Samenvatting weblectures CK
Weblecture module 1 - News Values
Wat is nieuws en waarom is het nieuws?
- Iets is nieuws wanneer het voor journalisten nieuwswaardig is.
- Nieuwsfactor is een eigenschap van onze werkelijkheid.
- Op internet is het vaak moeilijker om te achterhalen wie wat zegt.
- Gebeurtenissen zijn beweringen.
Bijvoorbeeld:
- Orkaan treft Florida
- Actie: iets wordt getro en, een gebeurtenis
- ARB structuur
Compendium
Human language
Over de vrijheid van drukpers en hoe dat veranderd is door media.
- Wie vond het medium uit?
- Hoe werd het gebruikt?
- Welke gedachten kregen we erover?
- Mensen kunnen met hun taal het hier en nu overbruggen, onderscheiden en overdragen.
- Toekomst, verleden, en gedachten bijvoorbeeld.
- Essentie van taal
- We kunnen verhalen vertellen: storytelling
- We kunnen ons verplaatsen in een andere wereld.
- Taal gaat over het maken van voorstellingen waar je niet bij bent: imagination.
- 95% van de termen om te praten over taal, zijn verleend aan de Grieken en Romeinen.
- Meta-communication
- Ethos, logos, pathos
- Ethos:
- Logos:
- Pathos:
- Logisch= allen + of -
- Door media creëer je een groter bereik, meer publiek.
- Telefoon
- Radio: massa communicatie.
- Televisie: drama, geloofsovertuigingen, minder respect politici.
- Social media: entertainment.
- Walter Lippmann: gender setting.
- David Manning White: gate keeping.
- Shannon & Weaver: information theory.
Galtung & Ruge
Criteria waaraan artikelen zouden moeten voldoen om nieuwswaardig te zijn.
- Frequentie
- Treshold: grensoverschrijdend.
- Intensiteit: is het iets waar we ons druk over maken?
- Toename of afname: meer of minder dan voorheen.
- Feiten
- Cultureel nabij
- Consonantie: past het bij onze verwachtingen?
- Onverwachts
ff
,- Relevantie
- Betekenisvol
- Schaarste
- Continuïteit
- Compositie
- Elitenaties, elitepersonen.
- Referentie naar personen of negativiteit.
Nieuwswaarden zijn additief en compensatorisch: iets is nieuws als het aan meerdere
nieuwswaarden criteria voldoet. Nieuwswaarden kunnen elkaar ook compenseren, nieuwe moet
minstens voldoen aan één nieuwswaarde.
Iets is nieuwswaardig als het dichtbij of negatief is. Iets wat ver van je afstaat kunnen alleen
nieuws worden als het negatief is. Als het dichtbij is, kan het ook positief zijn.
Stereotypering: je krijgt een beeld door een positief of negatief artikel over elite personen, leiders
of bekende mensen.
Harcup & Oneill
Hernoemen nieuwswaarden
Nieuwe nieuwswaarden:
- Entertainment
- Surprise: onverwacht, contrast met verleden.
- Follow up: al in nieuws geweest.
- Media agenda: typisch nieuws van journalisten.
- Power elite: elite personen.
- Magnitude: nummer van betrokken mensen.
- Relevantie
- Good news
- Bad news
Kwaliteitsdagbladen hebben andere nieuwswaarden dan andere bladen.
, Weblecture module 2 - Perceived realism
Wanneer iemand ergens in gelooft, dan wordt het zijn/haar realiteit.
Media reality: realiteit die voorgesteld is door de mass media. De consequentie van journalisten.
Het kan een andere realiteit zijn dan anderen ervaren over hetzelfde artikel.
Percieved realism: de manier waarop een mass media user beoordeeld of nieuws de realiteit is.
Hoe weten we of het de realiteit is of fake news is?
Mac Arthur Day study: Lang en Lang vroegen 31 studenten om met hen het Mac Arthur Day
event te observeren. Ze bestudeerden gedrag. Lang kon niet naar het event toe en bekeek het
vanaf de televisie. Ze observeerde het werk van journalisten. Ze gingen daarna vergelijken hoe het
event in de realiteit was en hoe het via de televisie overkwam.
Perspectief van de camera en het commentaar van tv-commentators kan ook illusie opwekken.
- Reciprocal e ects: er worden bepaalde shots gekozen waarin mensen om iets anders juichen
dan de context doet denken.
- Mensen gedragen zich anders wanneer er een camera is.
War of the Worlds event: radioluisteraars raken in paniek, ze geloofden de verhalen over oorlog.
Meer informatie opzoeken
Invasion from Mars
6 miljoen luisteraars naar broadcast
1/3 geloofden dat oorlog echt was, 70% was bang.
4 redenen waarom mensen broadcast geloofden:
1. Groot vertrouwen in radio
2. Timing: mensen verwachtten al een invasie bijvoorbeeld. Daar werd dan op ingespeeld.
3. Hoge kwaliteit broadcast met experts en in een echte setting.
4. Mensen die halverwege inkomen, te laat of te vroeg luisteren missen het hele verhaal.
3 user factors:
1. Critical ability: opleiding
2. Internal en external checks: hoeveel weet je zelf? Connecten met voorgaande kennis van
jezelf of vrienden die er meer over weten.
3. Suggestibility: geloof, meer emotionele of angstige mensen hebben ergens meer aanleg voor
om iets te geloven of te panikeren.
Boodschappen van terroristen: ze willen dat wij panikeren door hun boodschappen. Ze maken
hiervoor gebruik van de media.
ff
Weblecture module 1 - News Values
Wat is nieuws en waarom is het nieuws?
- Iets is nieuws wanneer het voor journalisten nieuwswaardig is.
- Nieuwsfactor is een eigenschap van onze werkelijkheid.
- Op internet is het vaak moeilijker om te achterhalen wie wat zegt.
- Gebeurtenissen zijn beweringen.
Bijvoorbeeld:
- Orkaan treft Florida
- Actie: iets wordt getro en, een gebeurtenis
- ARB structuur
Compendium
Human language
Over de vrijheid van drukpers en hoe dat veranderd is door media.
- Wie vond het medium uit?
- Hoe werd het gebruikt?
- Welke gedachten kregen we erover?
- Mensen kunnen met hun taal het hier en nu overbruggen, onderscheiden en overdragen.
- Toekomst, verleden, en gedachten bijvoorbeeld.
- Essentie van taal
- We kunnen verhalen vertellen: storytelling
- We kunnen ons verplaatsen in een andere wereld.
- Taal gaat over het maken van voorstellingen waar je niet bij bent: imagination.
- 95% van de termen om te praten over taal, zijn verleend aan de Grieken en Romeinen.
- Meta-communication
- Ethos, logos, pathos
- Ethos:
- Logos:
- Pathos:
- Logisch= allen + of -
- Door media creëer je een groter bereik, meer publiek.
- Telefoon
- Radio: massa communicatie.
- Televisie: drama, geloofsovertuigingen, minder respect politici.
- Social media: entertainment.
- Walter Lippmann: gender setting.
- David Manning White: gate keeping.
- Shannon & Weaver: information theory.
Galtung & Ruge
Criteria waaraan artikelen zouden moeten voldoen om nieuwswaardig te zijn.
- Frequentie
- Treshold: grensoverschrijdend.
- Intensiteit: is het iets waar we ons druk over maken?
- Toename of afname: meer of minder dan voorheen.
- Feiten
- Cultureel nabij
- Consonantie: past het bij onze verwachtingen?
- Onverwachts
ff
,- Relevantie
- Betekenisvol
- Schaarste
- Continuïteit
- Compositie
- Elitenaties, elitepersonen.
- Referentie naar personen of negativiteit.
Nieuwswaarden zijn additief en compensatorisch: iets is nieuws als het aan meerdere
nieuwswaarden criteria voldoet. Nieuwswaarden kunnen elkaar ook compenseren, nieuwe moet
minstens voldoen aan één nieuwswaarde.
Iets is nieuwswaardig als het dichtbij of negatief is. Iets wat ver van je afstaat kunnen alleen
nieuws worden als het negatief is. Als het dichtbij is, kan het ook positief zijn.
Stereotypering: je krijgt een beeld door een positief of negatief artikel over elite personen, leiders
of bekende mensen.
Harcup & Oneill
Hernoemen nieuwswaarden
Nieuwe nieuwswaarden:
- Entertainment
- Surprise: onverwacht, contrast met verleden.
- Follow up: al in nieuws geweest.
- Media agenda: typisch nieuws van journalisten.
- Power elite: elite personen.
- Magnitude: nummer van betrokken mensen.
- Relevantie
- Good news
- Bad news
Kwaliteitsdagbladen hebben andere nieuwswaarden dan andere bladen.
, Weblecture module 2 - Perceived realism
Wanneer iemand ergens in gelooft, dan wordt het zijn/haar realiteit.
Media reality: realiteit die voorgesteld is door de mass media. De consequentie van journalisten.
Het kan een andere realiteit zijn dan anderen ervaren over hetzelfde artikel.
Percieved realism: de manier waarop een mass media user beoordeeld of nieuws de realiteit is.
Hoe weten we of het de realiteit is of fake news is?
Mac Arthur Day study: Lang en Lang vroegen 31 studenten om met hen het Mac Arthur Day
event te observeren. Ze bestudeerden gedrag. Lang kon niet naar het event toe en bekeek het
vanaf de televisie. Ze observeerde het werk van journalisten. Ze gingen daarna vergelijken hoe het
event in de realiteit was en hoe het via de televisie overkwam.
Perspectief van de camera en het commentaar van tv-commentators kan ook illusie opwekken.
- Reciprocal e ects: er worden bepaalde shots gekozen waarin mensen om iets anders juichen
dan de context doet denken.
- Mensen gedragen zich anders wanneer er een camera is.
War of the Worlds event: radioluisteraars raken in paniek, ze geloofden de verhalen over oorlog.
Meer informatie opzoeken
Invasion from Mars
6 miljoen luisteraars naar broadcast
1/3 geloofden dat oorlog echt was, 70% was bang.
4 redenen waarom mensen broadcast geloofden:
1. Groot vertrouwen in radio
2. Timing: mensen verwachtten al een invasie bijvoorbeeld. Daar werd dan op ingespeeld.
3. Hoge kwaliteit broadcast met experts en in een echte setting.
4. Mensen die halverwege inkomen, te laat of te vroeg luisteren missen het hele verhaal.
3 user factors:
1. Critical ability: opleiding
2. Internal en external checks: hoeveel weet je zelf? Connecten met voorgaande kennis van
jezelf of vrienden die er meer over weten.
3. Suggestibility: geloof, meer emotionele of angstige mensen hebben ergens meer aanleg voor
om iets te geloven of te panikeren.
Boodschappen van terroristen: ze willen dat wij panikeren door hun boodschappen. Ze maken
hiervoor gebruik van de media.
ff
