100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Lecture notes

Methoden en Technieken I, alle colleges

Rating
-
Sold
-
Pages
17
Uploaded on
20-10-2022
Written in
2018/2019

Methoden en Technieken I, alle colleges

Institution
Module










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Module

Document information

Uploaded on
October 20, 2022
Number of pages
17
Written in
2018/2019
Type
Lecture notes
Professor(s)
Onbekend
Contains
All classes

Subjects

Content preview

College 1

Sociaalwetenschappelijk onderzoek: systematisch zoeken naar de waarheid m.b.t.
empirisch waarneembare sociale verschijnselen gebaseerd en gericht op theoretische
inzichten.

Twee benaderingen:
*Kwalitatief
- inductief: van empirie (uitgangspunt) naar theorie
- hanteren van flexibele methoden, niet precies duidelijk wat zal worden
onderzocht/gevonden
- interpretatie vanuit visie van betrokkenen
- vaak ongestructureerde interviews of observatie
- belangrijk: invoelen, inzicht in de situatie/motivatie van de geïnterviewde
-k>n
*Kwantitatief
- deductief: van theorie (uitgangspunt) naar empirie
- gebruik van voorgestructureerde methoden van dataverzameling
- onderzoeksresultaten in cijfers, van buitenaf
- gebruik statistische technieken
- belangrijk: beschrijven, generaliseerbaarheid van hetgeen wat we onderzoeken
-n>k

k: aantal kenmerken dat we onderzoeken van de subjecten
n: aantal eenheden/subjecten dat we onderzoeken

Belangrijke termen bij kwantitatief onderzoek:
- objectiviteit: waarneming onafhankelijk van onderzoeker (ook wel intersubjectiviteit)
- repliceerbaarheid: expliciet maken van keuzes en argumentatie. Hoe heb je
geoperationaliseerd (meetbaar maken van je onderzoek)? Repliceren = herhalen. Door het
expliciet maken van keuzes en argumentatie kun je bij herhaling dezelfde resultaten
bereiken.
- generaliseerbaarheid: verder kijken dan het onderzochte. Niet geïnteresseerd in de
steekproef, maar in wat het betekent voor de populatie. Van een specifieke naar een
algemene situatie.

Empirische cyclus (kwantitatief)

1. Beginpunt observatie/theorie.
2. Inductie: empirische waarneming +
vorming onderzoeksvraag, meer
abstract dan hypothese.
3. Deductie: hypothese vormen, moet
toetsbaar zijn.
4. Hypothese toetsen in de praktijk.
5. Evalueren, hier komt veel kritiek
op.

Een theorie is nooit absoluut, de
theorie moet betwijfelbaar zijn.

Zie ppt voor empirische cyclus over
broken windows

,Theorieën: samenhangend stelsel van uitspraken waarmee empirische regelmatigheden
beschreven, verklaard en voorspeld kunnen worden
- veelomvattend
- voorspellen en verklaren
- vereenvoudiging
- abstraherend

Samengevat:
Waarin onderscheidt kwantitatief wetenschappelijk onderzoek zich o.a. van ander
onderzoek, kennis, meningen, opinies?
- rol van de theorie
- generaliseerbaarheid
- objectiviteit (intersubjectiviteit)
- controleerbaarheid
- repliceerbaarheid
- expliciete probleem-, vraag-en doelstellingen
- methodische werkwijze, wetenschappelijke spelregels
- bv: empirische cyclus, experimenten, statistische procedures, operationaliseren

Meten: belangrijke begrippen
Analyse-eenheid: wie/wat wordt er onderzocht?
Criminaliteit is een variabele, die kan onderzocht worden en ze hebben een waarde
0: geen slachtoffer
1: wel slachtoffer
 Mate van ernst en labels (= omschrijving betekenis waarden)

Meetniveaus
 Aard van de kenmerken (variabelen) die we meten in kwantitatief onderzoek/statistiek
Bepaalt wat we welen niet kunnen/mogen doen bij statistische analyse.
1. Nominaal meetniveau: alleen onderscheid tussen categorieën: waarde 1 en 2 geven
alleen verschil aan, niet meer of minder van een eigenschap. Geen volgorde/gemiddelde.
- politieke partij
- buurt waar je woont
- studierichting
2. Ordinaal meetniveau: rangorde van categorieën: een respondent die de waarde 2 op de
variabele scoort heeft meer van de eigenschap dan een respondent die de waarde 1 op de
variabele scoort. Volgorde is van belang (laag naar hoog).
- opleiding ouders
- meetniveaus als variabele
- Likert-schalen (helemaal mee oneens – helemaal mee eens)
- rangorde naar ernst van delict
3. Interval meetniveau: de verhouding van verschillen tussen intervallen is hetzelfde:
interval 2 naar 4 is even groot als interval 4 naar 6, maar we kunnen niet zeggen dat waarde
4 tweemaal zoveel van de eigenschap meet dan waarde 2 (er is geen absoluut nulpunt)
- attitude meting op basis van meerdere (Likert-schaal) -items
- IQ
- temperatuur in Fahrenheit of Celsius
4. Ratio meetniveau: de variabele heeft een rangorde, heeft gelijke afstanden tussen gelijke
intervallen en heeft een absoluut nulpunt: met de variabele kunnen wel uitspraken worden
gedaan, zoals: de waarde 6 meet tweemaal zoveel eigenschap als de waarde 3
- prijs van een product
- % begroting besteed aan veiligheid
- inkomen
- leeftijd

, *Absoluut meetniveau  Alle informatie staat vast. Dit zijn tellingen (frequenties)
- aantal delicten
- aantal kinderen
*Ratio meetniveau  discreet en continu


Kwalitatief onderzoek definitie: ‘’kwalitatieve onderzoeksmethoden zijn strategieën voor de
systematische verzameling, organisatie en interpretatie van tekstueel materiaal dat is
verkregen door gesprekken of observaties met het doel concepten te ontwikkelen die ons
helpen om sociale verschijnselen in hun natuurlijke context te begrijpen met de nadruk op
betekenissen, ervaringen en gezichtspunten van alle betrokkenen.’’ (Boeije, 2014: 6)

1. Specifieke methoden
- kwalitatief interviewen: individueel of focusgroepen
- (participerende) observatie
- inhoudsanalyse: verzamelen van bestaande documenten, verslagen, foto’s dossiers, etc.
- onlineonderzoek: bijv. social media, forumonderzoek

Primaire vs. secundaire databronnen
Kwalitatief: vaker primair (zelf empirisch onderzoek doen)
Kwantitatief: vaker secundair (afleiden uit andere theorieën)

2. Setting kwalitatief onderzoek
Als je het gedrag van een persoon wil begrijpen, moet je je bevinden in een natuurlijke
setting, niet achter een bureau of in een lab. Ter plekke. Participerende observatie

3. Emic perspectief
Het idee dat we het perspectief van de respondent in kaart willen brengen, om zijn beeld van
de werkelijkheid te begrijpen
Emic: perspectief van de respondenten en hun ‘binnenwereld’ staat centraal
Etic: perspectief van de onderzoeker, het buitenstaandersperspectief, staat centraal

4. ‘Verstehende’ benadering
- ligt dicht tegen het emic perspectief aan
- het willen begrijpen van iemands handelen en hoe hij/zij er betekenis aan geeft
- niet enkel ‘begrijpen’, maar vanuit hun ‘schoenen’ en in hun taal
- gebruik van citaten is een belangrijk aspect bij kwalitatief onderzoek
£6.64
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
ninaj1

Get to know the seller

Seller avatar
ninaj1 Erasmus Universiteit Rotterdam
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
0
Member since
5 year
Number of followers
1
Documents
16
Last sold
-

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their exams and reviewed by others who've used these revision notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No problem! You can straightaway pick a different document that better suits what you're after.

Pay as you like, start learning straight away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and smashed it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions