van rotatie en lateroflexie
INSPECTIE
- Formele inspectie van de houding in zit/stand
- Scapulaire posities en bewegingen
SCAPULAIRE GEASSOCIEERDE DISFUNCTIE
DISFUNCTIE
Elevatie Verkorting UT/levator scapulae/rhomboidei
• Verkorting/dominantie van pectoralis major / latissimus dorsi
Depressie
• Verlenging/inhibitie van UT
• Zwakte van SA (soms door parese n. thoracicus longus)
Winging
• Musculair onevenwicht trapezius/SA
• Verkorting/dominantie van pectoralis minor / biceps brachii /
Pseudowinging posterieur kapsel
• Musculair onevenwicht LT/SA
• Verkorting/dominantie van rhomboidei / trapezius tranversa of
Adductie geheel
• Verlenging/inhibitie van SA
• Verkorting/dominantie van pectorales / SA
Abductie
• Verlenging/inhibitie van trapezius
• Verkorting/dominantie van SA / LT / UT
Opwaartse rotatie
• Verlenging/inhibitie van levator scapulae / rhomboidei
• Verkorting/dominantie van levator scapulae / rhomboidei,
Neerwaartse rotatie pectoralis minor / deltoideus / supraspinatus
• Verlenging/inhibitie van SA / UT / LT
- Inspectie van de ademhaling (top, buik, flank)
ACTIEF BEWEEGLIJKHEIDSONDERZOEK
• Kwaliteit van bewegen
- Flexie
• Actieve ROM
- Extensie
• Pijn
- Lateroflexie
- Rotatie • Bereidheid tot bewegen
FLEXIE
- AROM = 90-110° (2 vingers tussen kin en sternum)
- Meeste beweging ter hoogte van C4-5 en C5-6
- Elastisch eindgevoel
- Arthrokinematica:
Bovenliggende wervel naar ventro-craniaal
Foramen gaat openen
EXTENSIE
- AROM = 90° (voorhoofd ongeveer horizontaal, met gewicht achter schouderlijn)
1
, - Meeste beweging ter hoogte van C4-5 en C5-6
- Hard-elastisch eindgevoel
- Arthrokinematica:
Bovenliggende wervel naar dorso-caudaal
Foramen gaat sluiten
LATEROFLEXIE
- AROM = 45°
- Meeste beweging ter hoogte van C3-C6, minste beweging ter hoogte van C7-T1
- Hard-elastisch eindegevoel
- Arthrokinematica:
Bovenliggende wervel homolateraal naar dorso-caudaal en heterolateraal naar
ventro-craniaal
Foramen gaat homolateraal sluiten en heterolateraal openen
ROTATIE
- AROM = 80-90°
- Meeste beweging ter hoogte van C1-2
- Elastisch eindgevoel
- Arthrokinematica:
Bovenliggende wervel homolateraal naar dorso-caudaal en heterolateraal naar
ventro-craniaal
Foramen gaat homolateraal sluiten en heterolateraal openen
DIFFERENTIATIE METHODEN
PASSIEVE SCHOUDER ELEVATIE
- Als een beweging pijnlijk is → differentiëren tussen structuren die deze pijn zouden
kunnen veroorzaken
• Patiënt voert actieve beweging uit (flexie, extensie,
lateroflexie, rotatie)
• Indien pijnlijk → beweging herhalen met een passieve
schouderelevatie aan de symptomatische zijde
o Niet meer pijnlijk → dominant musculair en/of
neurogeen
o Blijft pijnlijk → dominant articulair probleem
2
, TOEGEVOEGDE TESTEN
- Herhaalde bewegingen, overdruk, aangehouden posities en combinaties van
bewegingen
- Niet verder testen indien:
Al pijn tijdens de actieve beweging zelf
Ernst en irritabiliteit hoog
Contra-indicaties
COMBINATIES VAN BEWEGINGEN
- 2D bewegingen om te differentiëren tussen een dominant musculaire of artrogene
disfunctie
- Als de rotatie pijnlijk is, kan een flexie of extensie toegevoegd worden om invloed op
de klachten te evalueren
ROTATIE EN DE-ROTATIE
- Differentiëren tussen een Cx- of Tx-problematiek
- Rotatie Tx en Cx naar links → Cx rotatie wordt behouden en de Tx wordt in de-rotatie
gebracht
Zelfde of meer pijn → vermoeden van Cx problematiek
Omgekeerd: als een de-rotatie van Cx dezelfde of meer pijn geeft is er eerder
een Tx problematiek
PASSIEF BEWEEGLIJKHEIDSONDERZOEK • Eindgevoel
• Passieve ROM
A-FYSIOLOGISCH • Pijn
- PA • Trajectweerstand
- UPA
- Transverse druk
PA
CERVICAAL
• Tafel laag
• Patiënt in buiklig met hoofd neutraal (eventueel klep in
lichte flexie), rol onder de voeten
• Duimen naast of op elkaar plaatsen op proc. spinosus
• Anterieure druk
• Van craniaal naar caudaal evalueren
- Elastisch eindgevoel
- PA wordt minder gebruikt omdat het zeer moeilijk is om één segmenteel niveau
afzonderlijk te testen, doordat proc. spinosi dicht bij elkaar zitten
3