100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting FMPI (deel 2)

Rating
-
Sold
3
Pages
73
Uploaded on
08-12-2022
Written in
2021/2022

Deze samenvatting bevat: de leerstof op de slides + notities van alle lessen + de hoofdstukken samengevat die moesten gekend zijn in het boek. Met deze samenvatting behaalde ik een 20/20, dus de kwaliteit van de samenvatting kan moeilijk betwist worden. De samenvatting is uitgebreid, maar zeer vlot te leren. (persoonlijk leerde ik het volledig in 2 dagen).

Show more Read less
Institution
Module











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Module

Document information

Summarized whole book?
No
Which chapters are summarized?
Alle hoofdstukken die door prof. meir moesten gekend zijn, zijn samengevat
Uploaded on
December 8, 2022
Number of pages
73
Written in
2021/2022
Type
Summary

Subjects

Content preview

FMPI
Samenvatting boek + lessen

, FMPI

H1. Meerwaarde banken

1. Wat zijn banken
• Banken en kredietinstellingen:
o Banken:
= courant taalgebruik

o Kredietinstellingen:
= wat de wetgever gebruikt, juridisch taalgebruik.

 Zelfde betekenis

o Definitie (wet van 25 april 2014):
= Kredietinstellingen zijn ondernemingen, waarvan de werkzaamheden bestaan in het van
het publiek in ontvangst nemen van gelddeposito’s (…) en het verlenen van kredieten voor
eigen rekening.

o Taken van de bank

1. In ontvangst nemen van gelddeposito’s:
➢ Geld dat geplaatst wordt door klanten bij de bank.

2. Het verlenen van kredieten:
➢ Leningen verstrekken aan diezelfde klanten

3. Voor eigen rekening:
➢ De bank verleent kredieten voor eigen rekening/risico
➢ Een klant loopt geen risico als de bank in faling gaat, de bank draagt het
verlies.

 1 & 2 zijn basistaken van de bank, beiden moeten uitgevoerd worden om een bank
te zijn.
 Een bank doet aan intermediatie (=treed op als tussenpersoon)




1

,• Bank doet aan intermediatie:
o Links -> kredietgevers:
▪ Particulieren, gezinnen, bedrijven
▪ Plaatsen geld in de vorm van deposito’s bij de bank
▪ Hebben spaaroverschot

o Rechts -> kredietnemers:
▪ Particulieren, gezinnen, bedrijven en overheid
▪ Gaan leningen aan, hebben geld tekort

• 2 kanalen voor kredietgever en kredietnemers om in contact te komen:
1) De bank: indirecte financiering
2) De financiële markt: directe financiering
= de markt waar financiële producten wordt verhandeld.
Via emissie van effecten op financiële markten.
 Betekent niet noodzakelijk dat spaarders en ontleners rechtstreeks met elkaar in
contact komen.
 Diverse tussenpersonen kunnen optreden: vb. beursvennootschappen
 Verschil tussen beide: bij directe financiering houdt de belegger effecten aan die
rechtstreeks werden uitgegeven door de ontleners, ze weten aan welke
onderneming zij fondsen hebben verschaft.

Dit volledig systeem is het financieel systeem:
▪ De essentiële functie van het financieel systeem:
= fondsen van economische agenten die minder dan hun inkomen besteden en bijgevolg een
surplus hebben gespaard te kanaliseren naar economissche eenheden die een tekort aan
financiële middelen hebben omdat zij meer willen uitgeven dan hun inkomen.




2

, 2. Meerwaarde financieel systeem
• Aantonen via grafieken
• Uitleg:
o Zonder financieel systeem:
➢ Spaarders kunnen hun middelen niet kanaliseren naar de plaats waar ze het
meest productief kunnen worden aangewend.
➢ Bedrijven moeten afzien van het uitvoeren van bepaalde investeringen ten
gevolge van een gebrek aan fondsen
 Daling van de welvaart

Geen financiële markt/ bank




1) Veronderstelling: 2 perioden
o X-as -> periode 1
o Y-as -> periode 2




o Uitleg via voorbeeld boer:
▪ Y1: de opbrengst van aardappelen in jaar 1
▪ Y2: de opbrengst van aardappelen in jaar 2
▪ FYL: bevat de combinaties tussen de omvang van een investering en de omvang van
de daaruit resulterende opbrengst. Een fysieke investering
o Voorbeeld van fysieke investering:
Jan verkoopt in periode 1 niet al zijn aardappelen op de markt, maar een
deel van die aardappelen plant hij opnieuw met het oog op een ruimere
opbrengst in periode 2

➢ Dit zorgt dat zijn consumptie in periode 1 kleiner is dan Y1
➢ De consumptie in periode 2 stijgt hierdoor hoger dan Y2
 We kunnen niet meer investeren dan het inkomen Y1
 Vandaar een verticale lijn onder Z




3
£5.75
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached


Also available in package deal

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
amberkakel Universiteit Gent
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
60
Member since
3 year
Number of followers
37
Documents
6
Last sold
6 months ago

3.3

4 reviews

5
0
4
2
3
1
2
1
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their exams and reviewed by others who've used these revision notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No problem! You can straightaway pick a different document that better suits what you're after.

Pay as you like, start learning straight away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and smashed it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions