Oefenvragen geschiedenis
1600-1700 (tijd van Regenten en Vorsten)
1. Johan van Oldenbarnevelt en prins Maurits hadden tijdens het Twaalfjarig Bestand een
conflict. Waar ging het in dit conflict om?
Een politieke kwestie: de een wilde vrede (Van Oldenbarnevelt) met Spanje en de ander
wilde oorlog (Maurits).
2. Prins Maurits’ geloofsopvatting kan getypeerd worden als:
Contraremonstrants
3. Welke held veroverde in 1628 de Zilvervloot op de Spanjaarden?
Piet Heyn
4. Wie regeerde de Nederlanden toen de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden op
eigen benen kwam te staan?
De Staten-Generaal
5. De onderstaande tekst is een fragment uit een gedicht van Joost van den Vondel. Waar
schreef hij over?
‘De koeien geven melk en room. Het is al boter tot den boom. Men zingt al pais en vree’
De vrede van Munster
6. Welke specerijen haalden de VOC-schepen uit Indië?
Kruidnagel en kaneel
7. Welk van de volgende gewesten was in de 16e en 17e eeuw het meest welvarend en in
politiek opzicht het belangrijkst?
Holland
8. Van welke Hollandse stad staat hier een tabel met betrekking tot zijn bevolkingsgroei?
Jaartal 1600 1750 1879
Inwonersaantal 54.000 200.000 317.000
Amsterdam
9. Wat waren in de Republiek aanwezige voorwaarden om een Gouden Eeuw mogelijk te
maken?
Calvinistische arbeidsethiek en de geografische ligging van Nederland
10. Wie waren Noord-Nederlandse 17e-eeuwse schilders?
Jan Steen en Frans Hals
11. Welk historisch feit wordt bevestigd door de gegevens over de VOC en de WIC? (Soldijen
WIC en VOC in guldens per maand, voor de VOC hoger dan de WIC).
Werken voor de VOC leverde meer geld op dan werken voor de WIC
1600-1700 (tijd van Regenten en Vorsten)
1. Johan van Oldenbarnevelt en prins Maurits hadden tijdens het Twaalfjarig Bestand een
conflict. Waar ging het in dit conflict om?
Een politieke kwestie: de een wilde vrede (Van Oldenbarnevelt) met Spanje en de ander
wilde oorlog (Maurits).
2. Prins Maurits’ geloofsopvatting kan getypeerd worden als:
Contraremonstrants
3. Welke held veroverde in 1628 de Zilvervloot op de Spanjaarden?
Piet Heyn
4. Wie regeerde de Nederlanden toen de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden op
eigen benen kwam te staan?
De Staten-Generaal
5. De onderstaande tekst is een fragment uit een gedicht van Joost van den Vondel. Waar
schreef hij over?
‘De koeien geven melk en room. Het is al boter tot den boom. Men zingt al pais en vree’
De vrede van Munster
6. Welke specerijen haalden de VOC-schepen uit Indië?
Kruidnagel en kaneel
7. Welk van de volgende gewesten was in de 16e en 17e eeuw het meest welvarend en in
politiek opzicht het belangrijkst?
Holland
8. Van welke Hollandse stad staat hier een tabel met betrekking tot zijn bevolkingsgroei?
Jaartal 1600 1750 1879
Inwonersaantal 54.000 200.000 317.000
Amsterdam
9. Wat waren in de Republiek aanwezige voorwaarden om een Gouden Eeuw mogelijk te
maken?
Calvinistische arbeidsethiek en de geografische ligging van Nederland
10. Wie waren Noord-Nederlandse 17e-eeuwse schilders?
Jan Steen en Frans Hals
11. Welk historisch feit wordt bevestigd door de gegevens over de VOC en de WIC? (Soldijen
WIC en VOC in guldens per maand, voor de VOC hoger dan de WIC).
Werken voor de VOC leverde meer geld op dan werken voor de WIC
