Tumor: gezwel – zwelling: wordt ook gebruikt in de plaats van neoplasie
Neoplasma: abnormale en autonome groei van cellen, waarbij beginstimulus niet meer aanwezig is.
Kanker: kwaadaardig/maligne neoplasma
11.1 Incidentie van tumoren
- Maligne neoplasma: 25 % van de mensen
- Incidentie neemt toe met de leeftijd
- Mortaliteit variabel, globaal hoog
11.2 Structuur van kanker
Kanker krijgt de naam van de oorspronkelijke cel die is aangedaan.
1) Neoplastische cellen
a. De cellen die zijn aangedaan, ze reproduceren tot voorbij de normaal
b. Vb. epitheelcel, bloedcel, astrocyt (steuncel van de hersenen)…
2) Stroma (steunweefsel)
a. De neuroplastische cellen zitten in een steunweefsel verwoven
b. Vb. fibroblasen (desmoplastische reactie), bloedvaten (angiogenesis), lymfocytair infiltraat
1
, Groeiwijze van een tumor
11.3 Classificatie van tumoren
2 manieren van classificatie
1) Volgens gedrag
o Goedaardig/benigne
o Kwaadaardig/maligne
2) Volgens soort cel/weefsel waaruit het is ontstaan
11.3.1 Benigne tumoren
- Blijven lokaal, niet-invasief
- Groeien traag
- Lijken nog goed op het oorspronkelijk weefsel
Klinische problemen
- Druk op lokale structuren
o Meningeoom = goedaardige tumor van hersenvliezen: overdruk inklemming/epilepsie
- Obstructie van vochtafvloei: benigne epitheliale tumor die afvoergang blokkeert: speekselklier,
borstklier
- Hormoonproductie: schildklier met hyperthyroidie
- Maligne ontaarding: darmpoliep darmcarcinoom
- Angst
11.3.2 Maligne tumoren
- Invasief: ingroei in andere aangrenzende weefsels: darmtumor die buiten het slijmvlies uitbreidt in
onderliggend weefsel
- Metastaserend: verspreiding op afstand
o Lymfeklieren: via lymfevaten (borst)
o Lever, hersenen…: via bloedbaan
- Groeien meestal sneller
- Lijken in wisselende mate op oorspronkelijk weefsel
2