Samenvatting Consumentenpsychologie; klassieke conditionering

Consumentenpyschologie
Hoofdstuk 5 -> belangrijk hoofdstuk, klassieke conditionering
Inleiding
Leren: een taal, fietsen, eten maken
We willen als marketeer dat de mensen onze producten leren kennen

Algemeen:
Definitie niet kennen
Manieren van leren:
1. Cognitief leren: men formuleert doelen, verzamelt informatie om te kunnen kiezen uit
verschillende reacties om die doelen te bereiken.
2. Associatief leren (conditionering): men legt een verbinding tussen gebeurtenissen en voor
hem plezierige/onplezierige resultaten
3. 3. Leren door observatie (sociaal leren): treedt op wanneer mensen handelingen van
anderen zien en merken welke bekrachtiging hen dat oplevert

Cognitief leren
Cognitief leren: men formuleert doelen, verzamelt informatie om te kunnen kiezen uit
verschillende reacties om die doelen te bereiken.
Kenmerken
-> Studeren, info verwerven/verwerken met volle concentratie.
-> Toepassen op consumenten: reclame (vooral als er info bijstaat van het product),
dingen opzoeken over producten en zo leren wat het inhoud.
-> Informatie verzamelen om te kunnen kiezen uit verschillende reacties om die doelen te
bereiken

Klassieke conditionering
Klassieke conditionering: We leggen een link tussen een stimulus en de reactie daarop. Leren
om een gebeurtenis met een andere te associëren.
Bv. als je ergens ziek van wordt, hoef je het erna niet nog eens opnieuw

Wat is het
1. Leren om een gebeurtenis met een andere te associëren
2. Conditioneren = link leggen tussen een stimulus en een reactie
3. Grondlegger: Pavlov
4. Onvoorwaardelijke stimulus en reactie = reflex

Het experiment van Pavlov
-> Honden beginnen te kwijlen als ze hun eten krijgen. Pavlov merkte dit op en telkens voor
hij de honden eten gaf, liet hij een belletje rinkelen. Dit deed hij enkele maanden, de
honden associëren het belletje met eten. Na een tijdje liet hij alleen het belletje rinkelen
zonder de honden eten te geven. De honden kwijlden bij het belletje. Want belletje
betekent eten.

, In schema vorm:
!!!Schema: 1. Voor conditionering:
Pavlov OVS (onvoorwaardelijke stimulus, niet aangeleerd voedsel) naar OVR
(speeksel)
2. Tijdens conditionering:
NS (neutrale stimulus, want je moet niet kwijlen) + OVS (voedsel) wordt OVR
(speeksel)
3. Na conditionering:
VS (voorwaardelijke stimulus, bel) naar VR voorwaardelijke … speeksel)
!!!Schema: 1. Voor conditionering:
Kleine Albert OVS (een hard geluid) wordt OVR (niet aangeleerd, altijd zo angst)
2. Tijdens conditionering
NS (de rat) + OVS (geluid), doordat het harde geluid wordt gecombineerd met
de rat, krijgt hij ook schrik van de rat.
3. Na conditionering
VS (rat/alles wat er op lijkt) wordt VR (angst)
-> !!!Schema: 1. Voor conditionering
vb. 1 OVS (pijn/bijten) wordt OVR (angst)
2. Tijdens conditionering
NS (hond) + OVS (pijn) wordt OVR (angst)
3. Na conditionering
VS (hond) wordt VR (angst)

->!!!Schema: 1. Voor conditionering
Vb. 2 OVS (ziek/gif) wordt OVR (afkeur)
2. Tijdens conditionering
NS (lamsvlees) + OVS (ziek/gif) wordt OVR (afkeer)
3. Na conditionering
VS (lamsvlees) wordt VR (afkeur)

DUS: OVS -> OVR
NS + OVS -> OVR
VS -> VR

Toepassing schema’s in de reclamewereld
1. Sociale situatie -> prettig gevoel
2. Merk/product + sociale situatie -> prettig gevoel
3. Merk/product -> prettig gevoel
-> Voorbeeld Jupiler pro league (spongering)
1. OVS (samenzijn, voetbal) wordt OVR (prettig gevoel)
3. NS (Jupiler) + OVS (voetbal) wordt OVR (prettig gevoel)
4. VS (Jupiler) + VR (prettig gevoel)