VAARDIGHEDEN
WERVELKOLOM
MINOR
Lucas Broos
,Motorische controle tests for lumbar flexion UCM
DOUBLE BENT LEG LIGT TEST IN CROOK LYING: De stabilizer wordt onder de lordose van de
patiënt geplaatst en tot 40 mmHg opgepompt. De patiënt wordt geïnstrueerd de knieën
gebogen te houden en de wervelkolom neutraal te houden terwijl zij de heup tot 90 graden
flexie bewegen, tijdens het bewegen mag er een toe of afname van 10 mmHg
waarneembaar zijn, maar op het moment dat de 90 graden heupflexie behaald is moet de
druk weer 40 mmHg zijn. Deze positie moet 5 seconden vastgehouden worden waarbij er
geen drukverschil zichtbaar wordt op de stabilizer. Een toename in druk wijst op een
toename van lumbale flexie of posterior tilt van de pelvis. Een afname in druk wijst op een
toename van lumbale extensie of anterior tilt van de pelvis.
FORWARD LEAN TEST IN SITTING: De patiënt zit rechtop met de voeten stevig op de grond.
De therapeut palpeert de processus spinosi van L2, L5 en S2 om de lumbale neutraliteit te
kunnen monitoren. De patiënt krijgt de instructie om voorover te buigen, waarbij de rug
neutraal blijft. Idealiter zou een persoon 30 graden heupflexie moeten kunnen maken
zonder lumbaal te bewegen.
DOUBLE KNEE EXTENSION IN SITTING: De patiënt zit rechtop met beide voeten van de vloer
met de lumbale wervelkolom en pelvis in een neutrale positie. De acromions zouden
verticaal boven de tuber ischiadica moeten staan. De patiënt wordt geïnstrueerd de knieën
te strekken binnen 10-15 graden van de maximale strekking, terwijl zij de rug en pelvis
neutraal houden. Een beweging aan de pelvis kan je herkennen aan het voor- of achterover
buigen van de romp. Idealiter kan een persoon deze beweging uitvoeren zonder de rug of
pelvis te bewegen, het onvermogen dit te doen kan wijzen op MCI maar ook op een te korte
hamstring/te hoge tonus.
, Motorische controle tests for lumbar extension UCM
THORACIC EXTENSION SWAY TEST IN STANDING: De patiënt staat rechtop met het hoofd
direct boven de schouders en de heupen heel licht in flexie. De patiënt krijgt de opdracht om
thoracaal extensie te maken zonder dat de pelvis naar voren beweegt. Oefen deze beweging
eerst een aantal keer met de patiënt met de handen aan de tafel, het daadwerkelijk testen is
met de handen vrij. Het sternum, de claviculae en de acromions moeten allen omhoog en
voorwaarts zijn bewogen zonder dat er een beweging in de pelvis heeft plaatsgevonden. Let
ook op huidplooien, dit kan duiden op segmentale extensie hinging. Deze hinge is het meest
prevalent op L5-S1 maar kan ook voorkomen op L3-L4 en L4-L5.
DOUBLE BENT LEG LOWER TEST IN CROOK LYING: De stabilizer wordt onder de lordose van
de patiënt geplaatst en tot 40 mmHg opgepompt. Vervolgens brengt de therapeut passief de
heup naar een hoek van 90 graden. Het is normaal dat de druk op de mmHg meter iets is
toegenomen vanwege het optreden van posterior pelvic tilt. Indien dit het geval is wordt de
patiënt geïnstrueerd om de pelvis terug naar de neutrale positie te brengen zodat de 40
mmHg weer gehaald wordt, terwijl de therapeut de ledematen nog ondersteunt. Wanneer
de 40 mmHg behaald is stopt de therapeut met het ondersteunen van de benen, wanneer
de patiënt de 40mmHg niet minimaal 5 seconden kan vasthouden onder het gewicht van
eigen benen wordt te test stop gezet. Als de patiënt de 40mmHg wel kan waarborgen krijgt
zij de opdracht de langzaam te laten zakken terwijl de rug stabiel blijft. Idealiter is een
persoon in staat om de benen te laten zakken met een maximaal verschil van 10mmHg
tijdens de beweging en in staat de voeten een paar millimeter boven de bank stil te houden
met een waarborging van de 40mmHg.
DOUBLE KNEE BEND TEST IN PRONE LYING: De patiënt kan de knieën tot 120 graden
flecteren en hierbij een neutrale rug behouden.
WERVELKOLOM
MINOR
Lucas Broos
,Motorische controle tests for lumbar flexion UCM
DOUBLE BENT LEG LIGT TEST IN CROOK LYING: De stabilizer wordt onder de lordose van de
patiënt geplaatst en tot 40 mmHg opgepompt. De patiënt wordt geïnstrueerd de knieën
gebogen te houden en de wervelkolom neutraal te houden terwijl zij de heup tot 90 graden
flexie bewegen, tijdens het bewegen mag er een toe of afname van 10 mmHg
waarneembaar zijn, maar op het moment dat de 90 graden heupflexie behaald is moet de
druk weer 40 mmHg zijn. Deze positie moet 5 seconden vastgehouden worden waarbij er
geen drukverschil zichtbaar wordt op de stabilizer. Een toename in druk wijst op een
toename van lumbale flexie of posterior tilt van de pelvis. Een afname in druk wijst op een
toename van lumbale extensie of anterior tilt van de pelvis.
FORWARD LEAN TEST IN SITTING: De patiënt zit rechtop met de voeten stevig op de grond.
De therapeut palpeert de processus spinosi van L2, L5 en S2 om de lumbale neutraliteit te
kunnen monitoren. De patiënt krijgt de instructie om voorover te buigen, waarbij de rug
neutraal blijft. Idealiter zou een persoon 30 graden heupflexie moeten kunnen maken
zonder lumbaal te bewegen.
DOUBLE KNEE EXTENSION IN SITTING: De patiënt zit rechtop met beide voeten van de vloer
met de lumbale wervelkolom en pelvis in een neutrale positie. De acromions zouden
verticaal boven de tuber ischiadica moeten staan. De patiënt wordt geïnstrueerd de knieën
te strekken binnen 10-15 graden van de maximale strekking, terwijl zij de rug en pelvis
neutraal houden. Een beweging aan de pelvis kan je herkennen aan het voor- of achterover
buigen van de romp. Idealiter kan een persoon deze beweging uitvoeren zonder de rug of
pelvis te bewegen, het onvermogen dit te doen kan wijzen op MCI maar ook op een te korte
hamstring/te hoge tonus.
, Motorische controle tests for lumbar extension UCM
THORACIC EXTENSION SWAY TEST IN STANDING: De patiënt staat rechtop met het hoofd
direct boven de schouders en de heupen heel licht in flexie. De patiënt krijgt de opdracht om
thoracaal extensie te maken zonder dat de pelvis naar voren beweegt. Oefen deze beweging
eerst een aantal keer met de patiënt met de handen aan de tafel, het daadwerkelijk testen is
met de handen vrij. Het sternum, de claviculae en de acromions moeten allen omhoog en
voorwaarts zijn bewogen zonder dat er een beweging in de pelvis heeft plaatsgevonden. Let
ook op huidplooien, dit kan duiden op segmentale extensie hinging. Deze hinge is het meest
prevalent op L5-S1 maar kan ook voorkomen op L3-L4 en L4-L5.
DOUBLE BENT LEG LOWER TEST IN CROOK LYING: De stabilizer wordt onder de lordose van
de patiënt geplaatst en tot 40 mmHg opgepompt. Vervolgens brengt de therapeut passief de
heup naar een hoek van 90 graden. Het is normaal dat de druk op de mmHg meter iets is
toegenomen vanwege het optreden van posterior pelvic tilt. Indien dit het geval is wordt de
patiënt geïnstrueerd om de pelvis terug naar de neutrale positie te brengen zodat de 40
mmHg weer gehaald wordt, terwijl de therapeut de ledematen nog ondersteunt. Wanneer
de 40 mmHg behaald is stopt de therapeut met het ondersteunen van de benen, wanneer
de patiënt de 40mmHg niet minimaal 5 seconden kan vasthouden onder het gewicht van
eigen benen wordt te test stop gezet. Als de patiënt de 40mmHg wel kan waarborgen krijgt
zij de opdracht de langzaam te laten zakken terwijl de rug stabiel blijft. Idealiter is een
persoon in staat om de benen te laten zakken met een maximaal verschil van 10mmHg
tijdens de beweging en in staat de voeten een paar millimeter boven de bank stil te houden
met een waarborging van de 40mmHg.
DOUBLE KNEE BEND TEST IN PRONE LYING: De patiënt kan de knieën tot 120 graden
flecteren en hierbij een neutrale rug behouden.
