Organisatiekunde samenvatting:
Als eigenaar zonder rechtspersoonlijkheid ben je met je hele privé vermogen aansprakelijk
voor de schulden van je bedrijf. Dat is het grootste verschil met rechtsvormen met
rechtspersoonlijkheid, want daarbij wordt je bedrijf gezien als rechtspersoon en dan ben je
niet persoonlijk aansprakelijk.
Rechtspersoon = Een organisatie die zelfstandig aan het rechtsverkeer deelneemt.
Voorbeelden hiervan zijn:
- Fusie = 2+ organisaties worden samengevoegd in een nieuw verband.
- Overname = De ene organisatie neemt de ander over, bijvoorbeeld Jumbo die C1000
overneemt.
- Joint venture = Een afspraak tussen bestaande bedrijven om samen te werken. De bedrijven
houden hun zelfstandigheid. Zo deel je kennis, middelen en netwerk.
- Strategische samenwerking = Philips en Douwe Egberts die samen Senseo apparaten maken.
- Outsourcing/uitbesteding = Het laten uitvoeren van bedrijfsactiviteiten door een extern
bedrijf. Bijvoorbeeld de beveiliging.
- Patent/Octrooi = Bewijs dat jij de uitvinder van iets bent.
Organisaties zijn open systemen:
- Ze oefenen invloed uit op hun omgeving en worden door die omgeving beïnvloed.
- De betrokkenheid en de invloed op lagere niveaus nemen toe doordat medezeggenschap en
delegatie opkomen.
- De Europese Ondernemingsraad (EOR) houdt zich bezig met het raadplegen en uitwisselen
van info over grensoverschrijdende onderwerpen.
Contingentiebenadering:
- Kenmerken van een object van onderzoek hangt af van diverse factoren vanuit de omgeving
van het project.
- Elke omgeving verlangt naar aangepast gedrag.
- Contingency = onvoorspelbaarheid
, 5 krachtenmodel = Bij het analyseren van de markt en concurrenten goed om slagingskans
vast te stellen.
Troetredingsbarrières = kunnen concurrenten tegenhouden op een markt door actief te
worden. Bijvoorbeeld het ontbreken van voldoende vermogen en kennis.
Uittredingsbarrières = Kunnen het moeilijk maken om een markt die bewerkt wordt te
verlaten. De nadruk ligt hierbij op:
- Efficiëntie
- Kwaliteit
- Flexibiliteit
- Innovatie
Netwerkfirma = Efficiënt, alert en flexibel reageren op ontwikkelingen.
Nieuwe ontwikkeling is disruptieve businessmodellen:
- Een nieuwe toetreder betreedt de markt op een innovatieve manier, waardoor er op een
geheel nieuwe markt komt. Bijvoorbeeld IPhone komt met telefoons met volledige schermen
in tegenstelling tot Nokia en BlackBerry.
Als eigenaar zonder rechtspersoonlijkheid ben je met je hele privé vermogen aansprakelijk
voor de schulden van je bedrijf. Dat is het grootste verschil met rechtsvormen met
rechtspersoonlijkheid, want daarbij wordt je bedrijf gezien als rechtspersoon en dan ben je
niet persoonlijk aansprakelijk.
Rechtspersoon = Een organisatie die zelfstandig aan het rechtsverkeer deelneemt.
Voorbeelden hiervan zijn:
- Fusie = 2+ organisaties worden samengevoegd in een nieuw verband.
- Overname = De ene organisatie neemt de ander over, bijvoorbeeld Jumbo die C1000
overneemt.
- Joint venture = Een afspraak tussen bestaande bedrijven om samen te werken. De bedrijven
houden hun zelfstandigheid. Zo deel je kennis, middelen en netwerk.
- Strategische samenwerking = Philips en Douwe Egberts die samen Senseo apparaten maken.
- Outsourcing/uitbesteding = Het laten uitvoeren van bedrijfsactiviteiten door een extern
bedrijf. Bijvoorbeeld de beveiliging.
- Patent/Octrooi = Bewijs dat jij de uitvinder van iets bent.
Organisaties zijn open systemen:
- Ze oefenen invloed uit op hun omgeving en worden door die omgeving beïnvloed.
- De betrokkenheid en de invloed op lagere niveaus nemen toe doordat medezeggenschap en
delegatie opkomen.
- De Europese Ondernemingsraad (EOR) houdt zich bezig met het raadplegen en uitwisselen
van info over grensoverschrijdende onderwerpen.
Contingentiebenadering:
- Kenmerken van een object van onderzoek hangt af van diverse factoren vanuit de omgeving
van het project.
- Elke omgeving verlangt naar aangepast gedrag.
- Contingency = onvoorspelbaarheid
, 5 krachtenmodel = Bij het analyseren van de markt en concurrenten goed om slagingskans
vast te stellen.
Troetredingsbarrières = kunnen concurrenten tegenhouden op een markt door actief te
worden. Bijvoorbeeld het ontbreken van voldoende vermogen en kennis.
Uittredingsbarrières = Kunnen het moeilijk maken om een markt die bewerkt wordt te
verlaten. De nadruk ligt hierbij op:
- Efficiëntie
- Kwaliteit
- Flexibiliteit
- Innovatie
Netwerkfirma = Efficiënt, alert en flexibel reageren op ontwikkelingen.
Nieuwe ontwikkeling is disruptieve businessmodellen:
- Een nieuwe toetreder betreedt de markt op een innovatieve manier, waardoor er op een
geheel nieuwe markt komt. Bijvoorbeeld IPhone komt met telefoons met volledige schermen
in tegenstelling tot Nokia en BlackBerry.