Samenvatting boek en colleges
BOEK
Hoofdstuk 1. Introduction to psychological assessment: why we do it and what is it?
Psychologie enige mentale gezondheidsprofessionals die formele assessment uitvoeren. Niet
alleen klinische psychologie, maar ook industriële en organisatie psychologie, onderzoeks- en
onderwijspsychologie.
Taal van assessment;
- Test: apparaat of procedure waarbij een steekproef van gedrag van individu wordt
verkregen, geëvalueerd en gescoord door gestandaardiseerde procedures te gebruiken.
o Gestandaardiseerde test: test die toegediend, gescoord en geïnterpreteerd wordt
op een standaard manier.
- Meting: set van regels voor toewijzen van getallen om objecten, eigenschappen,
attributen, of gedragingen weer te geven. Een psychologische test is een
metingsapparaat, en daarom heeft het regels voor het toewijzen van getallen die
gedragingen van een individu weergeven.
- Assessment: systematische procedure voor verzamelen van informatie dat gebruikt
kan worden voor gevolgtrekkingen over karakteristieken van mensen/objecten. Vaak
meerdere bronnen met meerdere methodes; dus breder dan testen.
Psychologisch testen is een duidelijker, directer proces waarbij een specifieke test
wordt gebruikt om een specifieke score te verkrijgen. Psychologische assessment integreert
meerdere scores, verkregen door meerdere testen, met informatie verkregen door records te
reviewen, interviews te houden en observaties te doen. Doel is om beter begrip te krijgen van
client, vragen te beantwoorden, en communiceren van bevindingen naar individuen.
- Evaluatie: discussiëren van assessment, testen en metingen. Beoordelen van de waarde
van iets.
- Betrouwbaarheid: refereert aan de stabiliteit, consistentie, en accuraatheid van
testscores. Level waarbij de testscores zonder meting-errors zijn.
- Validiteit: refereert aan accuraatheid van de interpretaties van testscores.
Testtypes:
- Maximale performance tests: ontworpen om de bovenste limieten van de kennis en
vaardigheden van individu te schatten. Geclassificeerd als:
o Prestatie testen of bekwaamheid testen
Prestatie (achievement): schatten van kennis of skills van een individu
in een domein waarin hij/zij instructies heeft gehad. Vaak meting wat is
geleerd op één bepaald moment.
Bekwaamheid (aptitude): breder, meten van cognitieve skills,
capaciteiten, en kennis die een individu heeft door levenservaringen.
Vaak om toekomstperformance te voorspellen of om te reflecteren op
iemands potentieel in werk/academia.
o Objectief of subjectief
Objectief: onpartijdigheid of geen persoonlijke bias. De mate waarop
getrainde examinatoren de testresultaten hetzelfde scoren.
Subjectief: hangt af van persoonlijke beoordeling van individu die de
test becijfert.
o Snelheids- of krachttesten
Snelheid: prestatie reflecteert verschillen in snelheid van prestatie
, Kracht: prestatie reflecteert moeilijkheid van de items die degene juist
kan beantwoorden.
- Typische response testen: ontworpen om typisch gedrag en karakteristieken van
onderzochten te meten. Geclassificeerd als:
o Objectief en projectief
Objectieve testen: ook onpartijdigheid/geen persoonlijke bias.
Objectieve persoonlijkheidstesten gebruiken selected-response items
(bijv. waar-niet waar) en worden objectief gescoord.
Projectieve persoonlijkheidstesten bevatten ongestructureerde of
ambigue materialen die de oneindige range van antwoorden kan
bevatten. Subjectiviteit aan scoren. “Projectieve hypothese”: wanneer
individu antwoordt op ambigue stimulus, het antwoord reflecteert
onbewuste verlangens, motieven zonder de ego of bewuste geest.
Type scores
- Normgerichte scores: interpretaties van prestatie wordt vergeleken met prestaties van
anderen. (relatief)
- Op criteria gebaseerde scores: interpretaties van prestatie vergeleken met een
gespecificeerd niveau van prestatie. Nadruk op wat iemand weet/kan doen. (absoluut)
Assumpties van psychologische assessment
1. Psychologische constructen bestaan: construct is de karakteristiek/variabele die een test
meet; bijv. intelligentie, depressie
2. Psychologische constructen kunnen worden gemeten.
3. Onze metingen zijn niet perfect: altijd een mate van error.
4. Er zijn verschillende manieren om een construct te meten.
5. Alle assessment procedures hebben sterke en zwakke punten.
6. Meerdere bronnen van informatie moeten deel zijn van assessment proces.
7. Prestatie op testen kan gegeneraliseerd worden naar niet-test gedrag.
8. Assessment kan informatie verschaffen die psychologen helpt betere beslissingen te nemen.
9. Assessment kan uitgevoerd worden op een eerlijke manier.
10. Van testen en assessment kunnen individuelen en de maatschappij profiteren
Waarom testen gebruiken?
- Omdat mensen niet goed zijn in objectief beoordelen van anderen, en de meeste niet-
test assessments bevatten subjectieve beoordelingen.
- Ook gedragen cliënten zich soms anders dan ze zich voelen
Veel voorkomende toepassingen van psychologische assessment
- Diagnose: wanneer oorzaak van een disorder, ziekte, of verwonding wordt
gespecificeerd. In psychologie vaak informatie verkregen uit verschillende assessment
procedures en gebruikt van DSM-IV.
- Behandeling planning en effectiviteit: specifieke behoeften client.
- Selectie, plaatsing, en classificatie: bij bijv. universiteiten of werk
- Zelfbegrip: bijv. carrière testen
- Evaluatie: bijv. voortgang studenten meten of evaluatie vak bij studenten.
- Bevoegdheden: bijv. rijbewijs of medische bevoegdheid
- Programma evaluatie: bijv. evaluatie van werk training programma’s
- Wetenschappelijke methode: testen in wetenschap.
, Participanten in assessmentproces
- Mensen die testen ontwerpen
- Mensen die testen gebruiken (bijv. psychologen)
- Mensen die testen afleggen
- Andere mensen betrokken bij assessmentproces (bijv. mensen die les geven over
assessment)
Psychologische assessment in 21e eeuw
- Computerized Adaptive Testing (CAT)
- Andere technologische applicaties: simulatoren,
- Authentieke assessments: nadruk op prestatie assessments en portfolio’s in
educationele settingen.
- Gezondheidszorg bezorgsystemen
- High-stakes assessment
Hoofdstuk 11. Behavioral assessment
Gedragsassessment benadrukt wat een persoon doet. Vaak een multimethode, multimodale
benadering: meerdere data/informatiebronnen gebruiken, meerdere technieken: bijv:
- Interviews
- Rating scales
o Impressionistisch want gaat over impressies
o Omnibus: wijde selectie van symptomen en gedragingen
o Domeinspecifiek: focus op 1 domein
- Directe observatie
- Continuous performance test
- Psychofysiologische assessment: kijken naar fysieke veranderingen.
College 2 Waarom assessment?
Subjectieve en objectieve metingen. Objectief meten
- Selecteren en afnemen van testen
- Interpreteren van testscores
Basisassumpties:
- voorwaarden voor het vertrouwen op testuitslagen en het assessmentproces
- onderbouwing van waarom en wanneer wel (of niet) testen
Selecteren van geschikte testen:
- houd het doel van assessment goed voor ogen
o wat is de hulpvraag?
o Welke testen kunnen hier antwoord op geven?
- Technische eigenschappen van testen verschillen
o Welke testen passen bij wat je wil meten, met zo min mogelijk belasting
o Kwaliteit van testen (COTAN)
Assessmentproces:
- Test
o Verkrijgen van “representatieve steekproef van gedrag” van individu
Waarschijnlijk: multi-method
o Systematische manier om informatie te verzamelen
En daarmee een belangrijk onderdeel van assessment
BOEK
Hoofdstuk 1. Introduction to psychological assessment: why we do it and what is it?
Psychologie enige mentale gezondheidsprofessionals die formele assessment uitvoeren. Niet
alleen klinische psychologie, maar ook industriële en organisatie psychologie, onderzoeks- en
onderwijspsychologie.
Taal van assessment;
- Test: apparaat of procedure waarbij een steekproef van gedrag van individu wordt
verkregen, geëvalueerd en gescoord door gestandaardiseerde procedures te gebruiken.
o Gestandaardiseerde test: test die toegediend, gescoord en geïnterpreteerd wordt
op een standaard manier.
- Meting: set van regels voor toewijzen van getallen om objecten, eigenschappen,
attributen, of gedragingen weer te geven. Een psychologische test is een
metingsapparaat, en daarom heeft het regels voor het toewijzen van getallen die
gedragingen van een individu weergeven.
- Assessment: systematische procedure voor verzamelen van informatie dat gebruikt
kan worden voor gevolgtrekkingen over karakteristieken van mensen/objecten. Vaak
meerdere bronnen met meerdere methodes; dus breder dan testen.
Psychologisch testen is een duidelijker, directer proces waarbij een specifieke test
wordt gebruikt om een specifieke score te verkrijgen. Psychologische assessment integreert
meerdere scores, verkregen door meerdere testen, met informatie verkregen door records te
reviewen, interviews te houden en observaties te doen. Doel is om beter begrip te krijgen van
client, vragen te beantwoorden, en communiceren van bevindingen naar individuen.
- Evaluatie: discussiëren van assessment, testen en metingen. Beoordelen van de waarde
van iets.
- Betrouwbaarheid: refereert aan de stabiliteit, consistentie, en accuraatheid van
testscores. Level waarbij de testscores zonder meting-errors zijn.
- Validiteit: refereert aan accuraatheid van de interpretaties van testscores.
Testtypes:
- Maximale performance tests: ontworpen om de bovenste limieten van de kennis en
vaardigheden van individu te schatten. Geclassificeerd als:
o Prestatie testen of bekwaamheid testen
Prestatie (achievement): schatten van kennis of skills van een individu
in een domein waarin hij/zij instructies heeft gehad. Vaak meting wat is
geleerd op één bepaald moment.
Bekwaamheid (aptitude): breder, meten van cognitieve skills,
capaciteiten, en kennis die een individu heeft door levenservaringen.
Vaak om toekomstperformance te voorspellen of om te reflecteren op
iemands potentieel in werk/academia.
o Objectief of subjectief
Objectief: onpartijdigheid of geen persoonlijke bias. De mate waarop
getrainde examinatoren de testresultaten hetzelfde scoren.
Subjectief: hangt af van persoonlijke beoordeling van individu die de
test becijfert.
o Snelheids- of krachttesten
Snelheid: prestatie reflecteert verschillen in snelheid van prestatie
, Kracht: prestatie reflecteert moeilijkheid van de items die degene juist
kan beantwoorden.
- Typische response testen: ontworpen om typisch gedrag en karakteristieken van
onderzochten te meten. Geclassificeerd als:
o Objectief en projectief
Objectieve testen: ook onpartijdigheid/geen persoonlijke bias.
Objectieve persoonlijkheidstesten gebruiken selected-response items
(bijv. waar-niet waar) en worden objectief gescoord.
Projectieve persoonlijkheidstesten bevatten ongestructureerde of
ambigue materialen die de oneindige range van antwoorden kan
bevatten. Subjectiviteit aan scoren. “Projectieve hypothese”: wanneer
individu antwoordt op ambigue stimulus, het antwoord reflecteert
onbewuste verlangens, motieven zonder de ego of bewuste geest.
Type scores
- Normgerichte scores: interpretaties van prestatie wordt vergeleken met prestaties van
anderen. (relatief)
- Op criteria gebaseerde scores: interpretaties van prestatie vergeleken met een
gespecificeerd niveau van prestatie. Nadruk op wat iemand weet/kan doen. (absoluut)
Assumpties van psychologische assessment
1. Psychologische constructen bestaan: construct is de karakteristiek/variabele die een test
meet; bijv. intelligentie, depressie
2. Psychologische constructen kunnen worden gemeten.
3. Onze metingen zijn niet perfect: altijd een mate van error.
4. Er zijn verschillende manieren om een construct te meten.
5. Alle assessment procedures hebben sterke en zwakke punten.
6. Meerdere bronnen van informatie moeten deel zijn van assessment proces.
7. Prestatie op testen kan gegeneraliseerd worden naar niet-test gedrag.
8. Assessment kan informatie verschaffen die psychologen helpt betere beslissingen te nemen.
9. Assessment kan uitgevoerd worden op een eerlijke manier.
10. Van testen en assessment kunnen individuelen en de maatschappij profiteren
Waarom testen gebruiken?
- Omdat mensen niet goed zijn in objectief beoordelen van anderen, en de meeste niet-
test assessments bevatten subjectieve beoordelingen.
- Ook gedragen cliënten zich soms anders dan ze zich voelen
Veel voorkomende toepassingen van psychologische assessment
- Diagnose: wanneer oorzaak van een disorder, ziekte, of verwonding wordt
gespecificeerd. In psychologie vaak informatie verkregen uit verschillende assessment
procedures en gebruikt van DSM-IV.
- Behandeling planning en effectiviteit: specifieke behoeften client.
- Selectie, plaatsing, en classificatie: bij bijv. universiteiten of werk
- Zelfbegrip: bijv. carrière testen
- Evaluatie: bijv. voortgang studenten meten of evaluatie vak bij studenten.
- Bevoegdheden: bijv. rijbewijs of medische bevoegdheid
- Programma evaluatie: bijv. evaluatie van werk training programma’s
- Wetenschappelijke methode: testen in wetenschap.
, Participanten in assessmentproces
- Mensen die testen ontwerpen
- Mensen die testen gebruiken (bijv. psychologen)
- Mensen die testen afleggen
- Andere mensen betrokken bij assessmentproces (bijv. mensen die les geven over
assessment)
Psychologische assessment in 21e eeuw
- Computerized Adaptive Testing (CAT)
- Andere technologische applicaties: simulatoren,
- Authentieke assessments: nadruk op prestatie assessments en portfolio’s in
educationele settingen.
- Gezondheidszorg bezorgsystemen
- High-stakes assessment
Hoofdstuk 11. Behavioral assessment
Gedragsassessment benadrukt wat een persoon doet. Vaak een multimethode, multimodale
benadering: meerdere data/informatiebronnen gebruiken, meerdere technieken: bijv:
- Interviews
- Rating scales
o Impressionistisch want gaat over impressies
o Omnibus: wijde selectie van symptomen en gedragingen
o Domeinspecifiek: focus op 1 domein
- Directe observatie
- Continuous performance test
- Psychofysiologische assessment: kijken naar fysieke veranderingen.
College 2 Waarom assessment?
Subjectieve en objectieve metingen. Objectief meten
- Selecteren en afnemen van testen
- Interpreteren van testscores
Basisassumpties:
- voorwaarden voor het vertrouwen op testuitslagen en het assessmentproces
- onderbouwing van waarom en wanneer wel (of niet) testen
Selecteren van geschikte testen:
- houd het doel van assessment goed voor ogen
o wat is de hulpvraag?
o Welke testen kunnen hier antwoord op geven?
- Technische eigenschappen van testen verschillen
o Welke testen passen bij wat je wil meten, met zo min mogelijk belasting
o Kwaliteit van testen (COTAN)
Assessmentproces:
- Test
o Verkrijgen van “representatieve steekproef van gedrag” van individu
Waarschijnlijk: multi-method
o Systematische manier om informatie te verzamelen
En daarmee een belangrijk onderdeel van assessment
