Samenwerkend Leren Samenvatting
Week 1 t/m 18
1
,Duurzaamheid: Voedingspatronen met een lage milieubelasting. Duurzaamheid
is het zorgen voor evenwicht tussen mens, milieu en economie om de aarde niet
uit te putten. Voor nu, maar ook voor de komende generaties. Het voorzien in
onze eigen behoeften moet dus in evenwicht zijn met dat wat de aarde aankan.
Focus op future generations.
Voedselzekerheid: Het op de lange termijn zorgen voor voldoende voedsel. Dit
houdt in dat je altijd fysieke, sociale en economische toegang hebt tot voldoende
en veilig voedsel.
Voedselafdruk: De voedselvoetafdruk geeft het gedeelte van de voetafdruk aan
dat te maken heeft met ons voedingspatroon. Het gaat om de ruimte- en het
energieverbruik dat de productie van het voedsel vraagt. Food Miles/
Voedselkilometers is een begrip dat staat voor de afstand die een product aflegt
tussen productie en consumptie. Dit beschrijft hoe (Sustainability) duurzaamheid
van een product.
Persoonlijke voedselafdruk: 1,1 hectare landbouwgrond.
Insecten: Kunnen dienen als voedselalternatief. Insecten zijn rijk aan eiwitten,
vitaminen, mineralen e essentiële vetzuren.
Sustainability: De eigenschap van het weinig of geen schade toebrengen aan
het milieu en daardoor lang kunnen voortduren.
GMO (genetisch gemodificeerd organisme): Dat het DNA van de organismen
bewust door de mens is aangepast, zodat de werking verandert. VB. tomaten die
langer houdbaar zijn en mais die beter bestand is tegen rupsenvraat.
Food Miles: Voedselkilometers, een begrip dat staat voor de afstand die een
product aflegt tussen productie en consumptie. Dit beschrijft de duurzaamheid
van een product.
Heemijzer = dierlijk
Non-heemijzer = plantaardig
Quantum satis = Hoeveelheid die nodig is
Hoe kun je gerechten duurzamer en gezonder maken?
Gebruik lokale producten, biologische producten, vervangen voor gezondere
producten.
Behoefte is een tekort aan iets wat je wilt aanvullen, een innerlijke onrust.
Normen = Algemene regels. Voorbeeld: Op tijd komen, elkaar laten uitpraten,
afval gooi je niet op straat.
Waardes = Waar jij in gelooft, of achterstaat. Voorbeeld: Respect, gelijkheid,
rechtvaardigheid.
2
,Business to Consumer (B2C) = Betekent dat bedrijven direct hun diensten en
producten verkopen aan de klant. Vaak ligt de drempel hierdoor lager bv. bij
online winkelen.
Business to Business (B2B) = (zakelijke marketing) = Deze vorm van
marketing richt zich op klanten die na aankoop, opnieuw waarde toevoegen aan
het product of dienst. Transacties tussen 2 bedrijven.
B2B richt zich op online platforms om producten en diensten bij andere bedrijven
te verkopen. Wordt ook gezien als investering. Bij B2B heeft ook meer
contactmomenten en heeft een rationeler beslissingsproces. Voorbeeld:
Zakenbanken, productiebedrijven, groothandels. Van organisatie naar
organisatie.
Deze vorm van marketing richt zich op klanten die na aankoop, op hun beurt
opnieuw waarde toevoegen aan het product of dienst. Dit wordt in jargon de
zakelijke markt genoemd. Op drie manieren kan er waarde toegevoegd worden
aan het product of de dienst;
1. Grondstoffen worden gebruikt om een nieuw product te vervaardigen. We
noemen dit nieuwe product een halffabricaat of eindproduct, afhankelijk
van waar het zich in de bedrijfsketen bevindt.
2. Inkoop voor operationele redenen. De organisatie heeft geen intentie
om het product of dienst in een bewerkte of onbewerkte vorm door te
verkopen, maar doet de aankoop om haar organisatie draaiende te
houden. Denk bijvoorbeeld aan de diensten van een accountant of
kantoorsoftware voor eigen gebruik.
3. Doorverkoop van goederen of diensten zonder dat de fysieke
samenstelling van het product of dienst sterk verandert. Eenvoudig gezegd
zijn dit wederverkopers. Een voorbeeld hiervan is een speelgoedwinkel die
zijn goederen inkoopt bij een producent. De speelgoedwinkelier verandert
niets aan het product zelf, maar voegt waarde toe
middels prijs, plaats en promotie vanuit de marketingmix.
B2C richten bedrijven zich op consumenten, er wordt hier gefocust op de emotie
en verlangen van de klant. Voorbeeld: Albert Heijn, Jumbo, Plus, Wehkamp, H&M.
B2C-marketing wordt ook wel consumentenmarketing genoemd.
Verschillen tussen de 2: B2B is groter dan B2C (72% is B2B)
3
, Verschil in omvang in: Omzetten, Aantal afnemers en Orderwaarde.
Verschil in aankoopfrequentie; waarbij de frequentie bij B2B vaker
voorspelbaar is.
Verschil in informatievoorziening en behoeften: B2C emotioneler van aard,
B2B zijn aankooptrajecten algemeen langer en gecompliceerder, B2B is er
vaak sprake van een inkoopafdeling met veel inhoudelijke kennis van het
product of de dienst en alle mogelijke levercondities en B2c gaat over
verkoop eindproduct.
Duurzaamheid op het gebied van voeding
- Eet minder vlees en meer peulvruchten, noten en plantaardige
eiwitten.
- Verspil minder voedsel.
- Niet meer eten dan nodig (obesitas).
- Alcohol, fruitsappen en frisdranken vervangen door kraanwater, thee
en/of koffie.
Waarom andere eiwitbronnen?
- Toename vraag vlees: 76% (nu 68% land voor veeteelt)
- Veeteelt verantwoordelijk voor: Broeikasgassen >14% en ammonia
59-71%.
- 20.0000 - 40.000 liter water voor 1 kg rundvlees
- Ontbossing, gronderosie, desertificatie, verlies van biodiversiteit,
volksgezondheid, waterverontreiniging
De stappen van productieontwikkeling
1) Strategische fase -Welke kant gaan we op, wat willen we maken? -Welke
toegevoegde waarde gaat ons product hebben?
2) Creatiefase -Op papier creëren
3) Ontwikkelingsfase - Testfase, het ontwikkelen
4) Realisatie fase - Hoe op de markt brengen? Marketing plan (verpakking etc.)
5) Evaluatiefase
4
Week 1 t/m 18
1
,Duurzaamheid: Voedingspatronen met een lage milieubelasting. Duurzaamheid
is het zorgen voor evenwicht tussen mens, milieu en economie om de aarde niet
uit te putten. Voor nu, maar ook voor de komende generaties. Het voorzien in
onze eigen behoeften moet dus in evenwicht zijn met dat wat de aarde aankan.
Focus op future generations.
Voedselzekerheid: Het op de lange termijn zorgen voor voldoende voedsel. Dit
houdt in dat je altijd fysieke, sociale en economische toegang hebt tot voldoende
en veilig voedsel.
Voedselafdruk: De voedselvoetafdruk geeft het gedeelte van de voetafdruk aan
dat te maken heeft met ons voedingspatroon. Het gaat om de ruimte- en het
energieverbruik dat de productie van het voedsel vraagt. Food Miles/
Voedselkilometers is een begrip dat staat voor de afstand die een product aflegt
tussen productie en consumptie. Dit beschrijft hoe (Sustainability) duurzaamheid
van een product.
Persoonlijke voedselafdruk: 1,1 hectare landbouwgrond.
Insecten: Kunnen dienen als voedselalternatief. Insecten zijn rijk aan eiwitten,
vitaminen, mineralen e essentiële vetzuren.
Sustainability: De eigenschap van het weinig of geen schade toebrengen aan
het milieu en daardoor lang kunnen voortduren.
GMO (genetisch gemodificeerd organisme): Dat het DNA van de organismen
bewust door de mens is aangepast, zodat de werking verandert. VB. tomaten die
langer houdbaar zijn en mais die beter bestand is tegen rupsenvraat.
Food Miles: Voedselkilometers, een begrip dat staat voor de afstand die een
product aflegt tussen productie en consumptie. Dit beschrijft de duurzaamheid
van een product.
Heemijzer = dierlijk
Non-heemijzer = plantaardig
Quantum satis = Hoeveelheid die nodig is
Hoe kun je gerechten duurzamer en gezonder maken?
Gebruik lokale producten, biologische producten, vervangen voor gezondere
producten.
Behoefte is een tekort aan iets wat je wilt aanvullen, een innerlijke onrust.
Normen = Algemene regels. Voorbeeld: Op tijd komen, elkaar laten uitpraten,
afval gooi je niet op straat.
Waardes = Waar jij in gelooft, of achterstaat. Voorbeeld: Respect, gelijkheid,
rechtvaardigheid.
2
,Business to Consumer (B2C) = Betekent dat bedrijven direct hun diensten en
producten verkopen aan de klant. Vaak ligt de drempel hierdoor lager bv. bij
online winkelen.
Business to Business (B2B) = (zakelijke marketing) = Deze vorm van
marketing richt zich op klanten die na aankoop, opnieuw waarde toevoegen aan
het product of dienst. Transacties tussen 2 bedrijven.
B2B richt zich op online platforms om producten en diensten bij andere bedrijven
te verkopen. Wordt ook gezien als investering. Bij B2B heeft ook meer
contactmomenten en heeft een rationeler beslissingsproces. Voorbeeld:
Zakenbanken, productiebedrijven, groothandels. Van organisatie naar
organisatie.
Deze vorm van marketing richt zich op klanten die na aankoop, op hun beurt
opnieuw waarde toevoegen aan het product of dienst. Dit wordt in jargon de
zakelijke markt genoemd. Op drie manieren kan er waarde toegevoegd worden
aan het product of de dienst;
1. Grondstoffen worden gebruikt om een nieuw product te vervaardigen. We
noemen dit nieuwe product een halffabricaat of eindproduct, afhankelijk
van waar het zich in de bedrijfsketen bevindt.
2. Inkoop voor operationele redenen. De organisatie heeft geen intentie
om het product of dienst in een bewerkte of onbewerkte vorm door te
verkopen, maar doet de aankoop om haar organisatie draaiende te
houden. Denk bijvoorbeeld aan de diensten van een accountant of
kantoorsoftware voor eigen gebruik.
3. Doorverkoop van goederen of diensten zonder dat de fysieke
samenstelling van het product of dienst sterk verandert. Eenvoudig gezegd
zijn dit wederverkopers. Een voorbeeld hiervan is een speelgoedwinkel die
zijn goederen inkoopt bij een producent. De speelgoedwinkelier verandert
niets aan het product zelf, maar voegt waarde toe
middels prijs, plaats en promotie vanuit de marketingmix.
B2C richten bedrijven zich op consumenten, er wordt hier gefocust op de emotie
en verlangen van de klant. Voorbeeld: Albert Heijn, Jumbo, Plus, Wehkamp, H&M.
B2C-marketing wordt ook wel consumentenmarketing genoemd.
Verschillen tussen de 2: B2B is groter dan B2C (72% is B2B)
3
, Verschil in omvang in: Omzetten, Aantal afnemers en Orderwaarde.
Verschil in aankoopfrequentie; waarbij de frequentie bij B2B vaker
voorspelbaar is.
Verschil in informatievoorziening en behoeften: B2C emotioneler van aard,
B2B zijn aankooptrajecten algemeen langer en gecompliceerder, B2B is er
vaak sprake van een inkoopafdeling met veel inhoudelijke kennis van het
product of de dienst en alle mogelijke levercondities en B2c gaat over
verkoop eindproduct.
Duurzaamheid op het gebied van voeding
- Eet minder vlees en meer peulvruchten, noten en plantaardige
eiwitten.
- Verspil minder voedsel.
- Niet meer eten dan nodig (obesitas).
- Alcohol, fruitsappen en frisdranken vervangen door kraanwater, thee
en/of koffie.
Waarom andere eiwitbronnen?
- Toename vraag vlees: 76% (nu 68% land voor veeteelt)
- Veeteelt verantwoordelijk voor: Broeikasgassen >14% en ammonia
59-71%.
- 20.0000 - 40.000 liter water voor 1 kg rundvlees
- Ontbossing, gronderosie, desertificatie, verlies van biodiversiteit,
volksgezondheid, waterverontreiniging
De stappen van productieontwikkeling
1) Strategische fase -Welke kant gaan we op, wat willen we maken? -Welke
toegevoegde waarde gaat ons product hebben?
2) Creatiefase -Op papier creëren
3) Ontwikkelingsfase - Testfase, het ontwikkelen
4) Realisatie fase - Hoe op de markt brengen? Marketing plan (verpakking etc.)
5) Evaluatiefase
4
