Geschiedenis oefentoets H8:
Uitleggen dat het rationalisme van de Verlichting een nieuwe manier van denken was.
Het rationalisme was een nieuwe manier van denken, omdat er niet langer werd uitgegaan
dat de kerk altijd gelijk heeft. Er werd nagedacht met verstand, gezocht naar bewijzen en
geredeneerd met logische redeneringen. Geleerden begrepen de wereld door middel van
logisch nadenken (rationalisme) beter en konden daarmee kritiek op de kerk geven.
Met voorbeelden uitleggen dat het verlichte denken leidde tot discussies over allerlei
aspecten van de samenleving.
Het verlichte denken leidde tot discussies over allerlei aspecten van de samenleving, omdat
verlichte denkers zich bezighielden met de relatie van God tot natuur en met de relatie
tussen de samenleving en de rol van de kerk.
Onnodig veel armoede, onderdrukking en uitbuiting in de samenleving: een goed
bestuur kan oplossen.
Opvoeding en scholing verbeteren: meer kennis en verbeteren samenleving.
Politiek gebied:
o John Locke: natuurrechten en sociaal contract.
o Rousseau: volkssoevereiniteit.
o Montesquieu: trias politica.
Beredeneren dat het verlichte denken leidde tot nieuwe denkbeelden over de plaats van
God in de wereld en de functie van religie.
Het verlichte denken leidde tot nieuwe denkbeelden over de plaats van God in de wereld en
de functie van religie. Verlichte denkers vonden de rol van de kerk en daarmee God te groot
en hadden kritiek op het feit dat alle informatie van de kerk zomaar wordt aangenomen
alsof ze altijd gelijk hadden. De kerk en daarmee God kreeg daarom steeds minder invloed.
Verlichte denkers geloofden in het deïsme: God heeft de wereld geschapen, maar bemoeide
zich na de schepping niet meer actief met de wereld.
Uitleggen dat het verlichte denken leidden tot cultuurrelativisme.
Bij het verlichte denken stond het rationalisme centraal, waarbij er dus met logische
redenaties werd gesproken. Dit sloeg ook op de cultuur, want er werd niet langer uit
behoeften en gevoelens gesproken maar vanuit logische redenaties. Dit verbindt het
verlichte denken en het cultuurrelativisme.
Uitleggen welke nieuwe ideeën over het bestuur Locke, Montesquieu en Rousseau
hadden.
John Locke: Alle mensen hebben dezelfde rechten, natuurrecht. Maar zij hebben een
vertegenwoordiger nodig die namens hen de staat kan besturen. Het volk tekent een sociaal
contract, waarmee een regering dus regeert op basis van vertrouwen. Het volk heeft daarbij
wel de macht om de regering af te zetten of een nieuwe regering aan te stellen.
Montesquieu: De regering regeert met behulp van de trias politica, waarbij de macht werd
verdeeld in een wetgevende macht, rechtgevende macht & uitvoerende macht. Op deze
manier kon machtsmisbruik worden voorkomen.
Rousseau: De regering is niets anders dan een uitvoerder van de gezamenlijke wil van alle
burgers. Deze macht kunnen de burgers altijd terugnemen, dit is volkssoevereiniteit.
Uitleggen dat het rationalisme van de Verlichting een nieuwe manier van denken was.
Het rationalisme was een nieuwe manier van denken, omdat er niet langer werd uitgegaan
dat de kerk altijd gelijk heeft. Er werd nagedacht met verstand, gezocht naar bewijzen en
geredeneerd met logische redeneringen. Geleerden begrepen de wereld door middel van
logisch nadenken (rationalisme) beter en konden daarmee kritiek op de kerk geven.
Met voorbeelden uitleggen dat het verlichte denken leidde tot discussies over allerlei
aspecten van de samenleving.
Het verlichte denken leidde tot discussies over allerlei aspecten van de samenleving, omdat
verlichte denkers zich bezighielden met de relatie van God tot natuur en met de relatie
tussen de samenleving en de rol van de kerk.
Onnodig veel armoede, onderdrukking en uitbuiting in de samenleving: een goed
bestuur kan oplossen.
Opvoeding en scholing verbeteren: meer kennis en verbeteren samenleving.
Politiek gebied:
o John Locke: natuurrechten en sociaal contract.
o Rousseau: volkssoevereiniteit.
o Montesquieu: trias politica.
Beredeneren dat het verlichte denken leidde tot nieuwe denkbeelden over de plaats van
God in de wereld en de functie van religie.
Het verlichte denken leidde tot nieuwe denkbeelden over de plaats van God in de wereld en
de functie van religie. Verlichte denkers vonden de rol van de kerk en daarmee God te groot
en hadden kritiek op het feit dat alle informatie van de kerk zomaar wordt aangenomen
alsof ze altijd gelijk hadden. De kerk en daarmee God kreeg daarom steeds minder invloed.
Verlichte denkers geloofden in het deïsme: God heeft de wereld geschapen, maar bemoeide
zich na de schepping niet meer actief met de wereld.
Uitleggen dat het verlichte denken leidden tot cultuurrelativisme.
Bij het verlichte denken stond het rationalisme centraal, waarbij er dus met logische
redenaties werd gesproken. Dit sloeg ook op de cultuur, want er werd niet langer uit
behoeften en gevoelens gesproken maar vanuit logische redenaties. Dit verbindt het
verlichte denken en het cultuurrelativisme.
Uitleggen welke nieuwe ideeën over het bestuur Locke, Montesquieu en Rousseau
hadden.
John Locke: Alle mensen hebben dezelfde rechten, natuurrecht. Maar zij hebben een
vertegenwoordiger nodig die namens hen de staat kan besturen. Het volk tekent een sociaal
contract, waarmee een regering dus regeert op basis van vertrouwen. Het volk heeft daarbij
wel de macht om de regering af te zetten of een nieuwe regering aan te stellen.
Montesquieu: De regering regeert met behulp van de trias politica, waarbij de macht werd
verdeeld in een wetgevende macht, rechtgevende macht & uitvoerende macht. Op deze
manier kon machtsmisbruik worden voorkomen.
Rousseau: De regering is niets anders dan een uitvoerder van de gezamenlijke wil van alle
burgers. Deze macht kunnen de burgers altijd terugnemen, dit is volkssoevereiniteit.
