100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting WEC's ITR (semester 1)

Rating
-
Sold
-
Pages
49
Uploaded on
06-01-2025
Written in
2023/2024

Samenvatting WEC's Inleiding tot het Recht (semester 1)

Institution
Module











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Module

Document information

Uploaded on
January 6, 2025
Number of pages
49
Written in
2023/2024
Type
Summary

Subjects

Content preview

Inleiding tot het recht
Werkcolleges

WEC 1 - 19/10
Basisconcepten recht
Objectief recht vs. subjectief recht
Objectief recht:
- Geheel van regels
- Iedere wet die in de codex te vinden is
- Vb. minderjarigen mogen niet autorijden

Subjectief recht:
- Concrete macht van rechtssubject o.b.v. recht
- Recht individualiseren
- Vb. ik ben minderjarig en heb het recht niet om auto te rijden omdat
het recht dit niet toe laat

Voorbeeld: je bent in de trein en het is druk. Je wilt je zetten en gaat per
ongeluk op de laptop zitten van de persoon naast je. Het scherm barst.
 Objectief recht: art. 1382 (oud) BW
 Subjectief recht: de andere treinreiziger heeft (o.b.v. art. 1382
(oud) BW) recht op vergoeding

Positief recht vs. natuurrecht
Positief recht:
- Geldend recht op bepaald tijdstip
- Hoe het nu is
- Vb. abortus toegelaten volgens Belgisch recht onder bepaalde
voorwaarden

Natuurrecht:
- Overeenstemming met rechts ethische beginselen
- Hoe het zou moeten zijn
- Recht dat geen werkelijkheid was
- Geïnspireerd door morele normen
- Vb. homohuwelijk was vroeger niet mogelijk, vanaf 2003 wel

Gemeen recht vs. uitzonderingsrecht
Gemeen recht:
- Algemene regel
- In normale situatie
- Vb. huren van appartement; gemeen huurrecht van toepassing

Uitzonderingsrecht:
- Afwijking van normaal geldende recht
- Specifieke overeenkomst
- Vb. onderneming huurt een pand voor een winkel; handelshuurrecht

Juridische vermoedens (= onzekere toestand als zeker beschouwen)

1

,Feitelijk vermoeden:
- Rechter leidt onbekend feit af uit bekend feit
- Rechter beslist in kader van procedure
- Vb. wie is de dader? Afleiden uit feiten

Wettelijk vermoeden:
- Wetgever beschouwt onzeker feit als bewezen
- Wetgever op voorhand neergeschreven
- Vb. vermoeden van vaderschap (art. 315 (oud) BW)

Weerlegbaar:
- Juris tantum
- Bewijs toelaten voor vermoeden te ontkrachten
- Vb. vaderschapstest voor vermoeden van vaderschap (art. 315 (oud)
BW) te ontkrachten

Onweerlegbaar:
- Juris et de jure
- Bewijs kan vermoeden niet ontkrachten
- Vb. pacificatiewet; burgemeesters van faciliteitengemeenten
(gemeenten rond Bxl) worden geacht Nl. en Fr. te kunnen spreken
 Niet altijd de waarheid
 Kan dit niet aanklagen, zelf niet met bewijs dat burgemeester
geen Nl./Fr. spreekt

Juridische ficties:
- Ingebeelde toestand die als werkelijkheid beschouwd wordt
- Vb. 1) “iedereen wordt geacht de wet te kennen” 2) rechtspersonen;
ze zijn niet zichtbaar, maar hebben toch rechten en plichten

Hiërarchie der normen
Alle rechtsregels/normen zijn afdwingbaar en moeten nageleefd worden

Normenconflict:
- Tegenstrijdigheden tussen normen
- Afwijkende normen

Hiërarchie der normen:
- Rangschikken van normen
- Tussen rechtsregels onderling

Aard beginsel:
- GwH en RvS: algemeen rechtsbeginsel
- Cass.: algemeen rechtsbeginsel met grondwettelijke waarde



Internationaal recht (met directe werking) heeft voorrang op ALLES
- Directe werking = duidelijke afgebakende regels


2

,4 principes:
1. Gewone wet moet grondwet respecteren
2. Regelgever moet volgens hogere normen handelen
3. Bij conflict wordt voorrang gegeven aan hogere norm
4. Interpretatie volgens hogere norm (vb. onduidelijk geschreven wet;
elk nieuw koppel (vrouw-man) krijgt €50 van de stad, Bxl. Een nieuw
koppel (man-man) gaat dit aanvragen en krijgt het niet want het is
geen koppel (vrouw-man). Wet is hier niet duidelijk geweest. Klopt
niet volgens EVRM)

Materiële en formele wet
Materiële wet: (sensu lato)
- Twee voorwaarden:
 Algemeen: geldend voor iedereen, coherente groep (vb.
werknemers culturele sector)
 Duurzaam: voor een langere periode

Niet algemeen: naturalisatiewet... (geldt maar voor 1 individu =
nominatim)
Niet duurzaam: begrotingsakkoord, wet op legercontingent… (geldt maar
voor 1 jaar)

Formele wet: (sensu stricto)
- Iedere akte van federale wetgevende macht (federaal parlement
(senaat & KvV) + koning)
- Draagt formeel de titel “wet”
- Vb. wet van 4 mei 2020 ter bestrijding van de niet-consensuele
verspreiding van seksueel getinte beelden en opnames (art. 417/9
Sw.)

Verhouding:
- Meeste formele wetten = materiële wetten
 Algemene regels voor onbeperkt aantal gevallen
- Niet altijd:
 Naturalisatiewet: niet algemeen
 Begrotingswet: niet duurzaam
- Niet alle materiele wetten worden opgenomen in formele wet

Oefening: is het KB dat het telewerk regelt voor de private sector een
materiële wet?
- Is het algemeen? Ja, het is voor iedereen die in de private sector
werkt
- Is het duurzaam? Ja, het is voor altijd




3

, WEC 2 – 26/10
De grondwetsherzieningsprocedure
Omschrijving
Definitie:
- Fundamentele wet die de inrichting en onderlinge verhouding van de
staatsmachten regelt, alsmede de essentiële grondrechten en
vrijheden van de burgers vastlegt

Formele vs. materiële grondwet
- Formele grondwet
 Geschreven grondwet
 Geheel regels die zo belangrijk zijn dat er speciale procedures
zijn om ze op te stellen of te wijzigen
- Materiële grondwet
 Geschreven grondwet + ongeschreven beginsels met
grondwettelijke waarde
 Geheel fundamentele geschreven en ongeschreven regels
 Vb. leer van de normenhiërarchie

Kenmerken:
- Algemeen (geldend voor iedereen)
- Hoogste rechtsnorm nationale rechtsorde
- Stabiliteit (want het wordt het minst gewijzigd, complexe
procedure…)

Procedure grondwetsherziening
Grondwet staat vast en er hangt een strenge procedure aan vast om ze
aan te passen (art. 195-198 Gw)
- Gekwalificeerde meerderheid (afwijkend van gewone (50% + 1)
meerderheid)
- Over 2 zittingsperiodes
 Mandaat van 5 jaar (parlement) en 6 jaar (gemeente)
 Als je een wijziging wilt doorvoeren moeten er opnieuw
verkiezingen zijn omdat je dan je mandaat verliest, dus wordt
er meestal gewacht tot de laatste weken van de legislatuur

Grondwetgevende macht:
- Oorspronkelijke grondwetgevende macht = Nationaal Congres
03/11/1830
- Afgeleide grondwetgevende macht
 Federale wetgevende kamers + koning hebben sindsdien de
Gw gewijzigd
- = Constituante (Kamer van Volksvertegenwoordigers + Senaat +
Koning)

Procedure bevat 3 stappen:
1. Verklaring tot herziening Gw
o Preconstituante maken elk een lijst met artikels de ze
gewijzigd willen zien

4
£4.05
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
fauvenellyvh

Also available in package deal

Get to know the seller

Seller avatar
fauvenellyvh Vrije Universiteit Brussel
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
13
Member since
3 year
Number of followers
3
Documents
11
Last sold
1 month ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their exams and reviewed by others who've used these revision notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No problem! You can straightaway pick a different document that better suits what you're after.

Pay as you like, start learning straight away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and smashed it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions