Pluriforme samenleving
4.1 Verschil en verdraagzaamheid
1.1 De langzame eenwoordig van Nederland
In de loop van de eeuwen zijn er veel reizigers naar Nederland getrokken, zij
hadden andere indrukken en gewoontes dan ons.
Nederland wordt omschreven door Edmond en Jules als een land waar alles in
orde, samenhangend, onontkoombaar en logisch is. Alle gedachtes over
Nederland gaan over de vrijheidsdrang en over het verlangen naar ordening.
Pluriforme Samenleving = in Nederland is sinds de onafhankelijkheid in 1648
een zekere mate van verdraagzaamheid bestond, ondanks het feit dat het een
land was waarin mensen van verschillende sociale klassen zijn. Pluri betekent
meer, een pluriforme samenleving is een samenleving met verschillende
culturen.
Het duurde lang na de onafhankelijkheid voordat de inwoners van het land zich
onderdeel gingen voelen in de gemeenschap. Er waren verschillen tussen
protestant en katholiek, noord en zuid, stad en platteland en tussen de hoge en
lage klasse.
Bij de vorming van Nederland hebben communicatiemiddelen (telegrafie of
spoorwegen) een belangrijke rol gespeeld. Toen de afstanden tot elkaar kleiner
werden raakte de inwoners meer met elkaar betrokken en verbonden.
Begin 20ste eeuw werd overal dezelfde tijdrekening ingevoerd. Dit wordt gezien
als moment wanneer nederland verbonden was.
1.2 Zijn wij tolerant?
Nederland heeft een morele geografie, dit is wanneer mensen dicht op elkaar
moeten wonen doordat er een klein grondgebied is. Dit heeft invloed op hoe
mensen met elkaar omgaan.
Door de morele geografie en pluriforme eigenschappen heeft Nederland een
klimaat van tolerantie opgebouwd.
De tolerantie was eerst een pragmatische keuze, de bestuurders realiseerden
zich hoe kwetsbaar de maatschappelijke vrede was.
Nederland was in die tijd een land die veel handelde over de grenzen, dus ze
konden zich niet druk maken over culturele verschillen. In dit geval woog het
profijt zwaarder dan hun eigen principes van het geloof.
In deze tijd was tolerantie het door de vingers zien van iets wat eigenlijk
verboden was. Een voorbeeld zij schuilkerken, deze waren er wel maar niet
zichtbaar.
Vrijheid van geweten bestond in die tijd dus wel, je mocht je eige geloof
kiezen. Echter mocht je dit niet open uiten.
, Er zat een principiële kant (gevoelsmatig; wat jij goed vind) aan de tolerantie.
Veel mensen waren overtuigd dat er een vrijheid moest zijn van denken, mensen
hadden recht op hun eigen geweten.
1.3 Democratie van natte voeten
Nederland is altijd al een heel divers land geweest dat de hele tijd geworsteld
heeft om manieren te vinden waarop met verschillen kon worden omgegaan. Na
lange tijd heeft zich een cultuur ontwikkelt: poldermodel en
pacificatiedemocratie. Deze begrippen geven aan dat het in een land van
minderheden vaak om samenwerkingen gaat en dat de politiek een lwezit van
schikken en plooien is.
De traditie van conflictoplossing door overleg, is afkomstig van de strijd om het
water: kopje ondergaan of samenwerken om dit te voorkomen.
Het vermogen van onze samenleving om conflicten te vermijden of te dempen is
sterk ontwikkeld.
Er wordt constant gezocht naar het midden van verschillende tradities en
culturen, dit gaat samen met neiging tot conformisme.
Conformisme = het verlangen om zich aan te passen aan de opvattingen en
gedragingen van de meerderheid in de samenleving
Meestal hebben ruime meerderheden dezelfde mening en als er een verandering
optreedt dan veranderd de oude meerderheid mee en slaat al snel om in een
nieuwe meerderheid.
1.4 Een gepolariseerde tijd
Na de eeuwwisseling is de Nederlandse samenleving in een stroomversnelling
geraakt en lijkt er weinig over van de gelijkgestemdheid en verdraagzaamheid.
In deze periode is het politieke en sociale conflict scherper geworden.
Een zeker oorzaak is de globalisering, landen worden steeds afhankelijker van
elkaar. Dit heeft voordelen maar ook nadelen: buitenland wordt binnenland.
Deze polarisatie (dat de tegenstelling groter wordt) sinds de eeuwwisseling
heeft geleid tot een verhevigde politieke en maatschappelijke onzekerheid in de
omgang met culturele verschillen.
De sociale cohesie staat in Nederland onder druk, het vertrouwen van burgers
in elkaar en in de overheid is minder, en de maatschappelijke samenhang wordt
ook minder.
4.2 Cultuur en identiteit
2.1 Wat is een cultuur?
Cultuur = alle waarden, normen en andere aangeleerde kenmerken die de leven
van een groep of samenleving met elkaar gemeen hebben en als
vanzelfsprekend beschouwen. Een cultuur kan verandering ondergaan.
4.1 Verschil en verdraagzaamheid
1.1 De langzame eenwoordig van Nederland
In de loop van de eeuwen zijn er veel reizigers naar Nederland getrokken, zij
hadden andere indrukken en gewoontes dan ons.
Nederland wordt omschreven door Edmond en Jules als een land waar alles in
orde, samenhangend, onontkoombaar en logisch is. Alle gedachtes over
Nederland gaan over de vrijheidsdrang en over het verlangen naar ordening.
Pluriforme Samenleving = in Nederland is sinds de onafhankelijkheid in 1648
een zekere mate van verdraagzaamheid bestond, ondanks het feit dat het een
land was waarin mensen van verschillende sociale klassen zijn. Pluri betekent
meer, een pluriforme samenleving is een samenleving met verschillende
culturen.
Het duurde lang na de onafhankelijkheid voordat de inwoners van het land zich
onderdeel gingen voelen in de gemeenschap. Er waren verschillen tussen
protestant en katholiek, noord en zuid, stad en platteland en tussen de hoge en
lage klasse.
Bij de vorming van Nederland hebben communicatiemiddelen (telegrafie of
spoorwegen) een belangrijke rol gespeeld. Toen de afstanden tot elkaar kleiner
werden raakte de inwoners meer met elkaar betrokken en verbonden.
Begin 20ste eeuw werd overal dezelfde tijdrekening ingevoerd. Dit wordt gezien
als moment wanneer nederland verbonden was.
1.2 Zijn wij tolerant?
Nederland heeft een morele geografie, dit is wanneer mensen dicht op elkaar
moeten wonen doordat er een klein grondgebied is. Dit heeft invloed op hoe
mensen met elkaar omgaan.
Door de morele geografie en pluriforme eigenschappen heeft Nederland een
klimaat van tolerantie opgebouwd.
De tolerantie was eerst een pragmatische keuze, de bestuurders realiseerden
zich hoe kwetsbaar de maatschappelijke vrede was.
Nederland was in die tijd een land die veel handelde over de grenzen, dus ze
konden zich niet druk maken over culturele verschillen. In dit geval woog het
profijt zwaarder dan hun eigen principes van het geloof.
In deze tijd was tolerantie het door de vingers zien van iets wat eigenlijk
verboden was. Een voorbeeld zij schuilkerken, deze waren er wel maar niet
zichtbaar.
Vrijheid van geweten bestond in die tijd dus wel, je mocht je eige geloof
kiezen. Echter mocht je dit niet open uiten.
, Er zat een principiële kant (gevoelsmatig; wat jij goed vind) aan de tolerantie.
Veel mensen waren overtuigd dat er een vrijheid moest zijn van denken, mensen
hadden recht op hun eigen geweten.
1.3 Democratie van natte voeten
Nederland is altijd al een heel divers land geweest dat de hele tijd geworsteld
heeft om manieren te vinden waarop met verschillen kon worden omgegaan. Na
lange tijd heeft zich een cultuur ontwikkelt: poldermodel en
pacificatiedemocratie. Deze begrippen geven aan dat het in een land van
minderheden vaak om samenwerkingen gaat en dat de politiek een lwezit van
schikken en plooien is.
De traditie van conflictoplossing door overleg, is afkomstig van de strijd om het
water: kopje ondergaan of samenwerken om dit te voorkomen.
Het vermogen van onze samenleving om conflicten te vermijden of te dempen is
sterk ontwikkeld.
Er wordt constant gezocht naar het midden van verschillende tradities en
culturen, dit gaat samen met neiging tot conformisme.
Conformisme = het verlangen om zich aan te passen aan de opvattingen en
gedragingen van de meerderheid in de samenleving
Meestal hebben ruime meerderheden dezelfde mening en als er een verandering
optreedt dan veranderd de oude meerderheid mee en slaat al snel om in een
nieuwe meerderheid.
1.4 Een gepolariseerde tijd
Na de eeuwwisseling is de Nederlandse samenleving in een stroomversnelling
geraakt en lijkt er weinig over van de gelijkgestemdheid en verdraagzaamheid.
In deze periode is het politieke en sociale conflict scherper geworden.
Een zeker oorzaak is de globalisering, landen worden steeds afhankelijker van
elkaar. Dit heeft voordelen maar ook nadelen: buitenland wordt binnenland.
Deze polarisatie (dat de tegenstelling groter wordt) sinds de eeuwwisseling
heeft geleid tot een verhevigde politieke en maatschappelijke onzekerheid in de
omgang met culturele verschillen.
De sociale cohesie staat in Nederland onder druk, het vertrouwen van burgers
in elkaar en in de overheid is minder, en de maatschappelijke samenhang wordt
ook minder.
4.2 Cultuur en identiteit
2.1 Wat is een cultuur?
Cultuur = alle waarden, normen en andere aangeleerde kenmerken die de leven
van een groep of samenleving met elkaar gemeen hebben en als
vanzelfsprekend beschouwen. Een cultuur kan verandering ondergaan.
