Datum: 3 december 2023
Zaaknummer: []
Rechtbank Den Haag
Prins Clauslaan 60
2595 AJ Den Haag
Nederland
Inzake: Internationale kinderontvoering
Meneer Tom, verzoeker
Wonende te Bari, Italië
Vertegenwoordigd door: advocaat []
TEGEN:
Mevrouw Anna, verweerster
Wonende te Amsterdam, Nederland
Vertegenwoordigd door:
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de moeder en de vader.
In het geschil wordt als belanghebbende aangemerkt:
Minderjarige, Sam, geboren op [] te Italië
Practicum opdracht 3
, Inleiding
Mijnheer/mevrouw de Voorzitter, geachte leden van de rechtbank. We zijn hier vandaag
omdat een teruggeleidingsprocedure is gestart ten aanzien van minderjarige, Sam. Ik zal
namens mijn cliënt betogen dat geen sprake is van internationale kinderontvoering in de zin
van artikel 3 Haags Kinderontvoeringsverdrag (hierna: HKOV), dan wel sprake is van een
weigeringsgrond, waardoor het teruggeleidingsverzoek moet worden afgewezen.
Feiten
Moeder en vader ontmoeten elkaar in de zomer van 2022 en treden in december 2022 met
elkaar in het huwelijk. Beide bezitten de Nederlandse nationaliteit. Uit hun huwelijk wordt in
juni 2023 hun zoon Sam (Nederlandse nationaliteit 1) geboren, te Bari. Vader en moeder
bezitten gezamenlijk het gezag over Sam en oefenen dit daadwerkelijk uit. 2 Uit een eerder
huwelijk heeft moeder al een dochter, Sophie, van twaalf jaar, woonachtig in Nederland.
Moeder trekt gedeeltelijk in bij haar man in Bari, maar behoudt haar huurhuis in Amsterdam
en gaat hier regelmatig naar terug. Zo ook in september 2023 als zij met de pasgeboren Sam
naar Nederland vliegt. Eind oktober keert moeder weer even terug met Sam naar Bari, maar
het volgende weekend vliegt zij weer naar Nederland om bij haar dochter te zijn. Moeder laat
vader weten nog wat langer te blijven. Hierop heeft vader een teruggeleidingsprocedure bij de
rechtbank gestart.
Juridisch kader
In internationale kinderontvoeringszaken worden in aanvulling op het HKOV (onder meer) de
regels van de Uitvoeringswet internationale kinderontvoering en, binnen de lidstaten van de
Europese Unie, de bepalingen van de Verordening Brussel IIter toegepast.
De procedure wordt gevoerd in het land waar het kind op dat moment verblijft, waardoor de
Nederlandse rechter bevoegd is. Artikel 11 lid 1 Uitvoeringswet internationale
kinderontvoering bepaalt dat rechtbank Den Haag bevoegd is kennis te nemen van deze zaak.
1
Sam heeft de Italiaanse nationaliteit niet bij geboorte verkregen, ervan uitgaande dat zijn ouders enkel de
Nederlandse nationaliteit bezitten evenals zijn grootouders.
2
Wie gezag over een kind heeft c.q. hebben, wordt bepaald aan de hand van het recht van de Staat waar het
kind zijn gewone verblijfplaats heeft (artikel 3 sub a HKOV). Als gevolg van hun huwelijk hebben zij echter naar
zowel Nederlands (1:251 BW) als Italiaans recht gezamenlijk gezag verkregen.
1
Zaaknummer: []
Rechtbank Den Haag
Prins Clauslaan 60
2595 AJ Den Haag
Nederland
Inzake: Internationale kinderontvoering
Meneer Tom, verzoeker
Wonende te Bari, Italië
Vertegenwoordigd door: advocaat []
TEGEN:
Mevrouw Anna, verweerster
Wonende te Amsterdam, Nederland
Vertegenwoordigd door:
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de moeder en de vader.
In het geschil wordt als belanghebbende aangemerkt:
Minderjarige, Sam, geboren op [] te Italië
Practicum opdracht 3
, Inleiding
Mijnheer/mevrouw de Voorzitter, geachte leden van de rechtbank. We zijn hier vandaag
omdat een teruggeleidingsprocedure is gestart ten aanzien van minderjarige, Sam. Ik zal
namens mijn cliënt betogen dat geen sprake is van internationale kinderontvoering in de zin
van artikel 3 Haags Kinderontvoeringsverdrag (hierna: HKOV), dan wel sprake is van een
weigeringsgrond, waardoor het teruggeleidingsverzoek moet worden afgewezen.
Feiten
Moeder en vader ontmoeten elkaar in de zomer van 2022 en treden in december 2022 met
elkaar in het huwelijk. Beide bezitten de Nederlandse nationaliteit. Uit hun huwelijk wordt in
juni 2023 hun zoon Sam (Nederlandse nationaliteit 1) geboren, te Bari. Vader en moeder
bezitten gezamenlijk het gezag over Sam en oefenen dit daadwerkelijk uit. 2 Uit een eerder
huwelijk heeft moeder al een dochter, Sophie, van twaalf jaar, woonachtig in Nederland.
Moeder trekt gedeeltelijk in bij haar man in Bari, maar behoudt haar huurhuis in Amsterdam
en gaat hier regelmatig naar terug. Zo ook in september 2023 als zij met de pasgeboren Sam
naar Nederland vliegt. Eind oktober keert moeder weer even terug met Sam naar Bari, maar
het volgende weekend vliegt zij weer naar Nederland om bij haar dochter te zijn. Moeder laat
vader weten nog wat langer te blijven. Hierop heeft vader een teruggeleidingsprocedure bij de
rechtbank gestart.
Juridisch kader
In internationale kinderontvoeringszaken worden in aanvulling op het HKOV (onder meer) de
regels van de Uitvoeringswet internationale kinderontvoering en, binnen de lidstaten van de
Europese Unie, de bepalingen van de Verordening Brussel IIter toegepast.
De procedure wordt gevoerd in het land waar het kind op dat moment verblijft, waardoor de
Nederlandse rechter bevoegd is. Artikel 11 lid 1 Uitvoeringswet internationale
kinderontvoering bepaalt dat rechtbank Den Haag bevoegd is kennis te nemen van deze zaak.
1
Sam heeft de Italiaanse nationaliteit niet bij geboorte verkregen, ervan uitgaande dat zijn ouders enkel de
Nederlandse nationaliteit bezitten evenals zijn grootouders.
2
Wie gezag over een kind heeft c.q. hebben, wordt bepaald aan de hand van het recht van de Staat waar het
kind zijn gewone verblijfplaats heeft (artikel 3 sub a HKOV). Als gevolg van hun huwelijk hebben zij echter naar
zowel Nederlands (1:251 BW) als Italiaans recht gezamenlijk gezag verkregen.
1