100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Module C leerdoelen

Rating
-
Sold
1
Pages
55
Uploaded on
07-12-2024
Written in
2024/2025

Uitgewerkte leerdoelen module c: anatomie, pathologie, biochemie en anesthesiologie

Institution
Module











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Module

Document information

Uploaded on
December 7, 2024
Number of pages
55
Written in
2024/2025
Type
Summary

Subjects

Content preview

Leerdoelen module C
Inhoudsopgave
Anatomie....................................................................................................... 2
Hart en prikkelgeleiding.................................................................................................. 2
Hartcyclus en cardiac output.......................................................................................... 3
Vaatstelsel...................................................................................................................... 5
Microcirculatie en vasculaire weerstand.........................................................................7
Circulatie van specifieke organen...................................................................................9
Instrieke regulatie: preload, afterload en contractiliteit................................................11
Regulatie van hartactie................................................................................................. 14
Regulatie van de bloeddruk op korte en lange termijn.................................................15

Pathologie................................................................................................... 19
Hartfalen....................................................................................................................... 19
Hartkleppen en aangeboren hartafwijkingen................................................................21
Stollingsstoornissen...................................................................................................... 25
Shock............................................................................................................................ 29

Biochemie.................................................................................................... 33
Vloeistoffen................................................................................................................... 33
Elektrolyten en waterhuishouding................................................................................35
Enzymdiagnostiek......................................................................................................... 37
Hematologie................................................................................................................. 39
Stolling.......................................................................................................................... 41

Anesthesiologie........................................................................................... 45
Patiënt met hypertensie............................................................................................... 45
Cardiaal belaste patiënt................................................................................................47
Groot bloedverlies........................................................................................................ 50
Patiënt in shock............................................................................................................ 53

,Anatomie
Hart en prikkelgeleiding

Waar het hart ligt
 Het hart bevindt zich in de thorax, specifiek in het mediastinum,
tussen de longen.
 Het is iets naar links gekanteld en ligt achter het borstbeen
(sternum), rustend op het diafragma.
 De positie kan beschreven worden als posterieur van de ribben en
anterieur van de wervelkolom.

Hoe de bouw van het hart is
 Het hart bestaat uit drie lagen:
o Endocardium (binnenste laag): dunne gladde bekleding van
de kamers en atria.
o Myocardium (middelste laag): gespierde laag,
verantwoordelijk voor de contractie.
o Epicardium (buitenste laag): onderdeel van het pericardium,
beschermend membraan.
 Het hart is verdeeld in:
o Vier kamers: twee atria (bovenkamers) en twee ventrikels
(onderkamers).
o Kleppen: tricuspidalisklep, mitralisklep, pulmonaalklep, en
aortaklep.
 Grote bloedvaten: vena cava, longslagaders, longaders, aorta.

Hoe de prikkel in het hart ontstaat in het pacemakerweefsel en in
het myocard
 De prikkel ontstaat in de sinusknoop (SA-knoop), gelegen in de
rechteratriumwand.
 De SA-knoop fungeert als de primaire pacemaker door spontane
depolarisatie van gespecialiseerde cellen.
 De prikkel verspreidt zich via:
o Internodale banen naar de AV-knoop.
o AV-knoop: vertraagt de prikkeloverdracht zodat de atria
volledig kunnen contraheren.
o His-bundel, bundeltakken, en Purkinjevezels: geleiden de
prikkel naar het myocard van de ventrikels.

Welke rol elektrolyten spelen op het ontstaan van een hartprikkel
 Elektrolyten, zoals natrium (Na⁺), kalium (K⁺), calcium
(Ca²⁺) en chloride (Cl⁻), zijn essentieel voor de elektrische
activiteit van het hart.
o Natrium: betrokken bij snelle depolarisatie tijdens
actiepotentialen.

, o Kalium: speelt een rol in repolarisatie en rustpotentiaal van
de hartcellen.
o Calcium: nodig voor contractie van hartspiercellen en
plateauvorming in de actiepotentiaal.
 Een disbalans kan leiden tot aritmieën.

Hoe de anatomie van het geleidingssysteem is
 Bestaat uit:
o SA-knoop: primaire pacemaker.
o AV-knoop: vertrager en overdrager van impulsen.
o His-bundel: gelegen in het septum.
o Bundeltakken: linker- en rechtertak verspreiden de prikkel.
o Purkinjevezels: prikkelen de ventriculaire myocardcellen.

Hoe een normaal prikkelgeleidingspatroon verloopt en dit in
verband brengen met de delen van een normaal ECG
 Normaal prikkelgeleidingspatroon:
1. SA-knoop → atriale depolarisatie → P-golf.
2. AV-knoop → PR-interval (vertraging).
3. His-bundel en Purkinjevezels → ventriculaire depolarisatie →
QRS-complex.
4. Repolarisatie van de ventrikels → T-golf.
 Het ECG weerspiegelt de elektrische activiteit:
o P-golf: atriale depolarisatie.
o PR-interval: tijd tussen atriale en ventriculaire activatie.
o QRS-complex: ventriculaire depolarisatie.
o T-golf: ventriculaire repolarisatie.




Hartcyclus en cardiac output

De opeenvolging van de verschillende fasen in een hartcyclus
 Systole (contractiefase)
1. Isovolumetrische contractie:
 De ventrikels trekken samen, maar de druk is nog niet
hoog genoeg om de semilunaire kleppen (aorta- en
pulmonaalklep) te openen.
 Alle kleppen zijn gesloten.
2. Ejectiefase:
 De semilunaire kleppen openen door verhoogde druk in
de ventrikels, en bloed wordt in de aorta en de
longslagader gepompt.
 Diastole (ontspanningsfase)
1. Isovolumetrische relaxatie:
 De ventrikels ontspannen, de semilunaire kleppen
sluiten, maar de druk in de ventrikels is nog hoger dan in
de atria.

, 2. Vullingsfase:
 De AV-kleppen (mitralis- en tricuspidalisklep) openen
wanneer de druk in de atria hoger is dan in de ventrikels,
en bloed stroomt passief binnen.
 Atrial kick: de atria contraheren aan het einde van de
diastole om extra bloed in de ventrikels te pompen.

Het verband tussen het openen en sluiten van de kleppen,
drukveranderingen, en harttonen
 Hartkleppen openen en sluiten door drukverschillen:
o AV-kleppen openen bij lage ventrikeldruk en sluiten bij een
stijging van de ventrikeldruk (na atriale vulling).
o Semilunaire kleppen openen bij hoge ventrikeldruk en sluiten
wanneer de druk in de aorta of pulmonaal vat hoger is dan in
de ventrikels.
 Harttonen:
o S1: Sluiten van de AV-kleppen (begin systole).
o S2: Sluiten van de semilunaire kleppen (begin diastole).
o Eventueel extra tonen:
 S3: Kan voorkomen tijdens snelle vulling van de
ventrikels.
 S4: Kan horen bij een stijve ventrikel tijdens atriale
contractie.

De relatie tussen de fasen van de hartcyclus en de druk in de
uitstroomvaten
 Isovolumetrische contractie:
o De druk in de ventrikels stijgt snel, maar is nog lager dan in de
aorta/pulmonaal vat.
 Ejectiefase:
o Wanneer de ventrikeldruk hoger is dan de druk in de
uitstroomvaten, openen de semilunaire kleppen en stijgt de
druk in de aorta/pulmonaal vat.
 Isovolumetrische relaxatie:
o De druk in de ventrikels daalt snel, en de kleppen sluiten door
de hogere druk in de aorta/pulmonaal vat.
 Vullingsfase:
o De druk in de uitstroomvaten blijft constant, terwijl de druk in
de ventrikels laag is.

De relatie tussen slagvolume, einddiastolisch volume (EDV), en
eindsystolisch volume (ESV)
 EDV (Einddiastolisch volume): Het volume bloed in de ventrikels
aan het einde van de diastole (vóór contractie).
 ESV (Eindsystolisch volume): Het volume bloed dat in de
ventrikels achterblijft na de systole.
 Slagvolume (SV): Het volume bloed dat wordt uitgepompt tijdens
één hartslag.
o Formule:SV=EDV−ESVSV=EDV−ESV
£7.52
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
josephine62

Get to know the seller

Seller avatar
josephine62 Hogeschool Leiden
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
9
Member since
4 year
Number of followers
1
Documents
5
Last sold
5 months ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their exams and reviewed by others who've used these revision notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No problem! You can straightaway pick a different document that better suits what you're after.

Pay as you like, start learning straight away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and smashed it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions