Samenvatting Inleiding Methoden & Technieken
Probleemstelling / vraagstelling
Probleemstellingen worden ook wel onderzoeksvragen genoemd. Aan de hand van de
probleemstelling kan de onderzoeksopzet bepaald worden.
Antwoord Vraag
Rapportage/
Probleemstelling
interpretatie/reflectie
Onderzoeks-ontwerp
Data-analyse
(design)
Data-verzameling
Er zijn vier typen verschillende probleemstellingen
• Beschrijvend, inventariserend:
o ‘Wat is’- vraag, gericht op kenmerken van verschijnsel
o Kenmerk: geen oorzaak, geen interpretatie
o Voorbeeld: M in deze collegezaal zijn gemiddeld 1,84m lang
• Verklarend:
o ‘Hoe komt het’-vraag
o Kenmerk: gericht op oorzaken of verklarende factoren
o Voorbeeld: Toenemende lengte onder M komt door gezonde voeding
• Voorspellend:
o ‘Wat is bepalend voor…’ (op korte termijn);
o Kenmerk: tijdsafhankelijke oorzaak-gevolg relatie
o Voorbeeld: Dit kind (6jr) zal ongeveer 1,92m zijn als hij 19 jaar is
• Ontwerpvraag of evaluatie:
o ‘Wat is eraan te doen’
o Kenmerk: interventie (maatregel) hoe het beter kan; verandering
o Voorbeeld: Helpt groeihormoon X of YU beter als kinderen achterblijven in
groei?
Probleemstellingen of onderzoeksvragen moeten niet worden verward met de doeleinden
van het onderzoek. Er kan onderscheid gemaakt worden tussen onderzoek dat vooral gericht
is op het maken en uitbreiden van wetenschappelijke theorieën, het zogeheten
theoriegerichte of fundamentele onderzoek, en onderzoek vooral dient om te helpen bij het
oplossen van praktische problemen: het praktijkgerichte onderzoek.
1
,Belangrijk om de onderzoeksvraag zo nauwkeurig mogelijk te formuleren
Een goede onderzoeksvraag heeft drie kenmerken
1. Domein: over wie of wat gaat het precies
2. Duidelijk wat de te meten variabelen, uitkomsten of eigenschappen zijn
3. Zakelijk en concreet
Voor het formuleren van een goede probleemstelling kan gebruik gemaakt worden van PICO
• P (Patient group/Population): Wat is precies de populatie of patiëntengroep?
• I (Intervention/index test): Wat is precies de experimentele interventie?
• C (Comparison/Comparator): Wat is precies de controle interventie of
vergelijkingsgroep?
• O (Outcome) Vergelijking in termen van welke uitkomstma(a)t(en)? Welke
gezondheidsuitkomst wil men bestuderen?
Onderzoeksdesign
Design = structuur van het onderzoek, plan van aanpak
Bij een keuze van een onderzoeksopzet is het belangrijk om onderscheid te maken tussen
situationele problemen (plaats- en tijd gebonden) en abstracte problemen (onafhankelijk
van tijd en plaats).
Keuze van het type onderzoeksdesign (kwantitatief of kwalitatief) hangt af van de
probleemstelling
Kenmerk Kwalitatief Kwantitatief
Doelstelling Inzicht verkrijgen/begrijpen Theorieën toetsen, patronen,
voorspellingen doen
Eisen probleemstelling Open, explorerende Gesloten vraag, hypothesen
vraagstelling
Rol theorie Lens, analysekader, Hypothese opstelling
begripsverduidelijking (positivistisch)
(constructivistisch)
Dataverzamelmethoden Open interviews, participatie, Enquêtes, survey
observatie en documenten.
Analysemethoden Argumentatieve Statistische analyse methoden
analysemethoden, atlas.ti
Rol onderzoeker Als instrument (betrokken) Zo neutraal mogelijk
Generaliseerbaarheid Laag, vaak moeilijk. Hoog, is doel van onderzoek
Theoretische generalisatie
Kwalitatief onderzoek kunnen verschillende inzichten zijn. Dezelfde conclusie na meerdere
onderzoeken is niet vanzelfsprekend. Gaat over beschrijven. Data kan worden geobserveerd
en niet gemeten.
Kwantitatief onderzoek gaat over data die gemeten kan worden.
2
, Kwantitatief onderzoek
5 Verschillende typen van kwantitatieve onderzoeksdesign
Het type design kan bepaald worden door
• De probleemstelling
• Het conceptueel model
• Praktische omstandigheden
o Geld
o Tijd
o Organisatorische mogelijkheden
• Bijna nooit: voorkeur van de onderzoeker
à Bijna altijd één onderzoeksdesign superieur
Experimenteel onderzoek
Kenmerken van experimenteel onderzoek:
• Meer dan 1 experimentele interventie vergeleken met meer dan 1 controle
interventie (contrast);
• Participanten worden toegewezen aan óf experimentele interventie óf controle-
interventie, d.w.z. opzettelijke manipulatie via (2 typen toewijzing):
o RCT (Randomised controlled/clinical trial):o.b.v. toeval (at random); of
o Quasi-experimenteel design: toewijzing is niet willekeurig
RCT
Met behulp van een RCT kan er causaal verband worden aangetoond. (Oorzaak, gevolg).
• Achtergrondpopulatie/doelgroep wordt afgebakend uit de bronpopulatie tot een min
of meer homogene groep. (Leeftijd, geslacht, personen met dezelfde aandoening.
• Steekproef: De kandidaten worden getoetst aan de inclusie- en exclusiecriteria.
Krijgen uitleg over het experiment, vervolgens wordt hun toestemming gevraagd
voor deelname op basis van vrijwilligheid (informed consent).
3
Probleemstelling / vraagstelling
Probleemstellingen worden ook wel onderzoeksvragen genoemd. Aan de hand van de
probleemstelling kan de onderzoeksopzet bepaald worden.
Antwoord Vraag
Rapportage/
Probleemstelling
interpretatie/reflectie
Onderzoeks-ontwerp
Data-analyse
(design)
Data-verzameling
Er zijn vier typen verschillende probleemstellingen
• Beschrijvend, inventariserend:
o ‘Wat is’- vraag, gericht op kenmerken van verschijnsel
o Kenmerk: geen oorzaak, geen interpretatie
o Voorbeeld: M in deze collegezaal zijn gemiddeld 1,84m lang
• Verklarend:
o ‘Hoe komt het’-vraag
o Kenmerk: gericht op oorzaken of verklarende factoren
o Voorbeeld: Toenemende lengte onder M komt door gezonde voeding
• Voorspellend:
o ‘Wat is bepalend voor…’ (op korte termijn);
o Kenmerk: tijdsafhankelijke oorzaak-gevolg relatie
o Voorbeeld: Dit kind (6jr) zal ongeveer 1,92m zijn als hij 19 jaar is
• Ontwerpvraag of evaluatie:
o ‘Wat is eraan te doen’
o Kenmerk: interventie (maatregel) hoe het beter kan; verandering
o Voorbeeld: Helpt groeihormoon X of YU beter als kinderen achterblijven in
groei?
Probleemstellingen of onderzoeksvragen moeten niet worden verward met de doeleinden
van het onderzoek. Er kan onderscheid gemaakt worden tussen onderzoek dat vooral gericht
is op het maken en uitbreiden van wetenschappelijke theorieën, het zogeheten
theoriegerichte of fundamentele onderzoek, en onderzoek vooral dient om te helpen bij het
oplossen van praktische problemen: het praktijkgerichte onderzoek.
1
,Belangrijk om de onderzoeksvraag zo nauwkeurig mogelijk te formuleren
Een goede onderzoeksvraag heeft drie kenmerken
1. Domein: over wie of wat gaat het precies
2. Duidelijk wat de te meten variabelen, uitkomsten of eigenschappen zijn
3. Zakelijk en concreet
Voor het formuleren van een goede probleemstelling kan gebruik gemaakt worden van PICO
• P (Patient group/Population): Wat is precies de populatie of patiëntengroep?
• I (Intervention/index test): Wat is precies de experimentele interventie?
• C (Comparison/Comparator): Wat is precies de controle interventie of
vergelijkingsgroep?
• O (Outcome) Vergelijking in termen van welke uitkomstma(a)t(en)? Welke
gezondheidsuitkomst wil men bestuderen?
Onderzoeksdesign
Design = structuur van het onderzoek, plan van aanpak
Bij een keuze van een onderzoeksopzet is het belangrijk om onderscheid te maken tussen
situationele problemen (plaats- en tijd gebonden) en abstracte problemen (onafhankelijk
van tijd en plaats).
Keuze van het type onderzoeksdesign (kwantitatief of kwalitatief) hangt af van de
probleemstelling
Kenmerk Kwalitatief Kwantitatief
Doelstelling Inzicht verkrijgen/begrijpen Theorieën toetsen, patronen,
voorspellingen doen
Eisen probleemstelling Open, explorerende Gesloten vraag, hypothesen
vraagstelling
Rol theorie Lens, analysekader, Hypothese opstelling
begripsverduidelijking (positivistisch)
(constructivistisch)
Dataverzamelmethoden Open interviews, participatie, Enquêtes, survey
observatie en documenten.
Analysemethoden Argumentatieve Statistische analyse methoden
analysemethoden, atlas.ti
Rol onderzoeker Als instrument (betrokken) Zo neutraal mogelijk
Generaliseerbaarheid Laag, vaak moeilijk. Hoog, is doel van onderzoek
Theoretische generalisatie
Kwalitatief onderzoek kunnen verschillende inzichten zijn. Dezelfde conclusie na meerdere
onderzoeken is niet vanzelfsprekend. Gaat over beschrijven. Data kan worden geobserveerd
en niet gemeten.
Kwantitatief onderzoek gaat over data die gemeten kan worden.
2
, Kwantitatief onderzoek
5 Verschillende typen van kwantitatieve onderzoeksdesign
Het type design kan bepaald worden door
• De probleemstelling
• Het conceptueel model
• Praktische omstandigheden
o Geld
o Tijd
o Organisatorische mogelijkheden
• Bijna nooit: voorkeur van de onderzoeker
à Bijna altijd één onderzoeksdesign superieur
Experimenteel onderzoek
Kenmerken van experimenteel onderzoek:
• Meer dan 1 experimentele interventie vergeleken met meer dan 1 controle
interventie (contrast);
• Participanten worden toegewezen aan óf experimentele interventie óf controle-
interventie, d.w.z. opzettelijke manipulatie via (2 typen toewijzing):
o RCT (Randomised controlled/clinical trial):o.b.v. toeval (at random); of
o Quasi-experimenteel design: toewijzing is niet willekeurig
RCT
Met behulp van een RCT kan er causaal verband worden aangetoond. (Oorzaak, gevolg).
• Achtergrondpopulatie/doelgroep wordt afgebakend uit de bronpopulatie tot een min
of meer homogene groep. (Leeftijd, geslacht, personen met dezelfde aandoening.
• Steekproef: De kandidaten worden getoetst aan de inclusie- en exclusiecriteria.
Krijgen uitleg over het experiment, vervolgens wordt hun toestemming gevraagd
voor deelname op basis van vrijwilligheid (informed consent).
3