SAMENVATTING CURSUS W&T
6. DE ONDERZOEKENDE HOUDING BIJ LEERLINGEN (PWP)
= staat eigenlijk voor onderzoeken leren.
Weet gewoon dat die term ook bestaat en weet voor wat het staat.
7. WERKVORMEN: DEMONSTRATIE EN PRACTICA (P. 77-86)
DOELEN
▪ soorten practica opsommen + beschrijven
▪ voor- en nadelen van verschillende vormen van practica benoemen
▪ practicum als werkvorm toepassen in de lessen wetenschappen en techniek
▪ verschil tussen demonstratie en practicum aangeven
▪ practicum en demonstratie in je LVB kunnen uitwerken
7.1. DEMONSTRATIE
= iets tonen op een aanschouwelijke manier dus niet alleen via taal.
(afbeeldingen, modellen, video, voorwerpen…)
Wanneer een demonstratie?
1
,Je kan een practica doen wanneer het materiaal moeilijk te hanteren is voor de leerlingen of wanneer het
materiaal te kostbaar is.
Functie van demonstratie?
Leerlingen verwerven kennis en inzichten door te kijken.
Als leerkracht sta je hier centraal.
- Onderwijsleergesprek en doceren vindt plaats
! een valkuil is dat je enkel werkt met een onderwijsleergesprek. Sommige informatie moet je tijdens
de demonstratie doceren, omdat leerlingen niet voldoende kennis over het onderwerp hebben.
- Bij een demonstratie kunnen lln het materiaal niet manipuleren
- Laat zelf ook zien dat je verbaas, verwonderd… bent → zo gaan leerlingen dit ook sneller doen
- Stel leerlingen vragen waarbij het materiaal nodig is om aan antwoorden te komen.
Stel waarnemings- en vergelijkingsvragen
Formuleer open vragen om inbreng te bevorderen (bv: wat is er anders aan deze appels?)
Klasopstelling?
een kring of hoefijzervorm, niet genoeg plaats? Zorg voor verhoging van de demonstratie.
7.1.1.WELKE DOELEN?
▪ Uitlokken van reacties
= je laat ze iets verrassend waarnemen dat ze erna kunnen onderzoeken.
▪ Aanleren van een vaardigheid
Bijvoorbeeld: kompas lezen, thermometer…. Daarna doen de leerlingen het zelf.
▪ Nauwkeurig waarnemen en onderzoeken van het materiaal
Als leerkracht stel je dan zelf onderzoeksvragen of waarnemingsvragen. Je kan de leerlingen vooraf
ook het resultaat laten voorspellen om dan samen te kijken.
7.1.2. UITVOERING
Zeer belangrijk dat je een demonstratie aanbrengt met een duidelijke structuur!!!
▪ Geef de leerlingen een duidelijke kijkopdracht zodat ze doelgericht kunnen observeren.
▪ Zorg voor een logische volgorde. Vaak is het nodig bepaalde fasen in de demonstratie aan te brengen.
Bij vaardigheden is het vaak gebruikelijk eerst de hele handeling te laten zien en daarna stapsgewijs de
onderdelen of verschillende fasen.
▪ Geef de mogelijkheid tot vragen stellen.
7.1.3. WAAR MOET IK REKENING MEE HOUDEN?
2
, ▪ Zorg dat je demonstratie goed inoefent
▪ Zorg ervoor dat ze zichtbaar is voor alle leerlingen
▪ Ondersteun demonstratie met een goed bordplan!
▪ Stel denkvragen aan de leerlingen als ondersteunende activiteit.
Enkele interessante tips:
1. Maak een verslagblad waar leerlingen op voorspellen, tekenen, noteren…
→ zo hebben de leerlingen meer geconcentreerd
2. Op voorhand waarnemings- en onderzoeksvragen bedenken.
3. Overbodige spullen aan de kant.
4. Laat je zoveel mogelijk door leerlingen assisteren.
5. Zorg voor afwisseling tijdens de activiteit. Het bevordert de concentratie wanneer je ze laat
opschrijven/tekenen wat ze waarnemen.
6. Geef veiligheidsinstructies! Wat in de klas veilig is, kan thuis gevaarlijk zijn.
7. Sluit de activiteit passend af: maak op het einde een samenvatting!
7.1.4. LEERLINGENACTIVITEIT
= de leerlingen luisteren goed, observeren en analyseren. Ze kunnen ook aantekeningen maken.
7.1.5. STERKTES EN ZWAKTES VAN DE WERKVORM
STERKTES:
▪ Info wordt concreet aangeboden
▪ Leerlingen zijn meestal zeer gemotiveerd en geïnteresseerd.
▪ Je kan stap voor stap het denkproces van de leerlingen mee begeleiden doordat het een leerkracht
gestuurde activiteit is.
▪ Er is veel modeling mogelijk.
ZWAKTES:
▪ Enkel bruikbaar bij info die je visueel kan maken
▪ Overzichtelijk blijven is soms moeilijk
7.2. PRACTICUM (PWP)
3
6. DE ONDERZOEKENDE HOUDING BIJ LEERLINGEN (PWP)
= staat eigenlijk voor onderzoeken leren.
Weet gewoon dat die term ook bestaat en weet voor wat het staat.
7. WERKVORMEN: DEMONSTRATIE EN PRACTICA (P. 77-86)
DOELEN
▪ soorten practica opsommen + beschrijven
▪ voor- en nadelen van verschillende vormen van practica benoemen
▪ practicum als werkvorm toepassen in de lessen wetenschappen en techniek
▪ verschil tussen demonstratie en practicum aangeven
▪ practicum en demonstratie in je LVB kunnen uitwerken
7.1. DEMONSTRATIE
= iets tonen op een aanschouwelijke manier dus niet alleen via taal.
(afbeeldingen, modellen, video, voorwerpen…)
Wanneer een demonstratie?
1
,Je kan een practica doen wanneer het materiaal moeilijk te hanteren is voor de leerlingen of wanneer het
materiaal te kostbaar is.
Functie van demonstratie?
Leerlingen verwerven kennis en inzichten door te kijken.
Als leerkracht sta je hier centraal.
- Onderwijsleergesprek en doceren vindt plaats
! een valkuil is dat je enkel werkt met een onderwijsleergesprek. Sommige informatie moet je tijdens
de demonstratie doceren, omdat leerlingen niet voldoende kennis over het onderwerp hebben.
- Bij een demonstratie kunnen lln het materiaal niet manipuleren
- Laat zelf ook zien dat je verbaas, verwonderd… bent → zo gaan leerlingen dit ook sneller doen
- Stel leerlingen vragen waarbij het materiaal nodig is om aan antwoorden te komen.
Stel waarnemings- en vergelijkingsvragen
Formuleer open vragen om inbreng te bevorderen (bv: wat is er anders aan deze appels?)
Klasopstelling?
een kring of hoefijzervorm, niet genoeg plaats? Zorg voor verhoging van de demonstratie.
7.1.1.WELKE DOELEN?
▪ Uitlokken van reacties
= je laat ze iets verrassend waarnemen dat ze erna kunnen onderzoeken.
▪ Aanleren van een vaardigheid
Bijvoorbeeld: kompas lezen, thermometer…. Daarna doen de leerlingen het zelf.
▪ Nauwkeurig waarnemen en onderzoeken van het materiaal
Als leerkracht stel je dan zelf onderzoeksvragen of waarnemingsvragen. Je kan de leerlingen vooraf
ook het resultaat laten voorspellen om dan samen te kijken.
7.1.2. UITVOERING
Zeer belangrijk dat je een demonstratie aanbrengt met een duidelijke structuur!!!
▪ Geef de leerlingen een duidelijke kijkopdracht zodat ze doelgericht kunnen observeren.
▪ Zorg voor een logische volgorde. Vaak is het nodig bepaalde fasen in de demonstratie aan te brengen.
Bij vaardigheden is het vaak gebruikelijk eerst de hele handeling te laten zien en daarna stapsgewijs de
onderdelen of verschillende fasen.
▪ Geef de mogelijkheid tot vragen stellen.
7.1.3. WAAR MOET IK REKENING MEE HOUDEN?
2
, ▪ Zorg dat je demonstratie goed inoefent
▪ Zorg ervoor dat ze zichtbaar is voor alle leerlingen
▪ Ondersteun demonstratie met een goed bordplan!
▪ Stel denkvragen aan de leerlingen als ondersteunende activiteit.
Enkele interessante tips:
1. Maak een verslagblad waar leerlingen op voorspellen, tekenen, noteren…
→ zo hebben de leerlingen meer geconcentreerd
2. Op voorhand waarnemings- en onderzoeksvragen bedenken.
3. Overbodige spullen aan de kant.
4. Laat je zoveel mogelijk door leerlingen assisteren.
5. Zorg voor afwisseling tijdens de activiteit. Het bevordert de concentratie wanneer je ze laat
opschrijven/tekenen wat ze waarnemen.
6. Geef veiligheidsinstructies! Wat in de klas veilig is, kan thuis gevaarlijk zijn.
7. Sluit de activiteit passend af: maak op het einde een samenvatting!
7.1.4. LEERLINGENACTIVITEIT
= de leerlingen luisteren goed, observeren en analyseren. Ze kunnen ook aantekeningen maken.
7.1.5. STERKTES EN ZWAKTES VAN DE WERKVORM
STERKTES:
▪ Info wordt concreet aangeboden
▪ Leerlingen zijn meestal zeer gemotiveerd en geïnteresseerd.
▪ Je kan stap voor stap het denkproces van de leerlingen mee begeleiden doordat het een leerkracht
gestuurde activiteit is.
▪ Er is veel modeling mogelijk.
ZWAKTES:
▪ Enkel bruikbaar bij info die je visueel kan maken
▪ Overzichtelijk blijven is soms moeilijk
7.2. PRACTICUM (PWP)
3
