PSYCHOFARMACOLOGIE
1. INLEIDING
Het biologisch verklaringsmodel: een ontegensprekelijk samenhang tussen het lichaam & de geest. We kunnen
psychische symptomen dan ook vaak verklaren vanuit een somatische afwijking.
Via psychotherapie: biologische veranderingen veroorzaken in het voordeel vd cliënt
Medicatie: veroorzaakt veranderingen die psychische gevolgen zullen hebben (basis vd therapie)
Het Bio-psycho-sociaal model
Wij als Belgen gebruiken de meeste medicijnen per
persoon per dag
2. PSYCHOFARMACOLOGIE: DE WERKING VAN GENEESMIDDELEN
Bij de informatieoverdracht van neuronen, zullen we met medicatie een verschil proberen te maken.
(= neurotransmissie)
Receptor kunnen we blokkeren of faciliteren.
Faciliteren: beter doen werken (lijkt op
receptor)
Blokkeren: vb. medicatie voor hallucinatie
Faciliteren: vb. slaapmiddelen (sederend)
Adaptatie van een cel!
Desensitisatie: vermindering vd respons vd zenuwcel na herhaalde toediening van een agonist. (De
signaaltransductie verloop niet of minder efficiënt)
Vermindering vh aantal receptoren: als gevolg van langdurige activatie. Down-
regulatie: het totaal gehalte neemt af (reversibiliteit is trager dan bij desensitisatie,
vermits vaak nieuwe receptoren moeten worden gemaakt)
Supersensitiviteit: als gevolg van langdurige in-activatie. De receptor wordt meer
gevoelig
Vermeerdering vh aantal receptoren: als gevolg van langdurige in-activatie. Up-
regulatie: het totaal gehalte neemt toe (er worden meer functionele receptoren
aangemaakt ter hoogte vd celmembranen)
3. PSYCHOFARMACA: CONCREET
Arts = voorschrijver medicatie
Verpleegkundige = B2-handeling voor toedienen medicatie (vpk handeling met voorschrift)
Observatie, rapporteren (effecten en bijwerkingen)
Motiveren van inname en therapietrouw (communicatie!)
Wanen en hallucinaties beleven is enorm beangstigend voor de patiënt!
, 3.1. NEUROLEPTICA
Oudste psychofarmacon:
- Chloorpromazine (Largactil®): 1952
- Haloperidol (Haldol®): rond 1952
- Clozapine (Leponex®): 1960
Indicaties:
Ggz Ander
Realiteitsverlies (met onze wereld!) Bij hevig braken (na chemo)
Moeilijk doen Niet te stoppen hik
Druk doen Slaapstoornissen
Opwinding, agressie …
Verwardheid
Denkproblemen
…
Bij:
- Psychose en psychotische depressie
- Agitatie, opwinding
- Gedragsstoornissen
- Autisme
- Tics
- Manie (bipolaire stoornis)
- Delier, verwardheid
- …
Soorten
Oudere middelen of klassieke neuroleptica: bv. Haldol®, Dipiperon®...
Nieuwere middelen of atypische neuroleptica: bv. Leponex ®, Risperdal®…
(Atypisch vanwege het niet voorkomen vd typische bijwerkingen)
Werking
- Blokkade vd dopamine-2-receptoren anti-psychotisch en gedragseffect
- Blokkade vd histamine-1-receptoren onrustremmend effect (anti-histamine: slaperig)
- Nieuwe neuroleptica: blokkage serotonine-receptoren minder bijwerkingen
1. INLEIDING
Het biologisch verklaringsmodel: een ontegensprekelijk samenhang tussen het lichaam & de geest. We kunnen
psychische symptomen dan ook vaak verklaren vanuit een somatische afwijking.
Via psychotherapie: biologische veranderingen veroorzaken in het voordeel vd cliënt
Medicatie: veroorzaakt veranderingen die psychische gevolgen zullen hebben (basis vd therapie)
Het Bio-psycho-sociaal model
Wij als Belgen gebruiken de meeste medicijnen per
persoon per dag
2. PSYCHOFARMACOLOGIE: DE WERKING VAN GENEESMIDDELEN
Bij de informatieoverdracht van neuronen, zullen we met medicatie een verschil proberen te maken.
(= neurotransmissie)
Receptor kunnen we blokkeren of faciliteren.
Faciliteren: beter doen werken (lijkt op
receptor)
Blokkeren: vb. medicatie voor hallucinatie
Faciliteren: vb. slaapmiddelen (sederend)
Adaptatie van een cel!
Desensitisatie: vermindering vd respons vd zenuwcel na herhaalde toediening van een agonist. (De
signaaltransductie verloop niet of minder efficiënt)
Vermindering vh aantal receptoren: als gevolg van langdurige activatie. Down-
regulatie: het totaal gehalte neemt af (reversibiliteit is trager dan bij desensitisatie,
vermits vaak nieuwe receptoren moeten worden gemaakt)
Supersensitiviteit: als gevolg van langdurige in-activatie. De receptor wordt meer
gevoelig
Vermeerdering vh aantal receptoren: als gevolg van langdurige in-activatie. Up-
regulatie: het totaal gehalte neemt toe (er worden meer functionele receptoren
aangemaakt ter hoogte vd celmembranen)
3. PSYCHOFARMACA: CONCREET
Arts = voorschrijver medicatie
Verpleegkundige = B2-handeling voor toedienen medicatie (vpk handeling met voorschrift)
Observatie, rapporteren (effecten en bijwerkingen)
Motiveren van inname en therapietrouw (communicatie!)
Wanen en hallucinaties beleven is enorm beangstigend voor de patiënt!
, 3.1. NEUROLEPTICA
Oudste psychofarmacon:
- Chloorpromazine (Largactil®): 1952
- Haloperidol (Haldol®): rond 1952
- Clozapine (Leponex®): 1960
Indicaties:
Ggz Ander
Realiteitsverlies (met onze wereld!) Bij hevig braken (na chemo)
Moeilijk doen Niet te stoppen hik
Druk doen Slaapstoornissen
Opwinding, agressie …
Verwardheid
Denkproblemen
…
Bij:
- Psychose en psychotische depressie
- Agitatie, opwinding
- Gedragsstoornissen
- Autisme
- Tics
- Manie (bipolaire stoornis)
- Delier, verwardheid
- …
Soorten
Oudere middelen of klassieke neuroleptica: bv. Haldol®, Dipiperon®...
Nieuwere middelen of atypische neuroleptica: bv. Leponex ®, Risperdal®…
(Atypisch vanwege het niet voorkomen vd typische bijwerkingen)
Werking
- Blokkade vd dopamine-2-receptoren anti-psychotisch en gedragseffect
- Blokkade vd histamine-1-receptoren onrustremmend effect (anti-histamine: slaperig)
- Nieuwe neuroleptica: blokkage serotonine-receptoren minder bijwerkingen