Sport & beweging 1 theorie
1. Inleiding
2. Inleiding trainingsleer
2.1. Terminologie
- Fitness
o Nederlands = trainingsprogramma
o Engels = fitheid
- Fitheid
o WHO: fitheid is vermogen om op bevredigende wijze spierarbeid te verrichten
o Middel om verschillende doeleinden te bereiken
Physical fitness: lichamelijke fitheid
Performance-related fitness: taakgerichte fitheid
Health-related fitness: gezondheidsgerelateerde fitheid
2.2. Factoren die een sportprestatie beïnvloeden
2.3. Training als een opgebouwd programma
- Training = oefenproces systematische wijze vaardigheden oefenen hoger prestatie- of
belastbaarheidsniveau te komen / te behouden
- Basiseigenschap bepaalt door sport
- Training = individueel programma
1) Het trainingseffect
o Oefening = onderdeel training training = groter geheel (meerdere oefeningen)
o Training: oefeningen systematisch uitvoeren + vaardigheden geoefend
Doel: prestatieniveau of belastbaarheidsniveau te verhogen/ onderhouden
o Oefeneffect: binnen oefening winst boeken
Herhaald afwisselen inspanning & herstel
o Trainingseffect: resultaat progressieve aanpassing aan geleverde inspanning
Aard, intensiteit, omvang oefenprikkel bepalen trainingswinst
Meerdere oefeningen uitvoeren
Max krachttraining meer kracht & toename spiervolume
o Trainen: leveren herhaalde inspanningen om # fysiologische reacties uit te lokken
o Einde inspanning: herstelfase fysiologisch evenwicht terug normaliseren (homeostase)
Energiebronnen: aangevuld tot beginniveau + nemen toe met tijdelijk verhoogd
prestatieniveau principe van supercompensatie
Lichaam beter voorbereid op inspanningen (daarna)
o Oefenprikkels: systematisch aanbieden stabiel aanpassingseffect (trainingseffect)
Niet onmiddellijk zichtbaar
,Sport & beweging 1 theorie
Herhaald verstoren van homeostase blijvende functionele & structurele
veranderingen
Hoelang: afh van geslacht, trainingsprogramma, fysieke basiseigenschappen
trainen, individuele trainingsgevoeligheid
Volhouden om trainingseffect te zien!
2) Behandelplan
o Onderzoek voor training idee belasting/ belastbaarheid
sporter + hulpvraag
Vraaggesprek en testresultaten behandeldoelen
opstellen (prioriteit)
Overleg met sporter
Behandelplan opstellen met aansluitend
behandeling
o Methodisch handelen afbeelding
3) Trainingsprogramma
o Rekening houden met
Vaststellen trainingsdoelen
Keuze van bewegingsactiviteiten
Invullen trainingsvariabelen: variatie voldoende prikkels
Rekening houden met trainingswetten
Opbouw onderdelen trainingsinhoud
Wat eerst aan bod
Eerst duur toenemen dan intensiteit
Uitvoeren trainingsprogramma
Meten/ evalueren controle van te bereiken doel
Inzicht beginniveau nodig + tussentijdse evaluaties uitvoeren
Bijstellen op regelmatige tijdstippen op basis controles & vooropgestelde doel
4) Trainingsvariabelen
o Zwaarte bepaald door combinatie 4 factoren, onmogelijk los van elkaar bekijken
1) Intensiteit
Mate inspannen
Lage intensiteit: nauwelijks of slechts weinig inspannen lang volhouden
Zeer intensieve inspanning: korte tijd
Hoe heviger, hoe intensiever ademen, hoe hoger hartslag oploopt tot max
Hartslag = maatstaaf voor intensiteit inspanning
2) Aard
Aard: grote weerslag op zwaarte ervan
Fietser: vermoeid bij zwemmen/ lopen bepaalde bewegingen = bepaalde
spiergroepen
Andere spiergroepen: geen of klein trainingseffect
Bewegingen niet gewoon & ongetrainde spieren gebruiken sneller vermoeid
3) Duur
Niet-getrainde mensen: licht intensieve inspanningen
Hoe lager intensiteit, hoe langer volhouden trainingseffect
30 min continue training = zonder OPW & CD
Niet onmiddellijk mogelijk? minstens 30 min met geleidelijk aan continue
inspanning op te bouwen: 6 x 5’
4) Frequentie
Intensieve & lange inspanningen langer herstel dan korte
Te snel nieuwe: geen kans volledig herstellen nieuwe inspanning = zwaarder
Te lang wachten tussen 2: trainingseffect vorige inspanning weg
5) Periodisering
,Sport & beweging 1 theorie
o Tijdsindeling van trainingsproces waarbij belastingsdynamiek periodiek wijzigt
In functie van sportwedstrijd
o Indelen van totale trainingsstructuur in kleinere periodes
o Trainingscyclus: 1 jaar in meeste sportdisciplines
Voorbereidingsperiode: conditie ontwikkelen
Van rustige naar meer intensieve trainingen
o Verschillende energiesystemen
o Positieve invloed op zuurstofvermogen
o Verminderen van eentonigheid
o Minder stagnatie in prestaites
Doelstelling vastleggen: ritme trainingsopbouw bepalen
Geleidelijke opbouw van rustige naar meer intensieve trainingen
o Intensief neemt toe wanneer wedstrijd nadert
o Mag ook vroeg wanneer basis uithouding voldoende getraind
Voordelen
o Belasten van verschillende energieleverantiesystemen
Variatie zorgt voor vetmetabolisme & suikermetabolisme
gestimuleerd
o Positieve invloed op zuurstofopnamevermogen
Max zuurstofopnamevermogen verbeterd door trage
duurtrainingen
Ook training in aeroob-anaeroob zone
o Vermijden van eentonigheid waardoor ook risico op overtraining
kleiner wordt
o Minder risico op stagnatie in prestatieniveau
Prestatieverbetering slechts mogelijk als gevarieerde
trainingsprikkels toegediend
Trainingsvolume voorrang op intensiteit
o Aandacht aan ontwikkeling aerobe uithoudingsvermogen
o ED = belangrijkste trainingsvorm
Wedstrijdperiode: basiselementen goede conditie omzetten in wedstrijdresultaten
Overgangsperiode: actieve recuperatie
o 10 weken: voorbereidingsperiode conditie opbouwen naar specifiek doel
- Hoe een periode opbouwen?
o Periodiseren: indelen totale trainingsstructuur in kleinere beter hanteerbare periodes
Overzicht wat bereiken en welke manier
o Doel: bepalen van alle korte, middellange, en lange termijn maatregelen om trainingsproces te
sturen in richting optimaal prestatievermogen op vooraf bepaald tijdstip in trainingscyclus
Tijdstip (conditiepiek)
o Macrocycli: voorbereidings-, wedstrijd en overgangsperiode
2 tot 5 maanden
o jaarplan: periodisering met variaties in trainingsomvang en intensiteit
o binnen macrocycli verschillende kleinere: mesocycli & microcycli
variaties in omvang, intensiteit training
o mesocyclus: opeenvolging aantal microcycli
variaties trainingsinhoud en belastingsdynamiek
periode van 3 – 6 weken meestal 4
o microcyclus: kleinste
periode 5 – 10 dagen meestal week
kleine variaties in belastingsdynamiek
duidelijke specifieke trainingsinhoud
, Sport & beweging 1 theorie
o duur trainingsperiodes: gebaseerd op wetenschappelijke kennis & ervaring tot adaptatietijden
adaptatietijden van trainingen: tijd nodig om trainingseffect te bereiken
rekening houden met
trainingsgevoeligheid bij verschillende individuen
afhankelijk van belasting
moeilijk uitspraak exacte duur
- 50% voorbereiding, 25% voorbereiding competitie, 15% competitie, 10% actieve rust
- Macrocycli
o Keuze afhankelijk van beginniveau
Standaardcylus: laag/ lager beginniveau opbouwen trainginskwaliteit
Toenemende blokcyclus: goede basisconditie & beginniveau meer dan 10km
o Standaardcyclus
Geleidelijke & progressieve toename trainingsvolume 10% per week
Meer: kans blessures & overbelasting
Afstand ED of LSD, duur intervaltraining
Opbouwen trainingskwantiteit: tijdens voorbereidingsperiode of na periode van
inactiviteit
Gevaar voor overbelasting geen rekening met recuperatieperioden
Voor sporters: beginniveau 0 – 5 km
o Standaardcyclus met 1 rustweek
10% per week met uitzondering herstel microcyclus
Week 6: trainingsvolume met 40% verminderen
Opbouw trainingskwantiteit
Gevaar overbelasting minder groot recuperatieweek
Beginniveau 5 – 10km
o Toenemende blokcyclus
Toename trainingsvolume: golfbeweging nog steeds 10% per week
Uitzondering herstel-microcyclussen
o In week 4 & 7 verminderen met 40%
o Nadien volume terug progressief toenemen
Opbouwen traingingskwantiteit
Overbelasting minder groot recuperatieweek
Beginniveau van meer dan 10 km
Vooral tijdens 2de gedeelte voorbereidingsperiode
Test eind week 4 = tussentijdse evaluatie
- Mesocyclus
o Opeenvolging aantal microcycli + 2 kenmerken
Bepaalt binnen trainingsstructuur verhouding verschillende te trainen componenten
Opeenvolging van golven die verhouding van intensiteit & omvang weergeven
Totale belasting: stijgende trend
o Aanpassingen: in fasen met vast omlijnde individuele tijdsperioden belang voor duur
Eenmalig doorlopen mesocyclus niet voldoende voor blijvende verbeteringen
Na 3 weken toenemende belasting
1 week herstel trainingsbelasting drastisch verminderen
Te hoge trainingsbelasting in herstel-microcylcus aanpassingsprocessen
verstoren
Bedoel om: aanpassingen & supercompensatie mogelijk te maken
o Vermoeidheid vorige 3 microcycli te elimineren
- Microcyclus
o Zorgen opeenvolgende oefenprikkels samenvallen fasen van supercompensatie
o Kenmerken
1. Inleiding
2. Inleiding trainingsleer
2.1. Terminologie
- Fitness
o Nederlands = trainingsprogramma
o Engels = fitheid
- Fitheid
o WHO: fitheid is vermogen om op bevredigende wijze spierarbeid te verrichten
o Middel om verschillende doeleinden te bereiken
Physical fitness: lichamelijke fitheid
Performance-related fitness: taakgerichte fitheid
Health-related fitness: gezondheidsgerelateerde fitheid
2.2. Factoren die een sportprestatie beïnvloeden
2.3. Training als een opgebouwd programma
- Training = oefenproces systematische wijze vaardigheden oefenen hoger prestatie- of
belastbaarheidsniveau te komen / te behouden
- Basiseigenschap bepaalt door sport
- Training = individueel programma
1) Het trainingseffect
o Oefening = onderdeel training training = groter geheel (meerdere oefeningen)
o Training: oefeningen systematisch uitvoeren + vaardigheden geoefend
Doel: prestatieniveau of belastbaarheidsniveau te verhogen/ onderhouden
o Oefeneffect: binnen oefening winst boeken
Herhaald afwisselen inspanning & herstel
o Trainingseffect: resultaat progressieve aanpassing aan geleverde inspanning
Aard, intensiteit, omvang oefenprikkel bepalen trainingswinst
Meerdere oefeningen uitvoeren
Max krachttraining meer kracht & toename spiervolume
o Trainen: leveren herhaalde inspanningen om # fysiologische reacties uit te lokken
o Einde inspanning: herstelfase fysiologisch evenwicht terug normaliseren (homeostase)
Energiebronnen: aangevuld tot beginniveau + nemen toe met tijdelijk verhoogd
prestatieniveau principe van supercompensatie
Lichaam beter voorbereid op inspanningen (daarna)
o Oefenprikkels: systematisch aanbieden stabiel aanpassingseffect (trainingseffect)
Niet onmiddellijk zichtbaar
,Sport & beweging 1 theorie
Herhaald verstoren van homeostase blijvende functionele & structurele
veranderingen
Hoelang: afh van geslacht, trainingsprogramma, fysieke basiseigenschappen
trainen, individuele trainingsgevoeligheid
Volhouden om trainingseffect te zien!
2) Behandelplan
o Onderzoek voor training idee belasting/ belastbaarheid
sporter + hulpvraag
Vraaggesprek en testresultaten behandeldoelen
opstellen (prioriteit)
Overleg met sporter
Behandelplan opstellen met aansluitend
behandeling
o Methodisch handelen afbeelding
3) Trainingsprogramma
o Rekening houden met
Vaststellen trainingsdoelen
Keuze van bewegingsactiviteiten
Invullen trainingsvariabelen: variatie voldoende prikkels
Rekening houden met trainingswetten
Opbouw onderdelen trainingsinhoud
Wat eerst aan bod
Eerst duur toenemen dan intensiteit
Uitvoeren trainingsprogramma
Meten/ evalueren controle van te bereiken doel
Inzicht beginniveau nodig + tussentijdse evaluaties uitvoeren
Bijstellen op regelmatige tijdstippen op basis controles & vooropgestelde doel
4) Trainingsvariabelen
o Zwaarte bepaald door combinatie 4 factoren, onmogelijk los van elkaar bekijken
1) Intensiteit
Mate inspannen
Lage intensiteit: nauwelijks of slechts weinig inspannen lang volhouden
Zeer intensieve inspanning: korte tijd
Hoe heviger, hoe intensiever ademen, hoe hoger hartslag oploopt tot max
Hartslag = maatstaaf voor intensiteit inspanning
2) Aard
Aard: grote weerslag op zwaarte ervan
Fietser: vermoeid bij zwemmen/ lopen bepaalde bewegingen = bepaalde
spiergroepen
Andere spiergroepen: geen of klein trainingseffect
Bewegingen niet gewoon & ongetrainde spieren gebruiken sneller vermoeid
3) Duur
Niet-getrainde mensen: licht intensieve inspanningen
Hoe lager intensiteit, hoe langer volhouden trainingseffect
30 min continue training = zonder OPW & CD
Niet onmiddellijk mogelijk? minstens 30 min met geleidelijk aan continue
inspanning op te bouwen: 6 x 5’
4) Frequentie
Intensieve & lange inspanningen langer herstel dan korte
Te snel nieuwe: geen kans volledig herstellen nieuwe inspanning = zwaarder
Te lang wachten tussen 2: trainingseffect vorige inspanning weg
5) Periodisering
,Sport & beweging 1 theorie
o Tijdsindeling van trainingsproces waarbij belastingsdynamiek periodiek wijzigt
In functie van sportwedstrijd
o Indelen van totale trainingsstructuur in kleinere periodes
o Trainingscyclus: 1 jaar in meeste sportdisciplines
Voorbereidingsperiode: conditie ontwikkelen
Van rustige naar meer intensieve trainingen
o Verschillende energiesystemen
o Positieve invloed op zuurstofvermogen
o Verminderen van eentonigheid
o Minder stagnatie in prestaites
Doelstelling vastleggen: ritme trainingsopbouw bepalen
Geleidelijke opbouw van rustige naar meer intensieve trainingen
o Intensief neemt toe wanneer wedstrijd nadert
o Mag ook vroeg wanneer basis uithouding voldoende getraind
Voordelen
o Belasten van verschillende energieleverantiesystemen
Variatie zorgt voor vetmetabolisme & suikermetabolisme
gestimuleerd
o Positieve invloed op zuurstofopnamevermogen
Max zuurstofopnamevermogen verbeterd door trage
duurtrainingen
Ook training in aeroob-anaeroob zone
o Vermijden van eentonigheid waardoor ook risico op overtraining
kleiner wordt
o Minder risico op stagnatie in prestatieniveau
Prestatieverbetering slechts mogelijk als gevarieerde
trainingsprikkels toegediend
Trainingsvolume voorrang op intensiteit
o Aandacht aan ontwikkeling aerobe uithoudingsvermogen
o ED = belangrijkste trainingsvorm
Wedstrijdperiode: basiselementen goede conditie omzetten in wedstrijdresultaten
Overgangsperiode: actieve recuperatie
o 10 weken: voorbereidingsperiode conditie opbouwen naar specifiek doel
- Hoe een periode opbouwen?
o Periodiseren: indelen totale trainingsstructuur in kleinere beter hanteerbare periodes
Overzicht wat bereiken en welke manier
o Doel: bepalen van alle korte, middellange, en lange termijn maatregelen om trainingsproces te
sturen in richting optimaal prestatievermogen op vooraf bepaald tijdstip in trainingscyclus
Tijdstip (conditiepiek)
o Macrocycli: voorbereidings-, wedstrijd en overgangsperiode
2 tot 5 maanden
o jaarplan: periodisering met variaties in trainingsomvang en intensiteit
o binnen macrocycli verschillende kleinere: mesocycli & microcycli
variaties in omvang, intensiteit training
o mesocyclus: opeenvolging aantal microcycli
variaties trainingsinhoud en belastingsdynamiek
periode van 3 – 6 weken meestal 4
o microcyclus: kleinste
periode 5 – 10 dagen meestal week
kleine variaties in belastingsdynamiek
duidelijke specifieke trainingsinhoud
, Sport & beweging 1 theorie
o duur trainingsperiodes: gebaseerd op wetenschappelijke kennis & ervaring tot adaptatietijden
adaptatietijden van trainingen: tijd nodig om trainingseffect te bereiken
rekening houden met
trainingsgevoeligheid bij verschillende individuen
afhankelijk van belasting
moeilijk uitspraak exacte duur
- 50% voorbereiding, 25% voorbereiding competitie, 15% competitie, 10% actieve rust
- Macrocycli
o Keuze afhankelijk van beginniveau
Standaardcylus: laag/ lager beginniveau opbouwen trainginskwaliteit
Toenemende blokcyclus: goede basisconditie & beginniveau meer dan 10km
o Standaardcyclus
Geleidelijke & progressieve toename trainingsvolume 10% per week
Meer: kans blessures & overbelasting
Afstand ED of LSD, duur intervaltraining
Opbouwen trainingskwantiteit: tijdens voorbereidingsperiode of na periode van
inactiviteit
Gevaar voor overbelasting geen rekening met recuperatieperioden
Voor sporters: beginniveau 0 – 5 km
o Standaardcyclus met 1 rustweek
10% per week met uitzondering herstel microcyclus
Week 6: trainingsvolume met 40% verminderen
Opbouw trainingskwantiteit
Gevaar overbelasting minder groot recuperatieweek
Beginniveau 5 – 10km
o Toenemende blokcyclus
Toename trainingsvolume: golfbeweging nog steeds 10% per week
Uitzondering herstel-microcyclussen
o In week 4 & 7 verminderen met 40%
o Nadien volume terug progressief toenemen
Opbouwen traingingskwantiteit
Overbelasting minder groot recuperatieweek
Beginniveau van meer dan 10 km
Vooral tijdens 2de gedeelte voorbereidingsperiode
Test eind week 4 = tussentijdse evaluatie
- Mesocyclus
o Opeenvolging aantal microcycli + 2 kenmerken
Bepaalt binnen trainingsstructuur verhouding verschillende te trainen componenten
Opeenvolging van golven die verhouding van intensiteit & omvang weergeven
Totale belasting: stijgende trend
o Aanpassingen: in fasen met vast omlijnde individuele tijdsperioden belang voor duur
Eenmalig doorlopen mesocyclus niet voldoende voor blijvende verbeteringen
Na 3 weken toenemende belasting
1 week herstel trainingsbelasting drastisch verminderen
Te hoge trainingsbelasting in herstel-microcylcus aanpassingsprocessen
verstoren
Bedoel om: aanpassingen & supercompensatie mogelijk te maken
o Vermoeidheid vorige 3 microcycli te elimineren
- Microcyclus
o Zorgen opeenvolgende oefenprikkels samenvallen fasen van supercompensatie
o Kenmerken