Gesprekstechnieken
Doel: verbeteren van de sociale en communicatieve competenties beroepsbekwaamheid
o Vaardigheden: wat je kunt
o Kennis: wat je weet
o Houding: wat je motiveert (persoonlijke drijfveren en voorkeuren)
o Gedrag: competenties laten zien
Social Work = Sociaal Agogisch Werk
Agogisch= “begeleiden” naar een “verandering”
Agogisch werker = bezighouden met hulp- of dienstverlening aan andere mensen (bv. MA)
Kernwaarden:
o Reflectief: denkt kritisch na over zichzelf en zijn omgeving
o Open: heeft respect voor anderen en is ruimdenkend
o Integer: is echt, oprecht en handelt transparant
o Mensgericht: ziet mensen als gelijkwaardig en stopt ze niet in een ‘hokje’
o Zelfsturend: wil zélf leren, wil initiatieven nemen, wil flexibel zijn
1. De basics
1.1. Algemene omgangsvormen
Omgangsvaardigheden: (on)geschreven regels, afhankelijk van de tijd en cultuur
Socialisatie = we proberen ons aan te passen aan een groep
o Toegankelijkheid
= uitnodigend en aangenaam zijn, de andere een veilig gevoel geven
= warmte, betrokkenheid, openheid, spontaniteit uitstralen eerste indruk
o Contact zoeken
Tijdens kennismaking fase van het precontact: ontwerpen van ‘plan’ voor de relatie,
kennismaking / ontmoeting krijgt een betekenis
Eerste stap = vaak het moeilijkst (breken van het ijs) als MA eerste stap nemen
o Begroeten
Meestal uit beleefdheid, toch talloze functies (vb. Geruststellen, initiatief tot contact…)
Voldoende aandacht aan: oogcontact, glimlach, handdruk, aanraking
o In gesprek komen
Neem initiatief, maak oogcontact, glimlach
Doel: aankoppelen en gezamenlijke golflengte vinden (wet synchronie) dmv smalltalk
1
, 1.2. De beroepshouding van een MA
Positieve basishouding, 3 fundamentele houdingsaspecten:
o Empathisch begrijpen
= verplaatsen in de gevoels- en belevingswereld van de ander
Ruimte geven om verhaal te vertellen bevordert vertrouwensband
o Echtheid
= oprechte interesse voor het probleem van de cliënt
= jezelf kwetsbaar durven opstellen en eventuele fouten toegeven
creëert basis van gelijkwaardigheid, essentieel voor gevoel van vertrouwen
o Waardering, aanvaarding & vertrouwen
= cliënt waarderen als persoon
Transparant communiceren
Introspectie of zelfreflectie = kijken naar je eigen gedragingen en gevoelens
2. Communiceren
2.1. Persoon, relationele situatie en structurele situatie
Bestaanskringen op 3 verschillende niveaus:
o Ik: persoonsniveau (micro-niveau)
= alle elementen die tot iemands eigenheid behoren
o Wij: relationele situatie (meso-niveau)
= relaties met anderen + omgang + beschrijving
o Context of leefomgeving: structurele situatie (macro-niveau)
= fenomenen in de samenleving
Referentiekader / betekeniskader van de MA:
o Wisselwerking tussen 3 niveaus
o Ervaringen en informatie interpreteren en selecteren op een eigen specifieke manier
o Iedereen heeft eigen denk-, leef- en gevoelswereld
o Geen statisch gegeven.
Jij als MA:
o Bewust zijn van eigen betekeniskader
o Bewust zijn + respecteren van het betekeniskader van anderen
2
Doel: verbeteren van de sociale en communicatieve competenties beroepsbekwaamheid
o Vaardigheden: wat je kunt
o Kennis: wat je weet
o Houding: wat je motiveert (persoonlijke drijfveren en voorkeuren)
o Gedrag: competenties laten zien
Social Work = Sociaal Agogisch Werk
Agogisch= “begeleiden” naar een “verandering”
Agogisch werker = bezighouden met hulp- of dienstverlening aan andere mensen (bv. MA)
Kernwaarden:
o Reflectief: denkt kritisch na over zichzelf en zijn omgeving
o Open: heeft respect voor anderen en is ruimdenkend
o Integer: is echt, oprecht en handelt transparant
o Mensgericht: ziet mensen als gelijkwaardig en stopt ze niet in een ‘hokje’
o Zelfsturend: wil zélf leren, wil initiatieven nemen, wil flexibel zijn
1. De basics
1.1. Algemene omgangsvormen
Omgangsvaardigheden: (on)geschreven regels, afhankelijk van de tijd en cultuur
Socialisatie = we proberen ons aan te passen aan een groep
o Toegankelijkheid
= uitnodigend en aangenaam zijn, de andere een veilig gevoel geven
= warmte, betrokkenheid, openheid, spontaniteit uitstralen eerste indruk
o Contact zoeken
Tijdens kennismaking fase van het precontact: ontwerpen van ‘plan’ voor de relatie,
kennismaking / ontmoeting krijgt een betekenis
Eerste stap = vaak het moeilijkst (breken van het ijs) als MA eerste stap nemen
o Begroeten
Meestal uit beleefdheid, toch talloze functies (vb. Geruststellen, initiatief tot contact…)
Voldoende aandacht aan: oogcontact, glimlach, handdruk, aanraking
o In gesprek komen
Neem initiatief, maak oogcontact, glimlach
Doel: aankoppelen en gezamenlijke golflengte vinden (wet synchronie) dmv smalltalk
1
, 1.2. De beroepshouding van een MA
Positieve basishouding, 3 fundamentele houdingsaspecten:
o Empathisch begrijpen
= verplaatsen in de gevoels- en belevingswereld van de ander
Ruimte geven om verhaal te vertellen bevordert vertrouwensband
o Echtheid
= oprechte interesse voor het probleem van de cliënt
= jezelf kwetsbaar durven opstellen en eventuele fouten toegeven
creëert basis van gelijkwaardigheid, essentieel voor gevoel van vertrouwen
o Waardering, aanvaarding & vertrouwen
= cliënt waarderen als persoon
Transparant communiceren
Introspectie of zelfreflectie = kijken naar je eigen gedragingen en gevoelens
2. Communiceren
2.1. Persoon, relationele situatie en structurele situatie
Bestaanskringen op 3 verschillende niveaus:
o Ik: persoonsniveau (micro-niveau)
= alle elementen die tot iemands eigenheid behoren
o Wij: relationele situatie (meso-niveau)
= relaties met anderen + omgang + beschrijving
o Context of leefomgeving: structurele situatie (macro-niveau)
= fenomenen in de samenleving
Referentiekader / betekeniskader van de MA:
o Wisselwerking tussen 3 niveaus
o Ervaringen en informatie interpreteren en selecteren op een eigen specifieke manier
o Iedereen heeft eigen denk-, leef- en gevoelswereld
o Geen statisch gegeven.
Jij als MA:
o Bewust zijn van eigen betekeniskader
o Bewust zijn + respecteren van het betekeniskader van anderen
2