Beeldtaal
Beeldtaal H10
10.1 Kleurenleer
Primaire kleuren: geel, rood en blauw
Secundaire kleuren: paars, oranje en groen
Passief: blauwen, groen en paars
Actief: gelen, oranje en rood
De effecten in de perceptie en zelfs de emotionele werking ervan werden erin opgenomen.
Blauw: wijkend effect -> de elementen lijken verder weg
Geel gekleurde: komt meer op de toeschouwer af (actief)
Atmosferisch perspectief = schilders maken gebruik van het gebruik van blauw en geel om
zo diepte te creeeren. Bij de horizon kleuren schilders dingen meer blauw.
Kleuren en mengcodes: Pantone/PMS, CMYK en RGB
10.2 Kleurensystemen
Pantone/PMS = gaat uit van 15 basiskleuren met elk een eigen naam, en recepten voor
1012 andere die alleen een nummer hebben gekregen. Deze kleuren zijn vastgelegd in een
kleurenwaaier, waarbij van elke kleur bovendien het effect is weergegeven op gestreken
(coated) of ongestreken (uncoated) papier.
CMYK = deze kleurcode is voor drukwerk en maakt gebruik van de 4 kleuren inkt: cyan,
magenta, yellow and black. K = Key = zwart. Alle drie de kleuren samen geven zwart, zwart
wordt aan de printer toegevoegd omdat het anders teveel kleuren inkt zou gebruiken.
RGB = wordt gebruikt voor verlichting en projectie. Rood, geel en blauw bij elkaar geeft wit
licht. Je kunt de lichtkleuren op drie manieren aanpassen: Hue (kleurtoon), Saturation
(kleurverzadiging) en Brightness (helderheid).
10.3 Perceptie van kleur
Bij het maken van een spreadsheet, infographic, advertentie of website is contrast in kleur
noodzakelijk. Ontbreekt het contrast dan kan de boodschap niet goed overkomen. Door je
ogen samen te knijpen kun je testen of het contrast genoeg is.
10.4 Welke kleuren kiezen we
Kleuren worden niet alleen gekozen door de kleur, maar ook door de naam van de kleur.
Verffabrikanten spelen hierop in.
Wanneer je kleur gebruikt om betekenissen te onderscheiden, als in een plattegrond of in
een tabel, dan is het aan te raden om niet te veel kleur te gebruiken. Meer dan 7 kleuren
maakt het verwarrend.
10.5 Soms liever zwart-wit
Beeldtaal H10
10.1 Kleurenleer
Primaire kleuren: geel, rood en blauw
Secundaire kleuren: paars, oranje en groen
Passief: blauwen, groen en paars
Actief: gelen, oranje en rood
De effecten in de perceptie en zelfs de emotionele werking ervan werden erin opgenomen.
Blauw: wijkend effect -> de elementen lijken verder weg
Geel gekleurde: komt meer op de toeschouwer af (actief)
Atmosferisch perspectief = schilders maken gebruik van het gebruik van blauw en geel om
zo diepte te creeeren. Bij de horizon kleuren schilders dingen meer blauw.
Kleuren en mengcodes: Pantone/PMS, CMYK en RGB
10.2 Kleurensystemen
Pantone/PMS = gaat uit van 15 basiskleuren met elk een eigen naam, en recepten voor
1012 andere die alleen een nummer hebben gekregen. Deze kleuren zijn vastgelegd in een
kleurenwaaier, waarbij van elke kleur bovendien het effect is weergegeven op gestreken
(coated) of ongestreken (uncoated) papier.
CMYK = deze kleurcode is voor drukwerk en maakt gebruik van de 4 kleuren inkt: cyan,
magenta, yellow and black. K = Key = zwart. Alle drie de kleuren samen geven zwart, zwart
wordt aan de printer toegevoegd omdat het anders teveel kleuren inkt zou gebruiken.
RGB = wordt gebruikt voor verlichting en projectie. Rood, geel en blauw bij elkaar geeft wit
licht. Je kunt de lichtkleuren op drie manieren aanpassen: Hue (kleurtoon), Saturation
(kleurverzadiging) en Brightness (helderheid).
10.3 Perceptie van kleur
Bij het maken van een spreadsheet, infographic, advertentie of website is contrast in kleur
noodzakelijk. Ontbreekt het contrast dan kan de boodschap niet goed overkomen. Door je
ogen samen te knijpen kun je testen of het contrast genoeg is.
10.4 Welke kleuren kiezen we
Kleuren worden niet alleen gekozen door de kleur, maar ook door de naam van de kleur.
Verffabrikanten spelen hierop in.
Wanneer je kleur gebruikt om betekenissen te onderscheiden, als in een plattegrond of in
een tabel, dan is het aan te raden om niet te veel kleur te gebruiken. Meer dan 7 kleuren
maakt het verwarrend.
10.5 Soms liever zwart-wit