PPT 18: KONIJN
Inleiding
- hazen + konijnen: behoren tot familie v/d Leporidae
o orde haasachtigen / Lagomorpha (Duplicidentata – snijtanden en
stifttanden)
- konijn enige soort in geslacht Oryctolagus (gravende haas)
- Lagomorpha: knagende dieren, GEEN knaagdieren!
o orde Rodentia (Simplicidentata – geen stifttanden)
- beide orden: snijtanden groeien levenslang
o afslijten door knagen, anders gebitsafwijkingen
Konijn in een notendop
- schemerdieren: sociale dieren
- leven in gangenstelsel (ontsnappingsspecialist!)
- kleine monogastrische herbivoor
- gevoelig maagdarmstelsel (microbioom)
- coprofagie (eten eerste zachte keutels op, die nog eens
verteerd moeten worden)
- tanden groeien door, moeten gevijld worden
- stifttanden in bovenkaak
- olifantentanden
- ram(melaar), moer of voedster, lampreien of kittens
- leeftijd in wild 9j , tam max. 12j (oudste: 18j 10m)
Konijn en haas in een notendop
- hazen en konijnen kunnen NIET gekruist worden
- beiden geïnduceerde ovulatie: prikkel eisprong door
dekking
- beiden voeden jongen 1x/dag, 5 min lang
- zeer productief in voortplanting: 1 paar kan 50 jongen per jaar produceren
- verschillen in voortplanting:
o drachtduur: H 42 dagen, K 30 dagen
o nest: H hazenleger, K ondergronds hol
o jongen: H nestvlieders (behaard, open ogen), K
nestblijvers (naakt en blind)
K veel meer jongen dan H
pasgeboren konijnenjongen VS hazenjong
Konijn witte staart zichtbaar bij vlucht
Konijn
- witte staart zichtbaar bij vlucht, want wipt op tijdens lopen
- 40 km/h
Haas
- geen witte staart zichtbaar, want wipt niet op tijdens lopen
- 70-80 km/h
- veel langere achterbenen
- langere oren
- vrouwtjes lopen weg, trappen tegen voorhoofd ram als ze niets willen
Domesticatie konijn
- recent: Romeinse tijd
1. Leporaria (100 BC)
1
, 2. Laurices (600 AD)
3. Morfologie (18de eeuw)
- na laatste Ijstijd: alleen wilde konijnen in Noord-West Afrika en Iberische
schiereilanden
- Feniciërs noemden Iberische schiereiland in 1100 BC I-Shpania (land der
klipdassen)
- later verbasterd door Romeinen tot Hispania
1. Leporaria
- na verovering Spanje hielden Romeinen konijnen in ommuurde tuinen met diepe
funderingen
- konijn beschouwd als lekkernij, verder met Romeinen verspreid door Europa als
jachtwild
- haas ook gegeerd vlees, maar kon niet gedomesticeerd worden
2. Laurices
- AD 600: monniken slager erin konijn te kweken in hokken
- pasgeboren konijnen (‘laurices’) zouden kunnen gegeten worden i/d
vasten
- AD 1100: konijnen ingevoerd in Engeland en gehouden in
konijnendoolhoven of warandes
- konijnenvangen in Middeleeuwen
- in lage landen
o konijnenwarandes in duinen: jacht door
adel
o 3 types konijnenhouderij:
in steden
in boerderijen
in duinen en zandgronden
3. Morfologie
- 16de eeuw: eerste schilderijen met anders gekleurde konijnen
- 18de eeuw: eerste meldingen van echte rassen in UK
Verspreidingsgebied wild konijn
Konijnenplaag Australië
- 1859: 24 wilde konijnen uitgezet in Australië door Thomas Austin
- 10 jaar later: 2 milj. per jaar geschoten zonder effect op bestand
- afwezigheid natuurlijke vijand landbouwplaag en uitroeiing inheemse planten
en dieren
- 1901-1907: bouw hek om West-Australië te beschermen
- 1950: gebruik van Myxomavirus om plaag in te dijken
Invasieve exoten
Invasieve soorten = soorten die zich buiten hun oorspronkelijke verspreidingsgebied
hebben gevestigd en door aanwezigheid of groei populatie bedreiging vormen van
inheemse soorten kunnen bedreiging vormen voor biodiversiteit
bv. reuzenberenklauw, Japanse duizendknoop, buxusmot, rode koningskrab, muskusrat
of waterkonijn…
2
Inleiding
- hazen + konijnen: behoren tot familie v/d Leporidae
o orde haasachtigen / Lagomorpha (Duplicidentata – snijtanden en
stifttanden)
- konijn enige soort in geslacht Oryctolagus (gravende haas)
- Lagomorpha: knagende dieren, GEEN knaagdieren!
o orde Rodentia (Simplicidentata – geen stifttanden)
- beide orden: snijtanden groeien levenslang
o afslijten door knagen, anders gebitsafwijkingen
Konijn in een notendop
- schemerdieren: sociale dieren
- leven in gangenstelsel (ontsnappingsspecialist!)
- kleine monogastrische herbivoor
- gevoelig maagdarmstelsel (microbioom)
- coprofagie (eten eerste zachte keutels op, die nog eens
verteerd moeten worden)
- tanden groeien door, moeten gevijld worden
- stifttanden in bovenkaak
- olifantentanden
- ram(melaar), moer of voedster, lampreien of kittens
- leeftijd in wild 9j , tam max. 12j (oudste: 18j 10m)
Konijn en haas in een notendop
- hazen en konijnen kunnen NIET gekruist worden
- beiden geïnduceerde ovulatie: prikkel eisprong door
dekking
- beiden voeden jongen 1x/dag, 5 min lang
- zeer productief in voortplanting: 1 paar kan 50 jongen per jaar produceren
- verschillen in voortplanting:
o drachtduur: H 42 dagen, K 30 dagen
o nest: H hazenleger, K ondergronds hol
o jongen: H nestvlieders (behaard, open ogen), K
nestblijvers (naakt en blind)
K veel meer jongen dan H
pasgeboren konijnenjongen VS hazenjong
Konijn witte staart zichtbaar bij vlucht
Konijn
- witte staart zichtbaar bij vlucht, want wipt op tijdens lopen
- 40 km/h
Haas
- geen witte staart zichtbaar, want wipt niet op tijdens lopen
- 70-80 km/h
- veel langere achterbenen
- langere oren
- vrouwtjes lopen weg, trappen tegen voorhoofd ram als ze niets willen
Domesticatie konijn
- recent: Romeinse tijd
1. Leporaria (100 BC)
1
, 2. Laurices (600 AD)
3. Morfologie (18de eeuw)
- na laatste Ijstijd: alleen wilde konijnen in Noord-West Afrika en Iberische
schiereilanden
- Feniciërs noemden Iberische schiereiland in 1100 BC I-Shpania (land der
klipdassen)
- later verbasterd door Romeinen tot Hispania
1. Leporaria
- na verovering Spanje hielden Romeinen konijnen in ommuurde tuinen met diepe
funderingen
- konijn beschouwd als lekkernij, verder met Romeinen verspreid door Europa als
jachtwild
- haas ook gegeerd vlees, maar kon niet gedomesticeerd worden
2. Laurices
- AD 600: monniken slager erin konijn te kweken in hokken
- pasgeboren konijnen (‘laurices’) zouden kunnen gegeten worden i/d
vasten
- AD 1100: konijnen ingevoerd in Engeland en gehouden in
konijnendoolhoven of warandes
- konijnenvangen in Middeleeuwen
- in lage landen
o konijnenwarandes in duinen: jacht door
adel
o 3 types konijnenhouderij:
in steden
in boerderijen
in duinen en zandgronden
3. Morfologie
- 16de eeuw: eerste schilderijen met anders gekleurde konijnen
- 18de eeuw: eerste meldingen van echte rassen in UK
Verspreidingsgebied wild konijn
Konijnenplaag Australië
- 1859: 24 wilde konijnen uitgezet in Australië door Thomas Austin
- 10 jaar later: 2 milj. per jaar geschoten zonder effect op bestand
- afwezigheid natuurlijke vijand landbouwplaag en uitroeiing inheemse planten
en dieren
- 1901-1907: bouw hek om West-Australië te beschermen
- 1950: gebruik van Myxomavirus om plaag in te dijken
Invasieve exoten
Invasieve soorten = soorten die zich buiten hun oorspronkelijke verspreidingsgebied
hebben gevestigd en door aanwezigheid of groei populatie bedreiging vormen van
inheemse soorten kunnen bedreiging vormen voor biodiversiteit
bv. reuzenberenklauw, Japanse duizendknoop, buxusmot, rode koningskrab, muskusrat
of waterkonijn…
2