Samenvatting Chemistry hoofdstuk 5
Elektromagnetisch spectrum → zichtbaar licht, infraroodstraling, microgolven, radiogolven,
röntgenstralen, etc. zijn vormen van stralingsenergie of elektromagnetische straling. Samen vormt dit
het elektromagnetisch spectrum.
Elektromagnetische energie → gedraagt zich als oceaangolven. Worden gekenmerkt door frequentie,
golflengte en amplitude.
- Frequentie (f) → aantal golfpieken dat een bepaald punt per tijdseenheid passeert,
uitgedrukt in Hertz (Hz) (1 Hz = 1 s-1)
- Golflengte (λ) → afstand van de ene golfpiek tot de volgende (uitgedrukt in m)
- Amplitude → hoogte van de golf, gemeten vanaf de middellijn tussen piek en dal.
Golfsnelheid (v) in m/s → v = f ∙ λ
Alleen het deel met frequentie waar kleur te zien is, is zichtbaar (dus tussen ultraviolet en infrarood).
Hogere frequenties en kortere golflengte geven een hogere energiestraling.
- Blauw licht heeft een kortere golflengte en is energieker dan rood licht.
- X-ray heeft een kortere golflengte en is energieker dan Radio.
Foto-elektrisch effect → Schoon metaal bestralen met licht zorgt ervoor dat elektronen uit het
metaal worden gestoten. Frequentie van het licht wat gebruikt wordt voor bestraling moet boven
bepaalde drempelaarde is, dit is voor ieder metaal anders (blauwe lichten zorgen ervoor dat natrium
bijvoorbeeld elektronen uitstraalt, maar rood licht heeft geen effect op natrium).
- In lichtstraal zitten kleine deeltjes (fotonen) waarvan de energie gerelateerd is aan de
frequentie.
- Licht heeft een deeltjeskarakter. Elk deeltje heeft een bepaalde energie h∙f
Elektromagnetisch spectrum → zichtbaar licht, infraroodstraling, microgolven, radiogolven,
röntgenstralen, etc. zijn vormen van stralingsenergie of elektromagnetische straling. Samen vormt dit
het elektromagnetisch spectrum.
Elektromagnetische energie → gedraagt zich als oceaangolven. Worden gekenmerkt door frequentie,
golflengte en amplitude.
- Frequentie (f) → aantal golfpieken dat een bepaald punt per tijdseenheid passeert,
uitgedrukt in Hertz (Hz) (1 Hz = 1 s-1)
- Golflengte (λ) → afstand van de ene golfpiek tot de volgende (uitgedrukt in m)
- Amplitude → hoogte van de golf, gemeten vanaf de middellijn tussen piek en dal.
Golfsnelheid (v) in m/s → v = f ∙ λ
Alleen het deel met frequentie waar kleur te zien is, is zichtbaar (dus tussen ultraviolet en infrarood).
Hogere frequenties en kortere golflengte geven een hogere energiestraling.
- Blauw licht heeft een kortere golflengte en is energieker dan rood licht.
- X-ray heeft een kortere golflengte en is energieker dan Radio.
Foto-elektrisch effect → Schoon metaal bestralen met licht zorgt ervoor dat elektronen uit het
metaal worden gestoten. Frequentie van het licht wat gebruikt wordt voor bestraling moet boven
bepaalde drempelaarde is, dit is voor ieder metaal anders (blauwe lichten zorgen ervoor dat natrium
bijvoorbeeld elektronen uitstraalt, maar rood licht heeft geen effect op natrium).
- In lichtstraal zitten kleine deeltjes (fotonen) waarvan de energie gerelateerd is aan de
frequentie.
- Licht heeft een deeltjeskarakter. Elk deeltje heeft een bepaalde energie h∙f