Leerdoelen
1. Zit er elektriciteit in ons brein en zo ja, hoe zit dit dan in elkaar en hoe ziet dit eruit?
2. Wat zijn neurotransmitters en wat hebben ze voor functie?
3. Hoe werken neurotransmitters en elektriciteit samen in de hersenen?
Vignet 4 (huiswerkopdracht).
Bronnen Kalat, Pinel, Toates en de filmpjes op PsyWeb
___________________________________________________________________________
Neuronen
Gedrag komt tot stand via ons lichaam. Zenuwstelsel opgebouwd uit zenuwcellen en neuronen. Neuron is gespecialiseerd
om informatie te ontvangen en door te geven aan andere cellen. Boodschappen kunnen heel selectief naar bepaalde
ontvanger gestuurd worden, dmv elektriciteit en chemische stoffen.
“Neuronen genereren actiepotentialen en communiceren met elkaar via neurotransmitters die worden afgegeven bij de
presynaptische terminal / synaps.”
Actiepotentiaal: kort elektrisch signaal/puls.
Neurotransmitters: chemische stofjes.
Synaps: plek waar, in reactie op het elektrische signaal, chemische stofjes worden afgegeven.
Dus binnenin de neuronen gaat de overdracht door middel van elektrische pulsen, tussen de neuronen gaat de overdracht
door middel van chemische stofjes.
Potentialen
Meerdere fasen gedurende de overdracht door elektrische pulsen: rustfase, actiepotentiaal en herstelfase.
Potentiaal: spanningsverschil, ontstaat door geladen ionen: kleine moleculen met elektrische lading.
Vier soorten ionen bij rustpotentiaal:
1) Potassium (Kalium +); grotere concentratie in de intracellulaire ruimte
2) Proteïne (-); grotere concentratie in de intracellulaire ruimte
3) Sodium (Natrium +); grotere concentratie in de extracellulaire ruimte
4) Chloride (Cl -); grotere concentratie in de extracellulaire ruimte
Celmembraan van neuron vormt soort ‘isolatie’ waar geladen deeltjes niet zomaar doorheen kunnen en houdt neuron bij
elkaar.
Rustpotentiaal: vloeistof binnen neuron heeft elektrisch potentiaal van -70mV. Hierdoor mogelijk om snel actiepotentiaal
te genereren.
● Membraanpotentiaal: verschil in elektrische lading tussen binnen- en buitenkant van cel.
● Celmembraan is selectief doorlatend: geladen deeltjes gaan alleen via specifieke kanalen (ion-channels). Deze
zijn soms open, soms dicht.
○ Kaliumkanalen bijna helemaal dicht tijdens rustfase
○ Natriumkanalen helemaal dicht tijdens rustfase
● Sodium-potassium pomp: mechanisme dat elke keer 2 kalium ionen binnenpompt, 3 natrium ionen uitpompt.
→ neuron wordt gepolariseerd: verschil in spanning tussen ene en andere kant van celmembraan.
○ binnen negatief
○ buiten positief
● Electrical gradient/electrostatic pressure: Verschil in lading tussen de binnen- en buitenkant. ionen van zelfde
lading (positief positief) stoten af, ionen van tegengestelde lading (positief negatief) trekken aan
● Concentration gradient/random motion: Verschil in distributie van ionen over het membraan. Ionen geneigd
van hoge concentratiegebieden naar lage concentratiegebieden te gaan.
, Overzicht “random motion”
Sodium (Na+) Potassium (K+)
Positief geladen Positief geladen
Wordt de cel ingetrokken door electricial gradient en door Wordt de cel ingetrokken door electricial gradient, maar
concentration gradient, want de meeste Na+-ionen liggen door concentration gradient juist eruit, er zitten meer K+-
buiten de cel ionen in de cel
Actiepotentiaal: korte elektrische golf die door axon gaat.
1. Rustfase: -70 mV, Na+ en K+ kanalen gesloten, dit doet de sodium-potassiumpomp
2. Depolarisatie: Rustpotentiaal wordt verminderd: binnenkant positiever en buitenkant negatiever
Exciterende (=stimulerende) postsynaptische potentialen (EPSPs) zorgen voor depolarisaties.
Alle postsynaptische potentialen worden bij elkaar opgeteld en indien er voldoende EPSPs zijn om de