NW
M7H1: Voortplanting bij de mens
Ongeslachtelijk= vegetatieve voortplanting nakomelingen ontstaan zonder
versmelting (dieren + planten)
Geslachtelijk= seksuele voortplanting nakomelingen ontstaan door versmelting van
man en vrouw van dezelfde soort + nakomelingen krijgen genetisch materiaal mee van
man en vrouw
1. Geslachtskenmerken
1. Primaire geslachtkenmerken
Mannelijk Vrouwelijk
Penis Eierstokke
n
Testis Baarmoede
r
Balzak Eileiders
Bijballen Vagina
Zaadblaas Schaamlip
jes pen
Zaadleider Clitoris
s
Prostaat
2. Secundaire geslachtskenmerken 3. Tertiaire geslachtskenmerken
Mannelijk Vrouwelijk Verschillen ontstaan onder invloed van opvoeding
en ……..cultuurpatronen
Groter Borsten
Tijds + plaatsgebonden
Meer beharing Meer onderhuids
vet
Sterker Bredere bekken
Zwaardere Hogere stem
stem
Zaadlozing Menstruatiecyclu 2. Functionele bouw van de vrouwelijke
s voortplantingsorganen
1. Bouw
https://www.bioplek.org/
animaties/voortplanting/
vrgeslachtsorgx.html
2. Functies
Eileider (oviduct): transport eventueel bevruchte eicel naar baarmoeder
Eierstok (ovarium): aanmaak en rijping eicellen + aanmaak oestrogeen en progesteron
, Baarmoeder (uturus): orgaan waar bevruchte eicel tot ontwikkeling kan komen
Clitoris (kittelaar): bevat zwellichaam, vult zich met bloed wanneer vrouw opgewonden
raakt
Schaamlippen: bieden bescherming aan inwendige delen
Eitrechter: opvangen en transport van een rijpe eicel naar de eileider
Vagina (schede): vormt geboortekanaal tijdens bevalling, zuur milieu (bescherming
ziektekiemen) + vaginawand bevat klieren van Bartholini/ voorhofklieren
(maagdenvlies)
Scheiden vocht af bij seksuele opwinding dat de geslachtsgemeenschap
vergemakkelijkt
Dun vlies dat bij jonge vrouwen als kraag rond de ingang van de vagina aanwezig is
Borst: borstvoeding voor baby
3. Oögenese/ eicelvorming
glashuid
1. Vorming primaire follikels voor de geboorte
In de schors van eierstok
Kiemcellen ontstaat door mitose (2n)
Start meiose voor geboorte tot
profase 1 (primaire follikels)
Bouw: grootste onbeweeglijke menselijke cel, diameter= 0,12mm, bevat reserve-
stoffen om zich te voeden die omgeven zijn door kleine follikelcellen
Glashuid (zone pellucida): beschermend omhulsel rond de eicel, ondoordringbaar voor
zaadcellen (buiten 1e)
2. Rijping primaire follikels vanaf de puberteit
Primaire eicellen 500 000 aanwezig bij geboorte (vele 1000’n sterven af in 1 e 10
levensjaren)
1. Follikel 2. Groeiende follikels (+400) 3. Follikel van De Graaf (doorsnede 1,5 aan
oppervlak eierstok)
Rijping primaire follikels (meiose 1)
Graafse follikel barst open= eisprong
Follikels blijven achter in eierstok=
geel lichaam
Eicel blijft 24 u leven (meiose 2)
Wel bevruchting= geel lichaam
verschrompelt rond dag 25 en
verdwijnt geleidelijk
+ eicel sterft af
Geen
bevruchting= geel
lichaam blijft 3
maanden
bestaan
+ 1 primaire follikel (2n)
= 1 rijpe eicel (n) + 3 poollichaampjes
M7H1: Voortplanting bij de mens
Ongeslachtelijk= vegetatieve voortplanting nakomelingen ontstaan zonder
versmelting (dieren + planten)
Geslachtelijk= seksuele voortplanting nakomelingen ontstaan door versmelting van
man en vrouw van dezelfde soort + nakomelingen krijgen genetisch materiaal mee van
man en vrouw
1. Geslachtskenmerken
1. Primaire geslachtkenmerken
Mannelijk Vrouwelijk
Penis Eierstokke
n
Testis Baarmoede
r
Balzak Eileiders
Bijballen Vagina
Zaadblaas Schaamlip
jes pen
Zaadleider Clitoris
s
Prostaat
2. Secundaire geslachtskenmerken 3. Tertiaire geslachtskenmerken
Mannelijk Vrouwelijk Verschillen ontstaan onder invloed van opvoeding
en ……..cultuurpatronen
Groter Borsten
Tijds + plaatsgebonden
Meer beharing Meer onderhuids
vet
Sterker Bredere bekken
Zwaardere Hogere stem
stem
Zaadlozing Menstruatiecyclu 2. Functionele bouw van de vrouwelijke
s voortplantingsorganen
1. Bouw
https://www.bioplek.org/
animaties/voortplanting/
vrgeslachtsorgx.html
2. Functies
Eileider (oviduct): transport eventueel bevruchte eicel naar baarmoeder
Eierstok (ovarium): aanmaak en rijping eicellen + aanmaak oestrogeen en progesteron
, Baarmoeder (uturus): orgaan waar bevruchte eicel tot ontwikkeling kan komen
Clitoris (kittelaar): bevat zwellichaam, vult zich met bloed wanneer vrouw opgewonden
raakt
Schaamlippen: bieden bescherming aan inwendige delen
Eitrechter: opvangen en transport van een rijpe eicel naar de eileider
Vagina (schede): vormt geboortekanaal tijdens bevalling, zuur milieu (bescherming
ziektekiemen) + vaginawand bevat klieren van Bartholini/ voorhofklieren
(maagdenvlies)
Scheiden vocht af bij seksuele opwinding dat de geslachtsgemeenschap
vergemakkelijkt
Dun vlies dat bij jonge vrouwen als kraag rond de ingang van de vagina aanwezig is
Borst: borstvoeding voor baby
3. Oögenese/ eicelvorming
glashuid
1. Vorming primaire follikels voor de geboorte
In de schors van eierstok
Kiemcellen ontstaat door mitose (2n)
Start meiose voor geboorte tot
profase 1 (primaire follikels)
Bouw: grootste onbeweeglijke menselijke cel, diameter= 0,12mm, bevat reserve-
stoffen om zich te voeden die omgeven zijn door kleine follikelcellen
Glashuid (zone pellucida): beschermend omhulsel rond de eicel, ondoordringbaar voor
zaadcellen (buiten 1e)
2. Rijping primaire follikels vanaf de puberteit
Primaire eicellen 500 000 aanwezig bij geboorte (vele 1000’n sterven af in 1 e 10
levensjaren)
1. Follikel 2. Groeiende follikels (+400) 3. Follikel van De Graaf (doorsnede 1,5 aan
oppervlak eierstok)
Rijping primaire follikels (meiose 1)
Graafse follikel barst open= eisprong
Follikels blijven achter in eierstok=
geel lichaam
Eicel blijft 24 u leven (meiose 2)
Wel bevruchting= geel lichaam
verschrompelt rond dag 25 en
verdwijnt geleidelijk
+ eicel sterft af
Geen
bevruchting= geel
lichaam blijft 3
maanden
bestaan
+ 1 primaire follikel (2n)
= 1 rijpe eicel (n) + 3 poollichaampjes