14
Lichamelijk-kinesthetische intelligentie............................................................................14
Logisch-mathematische intelligentie................................................................................14
Verbaal-linguïstische intelligentie.....................................................................................14
2. De student verantwoordt aan de hand van de aangeboden literatuur (Holger de Nooij,
2021) waarom de spel/drama activiteit aansluit bij de leeftijdsspecifieke kenmerken van
de groep................................................................................................................................15
Workshop intrapersoonlijk...............................................................................................15
Workshop lichamelijk-kinesthetisch.................................................................................16
Workshop logisch-mathematisch.....................................................................................16
Workshop verbaal-linguïstisch..........................................................................................17
3. De student evalueert wat de gekozen talenten en dramavorm(en) hebben opgeleverd
voor de groep........................................................................................................................18
talenten.............................................................................................................................18
dramavormen....................................................................................................................18
4. De student verantwoordt de activiteit met behulp van tenminste één SLO-doel.............19
Openstellen met alle zintuigen voor dramatisch spel en/of een theatervoorstelling rond
een betekenisvol onderwerp: reizen, avonturen, vriendschap, circus..................................19
Bewust hanteren van de elementen (wie-wat-waar wanneer) in eigen dramaspel............19
Uitvoeren van dramaspelopdrachten en actief meespelen met dramatische werkvormen
en speltechnieken (bijv. (vertel)pantomime, spelen met materialen, teacher-in-rol, tableau
vivant, improvisatiespel, afspreekspel, spiegelsspel en dialoogspel)...................................19
SLO-doel digitale geletterdheid: Op volgorde uitvoeren van een reeks instructies of regels
die leidt tot een resultaat......................................................................................................19
Feedback...................................................................................................................................19
Oefenmoment:......................................................................................................................19
Beroepshandeling:................................................................................................................20
Vakdocent:............................................................................................................................20
Bronnenlijst...............................................................................................................................20
bijlage........................................................................................................................................21
bijlage 1 opdrachtkaartjes intrapersoonlijk..........................................................................21
Bijlage 2 opdrachtkaartjes lichamelijk-kinesthetisch............................................................25
, Bijlage 3 opdrachtkaartjes logisch-mathematisch................................................................30
Lesvoorbereiding
Algemene gegevens:
Student: Stageschool:
Schoolvak(ken): drama Groep(en): 3
Datum: 22-6-2023 Mentor:
Studiejaar: 1 Basisschoolcoach:
Start- en eindtijd onderwijsactiviteit: 10:30- Opleidingscoach:
11:15
Onderwerp les of activiteit: vakantie
Reflectie vooraf:
De beginsituatie van de leerlingen / de groep:
- Wat moet ik over de leerlingen weten? Wat weten en kunnen de leerlingen al? Met welke verschillen dien ik rekening te houden?
Om de talenten van de leerlingen te achterhalen heb ik eerst een vragenlijst afgenomen. Hierbij
kwam ik erachter dat het niet werkte omdat de leerlingen zichzelf overal goed in vonden
doordat de leerlingen in het pre-operationele stadium (Verhulst ,2017) zitten waardoor ze
egocentrisch zijn. Daarom heb ik de talenten van de leerlingen gebaseerd op een gesprek met
de mentor, daarbij heb ik eerst zelf mijn verwachtte talenten per kind opgeschreven, deze heb ik
gebaseerd op observaties en gesprekjes met de leerlingen. Deze verwachtingen heb ik toen met
Bente doorgenomen en bijgesteld waar nodig. In een Excel bestand heb ik deze uitwerking.
meervoudige intelligenties.xlsx
Kennis en ervaringen met drama:
De leerlingen hebben al eerder 2 dramalessen gehad daarbij zijn we aan de slag gegaan met het
onderwerp circus. Bij de eerste dramales hebben de leerlingen geoefend met tableaus maken,
dit was alleen niet helemaal gelukt omdat het korte actjes waren geworden. Hierbij waren de
leerlingen wel heel erg enthousiast en betrokken bezig. De tweede dramales zijn de leerlingen
aan de slag gegaan met wie wat waar, dit hebben ze toen op verschillende manieren gedaan. Bij
deze les was alleen de opdracht niet voor iedereen duidelijk waardoor ze niet allemaal even
goed eraan hebben kunnen werken.
Naëlle, vesper & Amy zitten op musicalles daarom wil ik het voor deze leerlingen uitdagender
maken omdat ze al meer ervaring hebben.
Leeftijd en ontwikkelingsfase van de leerlingen:
, De leerlingen zitten in de leeftijd 6-7. De leerlingen zitten in de pre-operationele fase (Verhulst,
F. C.,2017).
Samenstelling van de groep:
24 leerlingen.
10 jongens en 14 meisjes.
Inhoud voor beginsituatie van De Nooij, H. (2012).
Leerdoelen die de leerlingen verwerven:
- Wat moeten de leerlingen weten / kunnen / vinden / laten zien aan het einde van de les? Hoe controleer je dat? Gebruik hiervoor dus concrete
werkwoorden die waar te nemen zijn. Benoem ook de leerdoelen zoals je ze deelt met de leerlingen.
Specifiek
Meetbaar
Acceptabel
Realistisch
Tijdsgebonden
SLO-doel die tijdens deze les aanbod komen:
openstellen met alle zintuigen voor dramatisch spel en/of een theatervoorstelling rond een
betekenisvol onderwerp: • reizen, avonturen, vriendschap, circus.
bewust hanteren van de elementen (wie-wat-waar wanneer) in eigen dramaspel.
uitvoeren van dramaspelopdrachten en actief meespelen met dramatische werkvormen en
speltechnieken (bijv. (vertel)pantomime, spelen met materialen, teacher-in-rol, tableau vivant,
improvisatiespel, afspreekspel, spiegelsspel en dialoogspel)
SLO-doel digitale geletterdheid:
op volgorde uitvoeren van een reeks instructies of regels die leidt tot een resultaat
Aan het einde van de les zijn de leerlingen bezig geweest met een workshop over improvisatiespel of acteerspel, dit wordt gedaan in het thema
vakantie. Dit controleer ik door aan het einde van de les de leerlingen aan de klas te laten zien wat ze tijdens hun workshop hebben gedaan.
Workshop 1: aan het einde van deze workshop zijn de leerlingen bezig geweest met
improvisatiespel doormiddel van de beebot, dit controleer ik door tijdens de workshop rond te
lopen en aan het einde van de les het groepje aan de klas te laten zien wat ze gedaan hebben.
Workshop 2: aan het einde van deze workshop zijn de leerlingen bezig geweest met
improvisatiespel doormiddel van een beweegspel, dit controleer ik door tijdens de workshop
rond te lopen en aan het einde van de les het groepje aan de klas te laten zien wat ze gedaan
hebben.
Workshop 3: aan het einde van deze workshop zijn de leerlingen bezig geweest met
improvisatiespel doormiddel van een rekenspel, dit controleer ik door tijdens de workshop rond
te lopen en aan het einde van de les het groepje aan de klas te laten zien wat ze gedaan hebben.
Workshop 4: aan het einde van deze workshop zijn de leerlingen bezig geweest met acteerspel
doormiddel van wie, wat en waar die ze zelf mogen invullen. Dit controleer ik door tijdens de
workshop rond te lopen en aan het einde van de les het groepje hun stukje aan de klas te laten
Thema 4
Ruimte voor talenten
2022-2023
Naam student:
Studentnummer:
Klas:
Vakgebied: Drama
,Inhoud
Evaluatie....................................................................................................................................11
1. De student verantwoordt aan de hand van de aangeboden literatuur (vanuit
menswetenschappen en Holger de Nooij) hoe de talenten in de spel/drama activiteit terug
te zien zijn..............................................................................................................................14
Intrapersoonlijke intelligentie...........................................................................................14
Lichamelijk-kinesthetische intelligentie............................................................................14
Logisch-mathematische intelligentie................................................................................14
Verbaal-linguïstische intelligentie.....................................................................................14
2. De student verantwoordt aan de hand van de aangeboden literatuur (Holger de Nooij,
2021) waarom de spel/drama activiteit aansluit bij de leeftijdsspecifieke kenmerken van
de groep................................................................................................................................15
Workshop intrapersoonlijk...............................................................................................15
Workshop lichamelijk-kinesthetisch.................................................................................16
Workshop logisch-mathematisch.....................................................................................16
Workshop verbaal-linguïstisch..........................................................................................17
3. De student evalueert wat de gekozen talenten en dramavorm(en) hebben opgeleverd
voor de groep........................................................................................................................18
talenten.............................................................................................................................18
dramavormen....................................................................................................................18
4. De student verantwoordt de activiteit met behulp van tenminste één SLO-doel.............19
Openstellen met alle zintuigen voor dramatisch spel en/of een theatervoorstelling rond
een betekenisvol onderwerp: reizen, avonturen, vriendschap, circus..................................19
Bewust hanteren van de elementen (wie-wat-waar wanneer) in eigen dramaspel............19
Uitvoeren van dramaspelopdrachten en actief meespelen met dramatische werkvormen
en speltechnieken (bijv. (vertel)pantomime, spelen met materialen, teacher-in-rol, tableau
vivant, improvisatiespel, afspreekspel, spiegelsspel en dialoogspel)...................................19
SLO-doel digitale geletterdheid: Op volgorde uitvoeren van een reeks instructies of regels
die leidt tot een resultaat......................................................................................................19
Feedback...................................................................................................................................19
Oefenmoment:......................................................................................................................19
Beroepshandeling:................................................................................................................20
Vakdocent:............................................................................................................................20
Bronnenlijst...............................................................................................................................20
bijlage........................................................................................................................................21
bijlage 1 opdrachtkaartjes intrapersoonlijk..........................................................................21
Bijlage 2 opdrachtkaartjes lichamelijk-kinesthetisch............................................................25
, Bijlage 3 opdrachtkaartjes logisch-mathematisch................................................................30
Lesvoorbereiding
Algemene gegevens:
Student: Stageschool:
Schoolvak(ken): drama Groep(en): 3
Datum: 22-6-2023 Mentor:
Studiejaar: 1 Basisschoolcoach:
Start- en eindtijd onderwijsactiviteit: 10:30- Opleidingscoach:
11:15
Onderwerp les of activiteit: vakantie
Reflectie vooraf:
De beginsituatie van de leerlingen / de groep:
- Wat moet ik over de leerlingen weten? Wat weten en kunnen de leerlingen al? Met welke verschillen dien ik rekening te houden?
Om de talenten van de leerlingen te achterhalen heb ik eerst een vragenlijst afgenomen. Hierbij
kwam ik erachter dat het niet werkte omdat de leerlingen zichzelf overal goed in vonden
doordat de leerlingen in het pre-operationele stadium (Verhulst ,2017) zitten waardoor ze
egocentrisch zijn. Daarom heb ik de talenten van de leerlingen gebaseerd op een gesprek met
de mentor, daarbij heb ik eerst zelf mijn verwachtte talenten per kind opgeschreven, deze heb ik
gebaseerd op observaties en gesprekjes met de leerlingen. Deze verwachtingen heb ik toen met
Bente doorgenomen en bijgesteld waar nodig. In een Excel bestand heb ik deze uitwerking.
meervoudige intelligenties.xlsx
Kennis en ervaringen met drama:
De leerlingen hebben al eerder 2 dramalessen gehad daarbij zijn we aan de slag gegaan met het
onderwerp circus. Bij de eerste dramales hebben de leerlingen geoefend met tableaus maken,
dit was alleen niet helemaal gelukt omdat het korte actjes waren geworden. Hierbij waren de
leerlingen wel heel erg enthousiast en betrokken bezig. De tweede dramales zijn de leerlingen
aan de slag gegaan met wie wat waar, dit hebben ze toen op verschillende manieren gedaan. Bij
deze les was alleen de opdracht niet voor iedereen duidelijk waardoor ze niet allemaal even
goed eraan hebben kunnen werken.
Naëlle, vesper & Amy zitten op musicalles daarom wil ik het voor deze leerlingen uitdagender
maken omdat ze al meer ervaring hebben.
Leeftijd en ontwikkelingsfase van de leerlingen:
, De leerlingen zitten in de leeftijd 6-7. De leerlingen zitten in de pre-operationele fase (Verhulst,
F. C.,2017).
Samenstelling van de groep:
24 leerlingen.
10 jongens en 14 meisjes.
Inhoud voor beginsituatie van De Nooij, H. (2012).
Leerdoelen die de leerlingen verwerven:
- Wat moeten de leerlingen weten / kunnen / vinden / laten zien aan het einde van de les? Hoe controleer je dat? Gebruik hiervoor dus concrete
werkwoorden die waar te nemen zijn. Benoem ook de leerdoelen zoals je ze deelt met de leerlingen.
Specifiek
Meetbaar
Acceptabel
Realistisch
Tijdsgebonden
SLO-doel die tijdens deze les aanbod komen:
openstellen met alle zintuigen voor dramatisch spel en/of een theatervoorstelling rond een
betekenisvol onderwerp: • reizen, avonturen, vriendschap, circus.
bewust hanteren van de elementen (wie-wat-waar wanneer) in eigen dramaspel.
uitvoeren van dramaspelopdrachten en actief meespelen met dramatische werkvormen en
speltechnieken (bijv. (vertel)pantomime, spelen met materialen, teacher-in-rol, tableau vivant,
improvisatiespel, afspreekspel, spiegelsspel en dialoogspel)
SLO-doel digitale geletterdheid:
op volgorde uitvoeren van een reeks instructies of regels die leidt tot een resultaat
Aan het einde van de les zijn de leerlingen bezig geweest met een workshop over improvisatiespel of acteerspel, dit wordt gedaan in het thema
vakantie. Dit controleer ik door aan het einde van de les de leerlingen aan de klas te laten zien wat ze tijdens hun workshop hebben gedaan.
Workshop 1: aan het einde van deze workshop zijn de leerlingen bezig geweest met
improvisatiespel doormiddel van de beebot, dit controleer ik door tijdens de workshop rond te
lopen en aan het einde van de les het groepje aan de klas te laten zien wat ze gedaan hebben.
Workshop 2: aan het einde van deze workshop zijn de leerlingen bezig geweest met
improvisatiespel doormiddel van een beweegspel, dit controleer ik door tijdens de workshop
rond te lopen en aan het einde van de les het groepje aan de klas te laten zien wat ze gedaan
hebben.
Workshop 3: aan het einde van deze workshop zijn de leerlingen bezig geweest met
improvisatiespel doormiddel van een rekenspel, dit controleer ik door tijdens de workshop rond
te lopen en aan het einde van de les het groepje aan de klas te laten zien wat ze gedaan hebben.
Workshop 4: aan het einde van deze workshop zijn de leerlingen bezig geweest met acteerspel
doormiddel van wie, wat en waar die ze zelf mogen invullen. Dit controleer ik door tijdens de
workshop rond te lopen en aan het einde van de les het groepje hun stukje aan de klas te laten
