Materialen 2
1
,1.Materialen worden gekozen op de grond
van hun eigenschappen
2.1.1 mechanische eigenschappen:
-> betrekking op het gedrag van materialen onder INVLOED VAN KRACHTEN (->
trek-, druk-, of afschuifkracht)
-> mechanische proeven: vb. trekproef
2.1.2 De trekproef:
Door deze
proef - >
trekkracht-verlengingsdiagram van een bepaalt materiaal
begin: verlenging delta L: rechtevenredig met trekkracht F -> linaire gedeelte of
rechtevenredigheidsgebied
punt A: geeft de evenredigheidsgens aan
voorbij punt A: verlenging neemt sneller toe
er wordt een ongeveer rechte lijn gevormd,
evenwijdig met de belastingslijn OA, dit tot het punt
D-> trekstaaf behoudt een blijvende verlenging OD -
> plastische vervorming
trekkracht wordt opnieuw opgevoerd -> volgens DC
Vanaf punt C: zonder tussenontlasting
F: maximale waarde in punt B-> er ontstaat
insnoering -> belasting daalt -> minder kracht nodig
om te breken
Vanaf B krijgen we een afbuiging naar beneden -> verlenging en insnoering gaan
voort tot het breekt
Spannings-rekdiagram:
- Spanning (ro) …
2
, - Rek …
Wat leer je bij een spannings-rekdiagram?
- Treksterte ….
- Elasticiteitsgrens ….
- ….. grens
- Elasticiteitsmodus van Young E
- Breukgrens …
- Insoering ….
Onder de loep genomen:
1. Treksterkte:
De verhouding tussen max. trekkracht Fmax en de oorspronkelijke
doorsnede van de proefstaat -> sterkte van materialen
2. Elasticiteitsgrens:
De spanning waarbij er voor het eerst plastische deformatie optreedt
Hogere spanning-> niet meer naar originele toestand
3. ……………- grens:
3
, Spanning waarbij plastische deformatie zich niet exact laat bepalen->
gebruikt men spanning waarbij een blijvende rek van 0,2% is opgetreden
4. Elasticiteitsmodus van Young E:
Voor het lineaire gedeelte is de verhouding van de spanning … tot de rek
… constant
->wordt ook gegeven door de helling van het spannings-rekdiagram in het
elastische gebied
………………………………………………………………………………………………….
STIJFHEID
1. Breukrek: …..
Wordt bepaald vanuit de gebroken staaf
->beide delen aan elkaar te passen en totale lengte te bepalen
…………………………………………………………………………………………………
TAAIHEID -> na sterke blijvende vervorming breekt de staaf
Taai <-> bros
Bros: bij geringe blijvende vervorming breekt (vb. gietijzer)
1. De insnoering: ……
De insnoering …. Wordt gevonden uitgaande van het verschil tussen de
oorspronkelijke dwarsdoorsnede en de doorsnede op de plaats waar de
proefstaat in ingesnoerd en gebroken:
………………………………………………………………………………………………………
4
1
,1.Materialen worden gekozen op de grond
van hun eigenschappen
2.1.1 mechanische eigenschappen:
-> betrekking op het gedrag van materialen onder INVLOED VAN KRACHTEN (->
trek-, druk-, of afschuifkracht)
-> mechanische proeven: vb. trekproef
2.1.2 De trekproef:
Door deze
proef - >
trekkracht-verlengingsdiagram van een bepaalt materiaal
begin: verlenging delta L: rechtevenredig met trekkracht F -> linaire gedeelte of
rechtevenredigheidsgebied
punt A: geeft de evenredigheidsgens aan
voorbij punt A: verlenging neemt sneller toe
er wordt een ongeveer rechte lijn gevormd,
evenwijdig met de belastingslijn OA, dit tot het punt
D-> trekstaaf behoudt een blijvende verlenging OD -
> plastische vervorming
trekkracht wordt opnieuw opgevoerd -> volgens DC
Vanaf punt C: zonder tussenontlasting
F: maximale waarde in punt B-> er ontstaat
insnoering -> belasting daalt -> minder kracht nodig
om te breken
Vanaf B krijgen we een afbuiging naar beneden -> verlenging en insnoering gaan
voort tot het breekt
Spannings-rekdiagram:
- Spanning (ro) …
2
, - Rek …
Wat leer je bij een spannings-rekdiagram?
- Treksterte ….
- Elasticiteitsgrens ….
- ….. grens
- Elasticiteitsmodus van Young E
- Breukgrens …
- Insoering ….
Onder de loep genomen:
1. Treksterkte:
De verhouding tussen max. trekkracht Fmax en de oorspronkelijke
doorsnede van de proefstaat -> sterkte van materialen
2. Elasticiteitsgrens:
De spanning waarbij er voor het eerst plastische deformatie optreedt
Hogere spanning-> niet meer naar originele toestand
3. ……………- grens:
3
, Spanning waarbij plastische deformatie zich niet exact laat bepalen->
gebruikt men spanning waarbij een blijvende rek van 0,2% is opgetreden
4. Elasticiteitsmodus van Young E:
Voor het lineaire gedeelte is de verhouding van de spanning … tot de rek
… constant
->wordt ook gegeven door de helling van het spannings-rekdiagram in het
elastische gebied
………………………………………………………………………………………………….
STIJFHEID
1. Breukrek: …..
Wordt bepaald vanuit de gebroken staaf
->beide delen aan elkaar te passen en totale lengte te bepalen
…………………………………………………………………………………………………
TAAIHEID -> na sterke blijvende vervorming breekt de staaf
Taai <-> bros
Bros: bij geringe blijvende vervorming breekt (vb. gietijzer)
1. De insnoering: ……
De insnoering …. Wordt gevonden uitgaande van het verschil tussen de
oorspronkelijke dwarsdoorsnede en de doorsnede op de plaats waar de
proefstaat in ingesnoerd en gebroken:
………………………………………………………………………………………………………
4