, Voorwoord
Ik ben Luuk Overbosch, 19 jaar oud en woon samen met mijn ouders in Epe. 3 jaar
geleden ben ik begonnen op het Deltion College in Zwolle. Ik heb gekozen voor deze
opleiding omdat ik in de eerste instantie wil doorsturen naar het hbo. Het plan is om
de opleiding small business and retail management te gaan studeren aan het
Windesheim. De meest vergelijkbare opleiding op het mbo was de opleiding
ondernemer detailhandel.
Naast school ben ik erg druk met sporten en werken. Als sinds mijn 6e zit ik op
voetbal en dat doe ik nog steeds met veel plezier. In mijn vrije tijd probeer ik zoveel
mogelijk te werken. Werken heb ik nooit erg gevonden en ik hou ervan om geld te
verdienen. Momenteel ben ik werkzaam bij de Albert Heijn, waar ik ook al mijn
stages heb gelopen.
In het algemeen ben ik erg rustig en maak ik me niet snel druk om iets, wat erg
handig kan zijn, maar wat ook zo zijn negatieve kanten heeft. Zo zorg ik er weleens
voor dat ik veel uitstel tot het laatst. Doormiddel van dit ondernemingsplan te
schrijven hoop ik een duidelijk inzicht te krijgen in het starten van een eigen
onderneming. Wat zijn de positieve en negatieve kanten? En hoe zorg ik ervoor dat
mijn onderneming succesvol wordt? Onder andere op die vragen probeer ik in mijn
ondernemingsplan antwoord te krijgen.
Het ondernemingsplan bestaat uit drie onderdelen:
A. Het ondernemingsplan
B. Beleid ondernemingsplan
C. Presentatie en panelgesprek
, Inhoudsopgave
1. DE ONDERNEMER EN HET IDEE ......................................................................... 5
1.1 DE ONDERNEMER ................................................................................................. 5
1.2 KEUZE VAN DE BRANCHE ...................................................................................... 5
1.3 VISIE EN AMBITIE.................................................................................................. 6
1.4 DE PROPOSITIE VAN DE ONDERNEMING .................................................................. 6
1.5 LEVERING VAN PRODUCTEN EN DIENSTEN .............................................................. 6
1.6 MARKTGEGEVENS ................................................................................................ 7
1.7 INTERNE ANALYSE ............................................................................................... 8
1.8 EXTERNE ANALYSE .............................................................................................. 8
1.9 SWOT-ANALYSE ............................................................................................... 14
1.10 POSITIONERING EN USP ................................................................................... 14
1.11 DOELSTELLINGEN VAN DE ONDERNEMING .......................................................... 15
1.12 SUCCESFACTOREN .......................................................................................... 15
1.13 SLAGINGSKANS VAN DE ONDERNEMING ............................................................. 15
1.14 DE BEDRIJFSFORMULE ..................................................................................... 16
1.15 MARKTPOSITIE ................................................................................................ 16
1.16 COMMERCIËLE DOELSTELLINGEN ...................................................................... 16
1.17 MARKETINGMIX................................................................................................ 17
1.17.1 Product .................................................................................................. 17
1.17.2 Plaats ..................................................................................................... 20
1.17.3 Promotie ................................................................................................ 24
1.17.4 Prijs ........................................................................................................ 24
1.17.5 Personeel............................................................................................... 24
1.17.6 Presentatie ............................................................................................ 27
1.18 REALISTISCHE OMZETVERWACHTING ................................................................. 28
1.19 PROMOTIEACTIVITEITENPLAN ............................................................................ 29
1.20 ONDERNEMINGSVORM ...................................................................................... 29
1.21 AANVRAGEN VERGUNNINGEN, SUBSIDIES, ADMINISTRATIEVE HANDELINGEN,
CONTRACTEN .......................................................................................................... 30
2. FINANCIEEL PLAN.............................................................................................. 31
2.1 INLEIDING .......................................................................................................... 31
2.2 VASTE GEGEVENS .............................................................................................. 31
2.3 PRIVÉ-BUDGET .................................................................................................. 32
2.4 INVESTERINGSPLAN ........................................................................................... 33
2.5 FINANCIERINGSBEGROTING................................................................................. 38
2.6 OPENINGSBALANS ............................................................................................. 38
2.7 EXPLOITATIEBEGROTING .................................................................................... 39
2.8 LIQUIDITEITSBEGROTING .................................................................................... 40
2.9 BTW-BUDGET .................................................................................................... 41
2.10 EINDBALANS ................................................................................................... 41
2.11 FINANCIËLE KENGETALLEN ............................................................................... 42
3. INKOOPPLAN ...................................................................................................... 43
4. VERKOOPPLAN .................................................................................................. 44
5. NETWERKPLAN .................................................................................................. 45
,6. PERSONEELSPLAN............................................................................................ 46
7. SCENARIO OMZETVERANDERING ................................................................... 47
8. CONCLUSIE ......................................................................................................... 49
9. NAWOORD .......................................................................................................... 50
10. DOCUMENTEN .................................................................................................. 51
, 1. De ondernemer en het idee
1.1 De ondernemer
Als ondernemer ben ik erg zelfstandig. Ik probeer zoveel mogelijk eerst zelf op te
lossen. Het is mijn droom om in de toekomst een eigen sportzaak te hebben waarbij
ik mij vooral richt op voetbalartikelen. In de opleiding ondernemer detailhandel leer ik
het om kritisch naar jezelf te kijken. Hieronder heb ik een overzicht gemaakt van mijn
sterke en zwakke punten.
Op de afbeelding zijn links mijn zwakke punten beschreven en rechts mijn sterke
punten. Zoals te zien is vind ik mezelf nogal ongeduldig en makkelijk. Met makkelijk
bedoel ik dat ik over sommige dingen té makkelijk denk: het komt wel goed, denk ik
dan. Dit kan bij examens wel rustgevend werken, maar bij werkstukken met
deadlines werkt dit averechts, alles wordt uitgesteld tot het laatst. Ook is te zien bij
een van mijn sterke punten dat ik een doorzetter ben. Ik wil altijd winnen en neem
niet genoegen met minder.
1.2 Keuze van de branche
Ik heb gekozen voor de branche sport omdat ik een erg grote liefhebber ben van
voetbal. Niet alleen Nederlands voetbal, maar voetbalclubs vanuit heel Europa. Zoals
ik al eerder heb vermeld, zit ik al sinds mijn 6e op voetbal. Tot op de dag van
vandaag beleef ik nog steeds er veel plezier in deze sport. Naast het zelf voetballen
ben ik ook erg een liefhebber van voetbal kijken. De branche sport valt onder de
detailhandel omdat je producten direct verkoopt aan de consument.
,1.3 Visie en ambitie
De persoonlijke doelstellingen die ik mij wil gaan realiseren is om de mensen er van
bewust te maken dat ze een goed product kopen wat bij ze past. Ik wil de mensen
aansporen om de juiste keuze te maken. Ook wil ik een goed draaiende winkel
ondernemen waarbij er veel winst kan worden gemaakt.
‘De visie die ik wil gaan bereiken is om de beste voetbalwinkel van de regio te
worden.’
Dit wil ik gaan realiseren door me te gaan onderscheiden van de concurrent op het
gebied van service en belevenis.
Mijn ambitie is om in de toekomst meerdere winkels door Nederland te hebben. Ik
vind het daarbij belangrijk dat er overal dezelfde winkelformule wordt gehanteerd,
zodat mensen direct weten dat ze in mijn winkel zijn.
1.4 De propositie van de onderneming
Ik wil dat mijn klanten een unieke ervaring krijgen wanneer ze binnenkomen in
Offside. Dit wil ik gaan bereiken door ze ten eerste een goede service te verlenen.
Het is daarom belangrijk dat de medewerkers verstand hebben van voetbal en van
de producten. De producten die ik wil gaan verkopen hebben direct te maken met
voetbal. Denk hierbij aan Voetbalschoenen, scheenbeschermers, voetbaltenues,
voetballen, etc.
In de beginfase is het belangrijk om de klant veel te betrekken bij Offside. Er kan bij
de klanten gevraagd worden wat hij/zij vindt van de winkel en of er enige
verbeterpunten zijn. Zo wordt er ook direct een band gecreëerd met de klant,
waardoor ze wellicht vaker terugkomen naar Offside.
1.5 Levering van producten en diensten
De producten die ik wil gaan verkopen moeten allemaal worden ingekocht bij
leveranciers. De voornaamste merken die Offside gaat verkopen zijn Nike en Adidas.
Er moeten bij de leveranciers afspraken worden gemaakt over de prijs, levering en
afnames.
De werknemers moeten allemaal de juiste service verlenen aan de klant. Ze moeten
kennis hebben van het product. Alle medewerkers moeten voordat ze aan het werk
kunnen bij Offside een cursus volgen en vervolgens een toets maken.
, 1.6 Marktgegevens
Deskresearch:
In Nederland zijn 1570 ondernemingen die als hoofdactiviteit de verkoop van
sportartikelen hebben. Daaronder zijn 30 merkwinkels van onder meer Adidas en
Nike. Het grootste deel van de winkels (33%) is van zelfstandige ondernemers, maar
hun aandeel krimpt licht. Het aandeel grootwinkelbedrijven (Perry Sport, Aktiesport,
Bever) is de afgelopen jaren gegroeid, van 20% in 2010 tot 25% nu (cijfers: HBD).
Het aandeel van de (franchise)formules als Sport 2000 en Intersport en het aandeel
van de samenwerkende winkeliers daalt ook licht. Samenwerkende winkels kopen
bijvoorbeeld gezamenlijk in. Niet alleen speciaalzaken verkopen sportartikelen. Ook
supermarkten als Aldi en Lidl en organisaties als de ANWB hebben een aandeel in
de markt. Ook sommige modewinkels verkopen sportkleding. De totale
sportartikelenmarkt in Nederland is 1,5 miljard euro. Het grootste deel daarvan (72%)
gaat naar functionele artikelen, artikelen die gebruikt worden in de sport. 28% van de
bestedingen gaat naar casual: artikelen voor het gebruik in de overige vrije tijd. Naast
de sportspeciaalzaken zijn er 280 watersportwinkels en 340 gespecialiseerde
outdoor/kampeerwinkels.
Er zijn groeikansen voor de markt voor sportartikelen. Er zijn meer oudere sporters,
die meer geld te besteden hebben. De overheid stimuleert het sporten sterk, in het
kader van de preventieve gezondheidszorg, waar de strijd tegen het overgewicht
onderdeel van is. Voorlopig echter hebben ook de sportwinkels te maken met een,
door de recessie, zuinige consument. Voor 2014 moet rekening gehouden worden
met een omzetdaling van tussen 0 en 5% volgens de Rabobank.
Financiële zaken
De gemiddelde jaarlijkse omzet (exclusief BTW) van een zaak die onderdeel is van
een formule is ruim 1 miljoen euro. Een samenwerkende zelfstandige ondernemer
zet ruim 530.000 euro om en een niet samenwerkende zelfstandige sportwinkelier
heeft gemiddeld een jaarlijkse omzet van ruim 400.000 euro. De brutowinstmarge is
de afgelopen jaren gedaald tot rond de 40% onder invloed van aanbiedingen en
uitverkoop. De kosten voor huisvesting lopen uiteen van zo’n 70.000 euro per jaar
voor de formulewinkels, tot 40.000 euro gemiddeld voor de niet samenwerkende
zelfstandig ondernemers (cijfers HBD). Het rendement blijkt het hoogst voor de
samenwerkende zelfstandige ondernemers.
Ik ben Luuk Overbosch, 19 jaar oud en woon samen met mijn ouders in Epe. 3 jaar
geleden ben ik begonnen op het Deltion College in Zwolle. Ik heb gekozen voor deze
opleiding omdat ik in de eerste instantie wil doorsturen naar het hbo. Het plan is om
de opleiding small business and retail management te gaan studeren aan het
Windesheim. De meest vergelijkbare opleiding op het mbo was de opleiding
ondernemer detailhandel.
Naast school ben ik erg druk met sporten en werken. Als sinds mijn 6e zit ik op
voetbal en dat doe ik nog steeds met veel plezier. In mijn vrije tijd probeer ik zoveel
mogelijk te werken. Werken heb ik nooit erg gevonden en ik hou ervan om geld te
verdienen. Momenteel ben ik werkzaam bij de Albert Heijn, waar ik ook al mijn
stages heb gelopen.
In het algemeen ben ik erg rustig en maak ik me niet snel druk om iets, wat erg
handig kan zijn, maar wat ook zo zijn negatieve kanten heeft. Zo zorg ik er weleens
voor dat ik veel uitstel tot het laatst. Doormiddel van dit ondernemingsplan te
schrijven hoop ik een duidelijk inzicht te krijgen in het starten van een eigen
onderneming. Wat zijn de positieve en negatieve kanten? En hoe zorg ik ervoor dat
mijn onderneming succesvol wordt? Onder andere op die vragen probeer ik in mijn
ondernemingsplan antwoord te krijgen.
Het ondernemingsplan bestaat uit drie onderdelen:
A. Het ondernemingsplan
B. Beleid ondernemingsplan
C. Presentatie en panelgesprek
, Inhoudsopgave
1. DE ONDERNEMER EN HET IDEE ......................................................................... 5
1.1 DE ONDERNEMER ................................................................................................. 5
1.2 KEUZE VAN DE BRANCHE ...................................................................................... 5
1.3 VISIE EN AMBITIE.................................................................................................. 6
1.4 DE PROPOSITIE VAN DE ONDERNEMING .................................................................. 6
1.5 LEVERING VAN PRODUCTEN EN DIENSTEN .............................................................. 6
1.6 MARKTGEGEVENS ................................................................................................ 7
1.7 INTERNE ANALYSE ............................................................................................... 8
1.8 EXTERNE ANALYSE .............................................................................................. 8
1.9 SWOT-ANALYSE ............................................................................................... 14
1.10 POSITIONERING EN USP ................................................................................... 14
1.11 DOELSTELLINGEN VAN DE ONDERNEMING .......................................................... 15
1.12 SUCCESFACTOREN .......................................................................................... 15
1.13 SLAGINGSKANS VAN DE ONDERNEMING ............................................................. 15
1.14 DE BEDRIJFSFORMULE ..................................................................................... 16
1.15 MARKTPOSITIE ................................................................................................ 16
1.16 COMMERCIËLE DOELSTELLINGEN ...................................................................... 16
1.17 MARKETINGMIX................................................................................................ 17
1.17.1 Product .................................................................................................. 17
1.17.2 Plaats ..................................................................................................... 20
1.17.3 Promotie ................................................................................................ 24
1.17.4 Prijs ........................................................................................................ 24
1.17.5 Personeel............................................................................................... 24
1.17.6 Presentatie ............................................................................................ 27
1.18 REALISTISCHE OMZETVERWACHTING ................................................................. 28
1.19 PROMOTIEACTIVITEITENPLAN ............................................................................ 29
1.20 ONDERNEMINGSVORM ...................................................................................... 29
1.21 AANVRAGEN VERGUNNINGEN, SUBSIDIES, ADMINISTRATIEVE HANDELINGEN,
CONTRACTEN .......................................................................................................... 30
2. FINANCIEEL PLAN.............................................................................................. 31
2.1 INLEIDING .......................................................................................................... 31
2.2 VASTE GEGEVENS .............................................................................................. 31
2.3 PRIVÉ-BUDGET .................................................................................................. 32
2.4 INVESTERINGSPLAN ........................................................................................... 33
2.5 FINANCIERINGSBEGROTING................................................................................. 38
2.6 OPENINGSBALANS ............................................................................................. 38
2.7 EXPLOITATIEBEGROTING .................................................................................... 39
2.8 LIQUIDITEITSBEGROTING .................................................................................... 40
2.9 BTW-BUDGET .................................................................................................... 41
2.10 EINDBALANS ................................................................................................... 41
2.11 FINANCIËLE KENGETALLEN ............................................................................... 42
3. INKOOPPLAN ...................................................................................................... 43
4. VERKOOPPLAN .................................................................................................. 44
5. NETWERKPLAN .................................................................................................. 45
,6. PERSONEELSPLAN............................................................................................ 46
7. SCENARIO OMZETVERANDERING ................................................................... 47
8. CONCLUSIE ......................................................................................................... 49
9. NAWOORD .......................................................................................................... 50
10. DOCUMENTEN .................................................................................................. 51
, 1. De ondernemer en het idee
1.1 De ondernemer
Als ondernemer ben ik erg zelfstandig. Ik probeer zoveel mogelijk eerst zelf op te
lossen. Het is mijn droom om in de toekomst een eigen sportzaak te hebben waarbij
ik mij vooral richt op voetbalartikelen. In de opleiding ondernemer detailhandel leer ik
het om kritisch naar jezelf te kijken. Hieronder heb ik een overzicht gemaakt van mijn
sterke en zwakke punten.
Op de afbeelding zijn links mijn zwakke punten beschreven en rechts mijn sterke
punten. Zoals te zien is vind ik mezelf nogal ongeduldig en makkelijk. Met makkelijk
bedoel ik dat ik over sommige dingen té makkelijk denk: het komt wel goed, denk ik
dan. Dit kan bij examens wel rustgevend werken, maar bij werkstukken met
deadlines werkt dit averechts, alles wordt uitgesteld tot het laatst. Ook is te zien bij
een van mijn sterke punten dat ik een doorzetter ben. Ik wil altijd winnen en neem
niet genoegen met minder.
1.2 Keuze van de branche
Ik heb gekozen voor de branche sport omdat ik een erg grote liefhebber ben van
voetbal. Niet alleen Nederlands voetbal, maar voetbalclubs vanuit heel Europa. Zoals
ik al eerder heb vermeld, zit ik al sinds mijn 6e op voetbal. Tot op de dag van
vandaag beleef ik nog steeds er veel plezier in deze sport. Naast het zelf voetballen
ben ik ook erg een liefhebber van voetbal kijken. De branche sport valt onder de
detailhandel omdat je producten direct verkoopt aan de consument.
,1.3 Visie en ambitie
De persoonlijke doelstellingen die ik mij wil gaan realiseren is om de mensen er van
bewust te maken dat ze een goed product kopen wat bij ze past. Ik wil de mensen
aansporen om de juiste keuze te maken. Ook wil ik een goed draaiende winkel
ondernemen waarbij er veel winst kan worden gemaakt.
‘De visie die ik wil gaan bereiken is om de beste voetbalwinkel van de regio te
worden.’
Dit wil ik gaan realiseren door me te gaan onderscheiden van de concurrent op het
gebied van service en belevenis.
Mijn ambitie is om in de toekomst meerdere winkels door Nederland te hebben. Ik
vind het daarbij belangrijk dat er overal dezelfde winkelformule wordt gehanteerd,
zodat mensen direct weten dat ze in mijn winkel zijn.
1.4 De propositie van de onderneming
Ik wil dat mijn klanten een unieke ervaring krijgen wanneer ze binnenkomen in
Offside. Dit wil ik gaan bereiken door ze ten eerste een goede service te verlenen.
Het is daarom belangrijk dat de medewerkers verstand hebben van voetbal en van
de producten. De producten die ik wil gaan verkopen hebben direct te maken met
voetbal. Denk hierbij aan Voetbalschoenen, scheenbeschermers, voetbaltenues,
voetballen, etc.
In de beginfase is het belangrijk om de klant veel te betrekken bij Offside. Er kan bij
de klanten gevraagd worden wat hij/zij vindt van de winkel en of er enige
verbeterpunten zijn. Zo wordt er ook direct een band gecreëerd met de klant,
waardoor ze wellicht vaker terugkomen naar Offside.
1.5 Levering van producten en diensten
De producten die ik wil gaan verkopen moeten allemaal worden ingekocht bij
leveranciers. De voornaamste merken die Offside gaat verkopen zijn Nike en Adidas.
Er moeten bij de leveranciers afspraken worden gemaakt over de prijs, levering en
afnames.
De werknemers moeten allemaal de juiste service verlenen aan de klant. Ze moeten
kennis hebben van het product. Alle medewerkers moeten voordat ze aan het werk
kunnen bij Offside een cursus volgen en vervolgens een toets maken.
, 1.6 Marktgegevens
Deskresearch:
In Nederland zijn 1570 ondernemingen die als hoofdactiviteit de verkoop van
sportartikelen hebben. Daaronder zijn 30 merkwinkels van onder meer Adidas en
Nike. Het grootste deel van de winkels (33%) is van zelfstandige ondernemers, maar
hun aandeel krimpt licht. Het aandeel grootwinkelbedrijven (Perry Sport, Aktiesport,
Bever) is de afgelopen jaren gegroeid, van 20% in 2010 tot 25% nu (cijfers: HBD).
Het aandeel van de (franchise)formules als Sport 2000 en Intersport en het aandeel
van de samenwerkende winkeliers daalt ook licht. Samenwerkende winkels kopen
bijvoorbeeld gezamenlijk in. Niet alleen speciaalzaken verkopen sportartikelen. Ook
supermarkten als Aldi en Lidl en organisaties als de ANWB hebben een aandeel in
de markt. Ook sommige modewinkels verkopen sportkleding. De totale
sportartikelenmarkt in Nederland is 1,5 miljard euro. Het grootste deel daarvan (72%)
gaat naar functionele artikelen, artikelen die gebruikt worden in de sport. 28% van de
bestedingen gaat naar casual: artikelen voor het gebruik in de overige vrije tijd. Naast
de sportspeciaalzaken zijn er 280 watersportwinkels en 340 gespecialiseerde
outdoor/kampeerwinkels.
Er zijn groeikansen voor de markt voor sportartikelen. Er zijn meer oudere sporters,
die meer geld te besteden hebben. De overheid stimuleert het sporten sterk, in het
kader van de preventieve gezondheidszorg, waar de strijd tegen het overgewicht
onderdeel van is. Voorlopig echter hebben ook de sportwinkels te maken met een,
door de recessie, zuinige consument. Voor 2014 moet rekening gehouden worden
met een omzetdaling van tussen 0 en 5% volgens de Rabobank.
Financiële zaken
De gemiddelde jaarlijkse omzet (exclusief BTW) van een zaak die onderdeel is van
een formule is ruim 1 miljoen euro. Een samenwerkende zelfstandige ondernemer
zet ruim 530.000 euro om en een niet samenwerkende zelfstandige sportwinkelier
heeft gemiddeld een jaarlijkse omzet van ruim 400.000 euro. De brutowinstmarge is
de afgelopen jaren gedaald tot rond de 40% onder invloed van aanbiedingen en
uitverkoop. De kosten voor huisvesting lopen uiteen van zo’n 70.000 euro per jaar
voor de formulewinkels, tot 40.000 euro gemiddeld voor de niet samenwerkende
zelfstandig ondernemers (cijfers HBD). Het rendement blijkt het hoogst voor de
samenwerkende zelfstandige ondernemers.
