Omgaan met diversiteit
Dossieropdrachten
Naam student: Danique Hoogland Docent: Es – Dawidowicz, I.C. van
Studentnummer: 500808513 Vak: Omgaan met diversiteit
E-mailadres: Datum: 03-06-2019
,Inhoudsopgave
Inleiding 2
Opdracht 1: Cultureel interview 3
Opdracht 2a: Diversiteitscirkels 6
Opdracht 2b: Vergelijking geïnterviewde 8
Opdracht 3: Casus TOPOI-model 10
Opdracht 4: Cultureel dilemma / vooroordeel 12
Opdracht 4b: Vooroordelen van anderen 13
Opdracht 5: Peerleergesprek 14
Bibliografie 16
1
,Inleiding
In blok 3 kreeg ik te maken met het vak omgaan met diversiteit. Als Sociaal Juridisch
Dienstverlener krijg je met veel verschillende diversiteiten te maken. Het doel van dit vak is
om de diversiteit zichtbaar te maken. Daarbij leert het je om vanuit verschillende hoeken en
perspectieven te kijken naar een situatie. Voor dit vak heb ik vijf opdrachten gemaakt die
verwerkt zijn in dit dossier.
Voor de eerste opdracht heb ik een interview met iemand gehouden die ik beschouw als
‘anders’. Ik heb iemand geïnterviewd die afkomstig is uit een andere cultuur. Aan de hand
van het interview heb ik de basiswaarden van Hall en de dimensies van Hofstede op ons
toegepast. Door dit te doen kwamen de overeenkomsten en verschillen tussen ons duidelijk
naar boven. Deze verschillen en overeenkomsten heb ik verwerkt in de opdracht.
Bij de tweede opdracht heb ik diversiteitscirkels gemaakt aan de hand van de begrippen van
caleidoscopia. Ik heb een cirkel gemaakt op basis van mijn privéleven en een cirkel op basis
van mijn werkleven. De cirkels weerspiegelen mijn persoonlijke identiteit. Ik heb beide cirkels
met elkaar vergeleken en de verschillen en overeenkomsten uitgelegd. Vervolgens heb ik de
aspecten ook toegepast op de geïnterviewde en de overeenkomsten en verschillen tussen
ons eruit gehaald.
In de derde opdracht heb ik een eigen casus geschreven over een situatie die ik zelf heb
meegemaakt. In de casus staat een misverstand/miscommunicatie tussen mij en een ander
centraal. Aan de hand van het TOPOI-model heb ik de miscommunicatie geanalyseerd en
opgelost. Dit heb ik gedaan door vanuit verschillende invalshoeken en perspectieven naar
de situatie te kijken.
Bij de vierde opdracht heb ik nagedacht over mijn functioneren in de context van een
professionele SJD-organisatie. Daarbij heb ik gekeken naar de invloed van mijn eigen
identiteit op het functioneren. Ik heb nagedacht over dilemma's en (voor)oordelen over
mijzelf en anderen die voor kunnen komen op de werkvloer. Daarbij heb ik nagedacht
over hoe ik hiermee om kan gaan.
Voor de laatste opdracht heb ik samen met een groepje studenten een peerleergesprek
gevoerd. Dit was een reflectiegesprek van ongeveer 30 minuten. Tijdens het gesprek kreeg
ieder kort het woord om te vertellen wat hij/zij geleerd heeft tijdens dit vak. Hetgene dat ik
heb geleerd heb ik verwerkt in de laatste opdracht. Door middel van al deze opdrachten heb
ik mij verdiept in mijn eigen referentiekader en in het referentiekader van een ander.
2
, Opdracht 1: Cultureel interview
Basiswaarden van Hall
Tijdens het interview met de persoon uit Suriname heb ik veel vragen gesteld over haar
leven en cultuur. Een basiswaarden van Hall die ik herken bij mijn gesprekspartner is dat zij
weinig persoonlijke ruimte heeft. Persoonlijke ruimte betekent hoe dichtbij je iemand bij jou
in de buurt laat komen. De ene persoon vindt het bijvoorbeeld fijn als hij/zij aangeraakt wordt
tijdens het communiceren en een ander kan dit juist als onprettig ervaren. Iedereen heeft
een eigen persoonlijke ruimte en dit is voor iedereen anders.
Ik vroeg de geïnterviewde of zij mij een aantal gewoontes kon vertellen uit de Surinaamse
cultuur. Een gewoonte die zij vertelde is dat Surinamers elkaar altijd een hand geven of
elkaar omhelzen als zij elkaar zien. De geïnterviewde gaf aan dat wanneer zij een vriend of
vriendin uit Suriname tegenkomt dat zij elkaar altijd een knuffel geven. Daarbij vertelde mijn
gesprekspartner dat zij vaak mensen om zich heen heeft en zichzelf echt een mensen mens
vindt. Aan de hand van deze antwoorden herken ik de basiswaarden van weinig persoonlijke
ruimte.
Een andere basiswaarden van Hall die ik herken bij de geïnterviewde is polychroon. Iemand
die polychroon is leeft vaak niet volgens een bepaalde structuur of planning. Wanneer zij
ergens mee bezig zijn en worden onderbroken vinden zij dit niet erg. Zo doet een polychroon
vaak meerdere dingen tegelijk en voelen zij zich niet gebonden aan tijd. Zo is iemand die
polychroon is niet zo gevoelig voor deadlines.
De geïnterviewde gaf aan dat zij thuis bijvoorbeeld geen vaste tijd heeft voor het avondeten.
Ze vertelde dat ze soms om half zes eet, maar dat het ook half acht kan zijn. Het hangt er
vanaf hoe de dag loopt. Haar ouders waren wat tijd betreft dus vrij soepel. De geïnterviewde
gaf aan dat zij dit ook heeft overgenomen in haar eigen leven. Zo gaf ze aan dat ze vaak te
laat komt als ze met vriendinnen afspreekt. Als ze bijvoorbeeld nog lekker op de bank zit
gaat ze gewoon wat later, omdat ze zich niet aan tijd gebonden voelt. (Nunez, Nunez, &
Popma, 2017)
Overeenkomsten basiswaarden van Hall
Twee basiswaarden van Hall die overeenkomen tussen mij en de geïnterviewde zijn die van
de lage context en de snelle informatiestroom. Uit het gesprek kwam naar voren dat mijn
gesprekspartner heel direct is in de communicatie en ervan houdt om dingen snel te weten.
Ze gaf aan dat ze erg straight to the point is en er ook van houdt als anderen dit bij haar zijn.
Dit is iets wat ik ook bij mezelf herken. Als iemand bijvoorbeeld boos op mij is dan wil ik dit
direct uitpraten. Ik wil altijd meteen weten wat er aan de hand is en daarbij vind ik het
vervelend als er omheen wordt gedraaid.
3
Dossieropdrachten
Naam student: Danique Hoogland Docent: Es – Dawidowicz, I.C. van
Studentnummer: 500808513 Vak: Omgaan met diversiteit
E-mailadres: Datum: 03-06-2019
,Inhoudsopgave
Inleiding 2
Opdracht 1: Cultureel interview 3
Opdracht 2a: Diversiteitscirkels 6
Opdracht 2b: Vergelijking geïnterviewde 8
Opdracht 3: Casus TOPOI-model 10
Opdracht 4: Cultureel dilemma / vooroordeel 12
Opdracht 4b: Vooroordelen van anderen 13
Opdracht 5: Peerleergesprek 14
Bibliografie 16
1
,Inleiding
In blok 3 kreeg ik te maken met het vak omgaan met diversiteit. Als Sociaal Juridisch
Dienstverlener krijg je met veel verschillende diversiteiten te maken. Het doel van dit vak is
om de diversiteit zichtbaar te maken. Daarbij leert het je om vanuit verschillende hoeken en
perspectieven te kijken naar een situatie. Voor dit vak heb ik vijf opdrachten gemaakt die
verwerkt zijn in dit dossier.
Voor de eerste opdracht heb ik een interview met iemand gehouden die ik beschouw als
‘anders’. Ik heb iemand geïnterviewd die afkomstig is uit een andere cultuur. Aan de hand
van het interview heb ik de basiswaarden van Hall en de dimensies van Hofstede op ons
toegepast. Door dit te doen kwamen de overeenkomsten en verschillen tussen ons duidelijk
naar boven. Deze verschillen en overeenkomsten heb ik verwerkt in de opdracht.
Bij de tweede opdracht heb ik diversiteitscirkels gemaakt aan de hand van de begrippen van
caleidoscopia. Ik heb een cirkel gemaakt op basis van mijn privéleven en een cirkel op basis
van mijn werkleven. De cirkels weerspiegelen mijn persoonlijke identiteit. Ik heb beide cirkels
met elkaar vergeleken en de verschillen en overeenkomsten uitgelegd. Vervolgens heb ik de
aspecten ook toegepast op de geïnterviewde en de overeenkomsten en verschillen tussen
ons eruit gehaald.
In de derde opdracht heb ik een eigen casus geschreven over een situatie die ik zelf heb
meegemaakt. In de casus staat een misverstand/miscommunicatie tussen mij en een ander
centraal. Aan de hand van het TOPOI-model heb ik de miscommunicatie geanalyseerd en
opgelost. Dit heb ik gedaan door vanuit verschillende invalshoeken en perspectieven naar
de situatie te kijken.
Bij de vierde opdracht heb ik nagedacht over mijn functioneren in de context van een
professionele SJD-organisatie. Daarbij heb ik gekeken naar de invloed van mijn eigen
identiteit op het functioneren. Ik heb nagedacht over dilemma's en (voor)oordelen over
mijzelf en anderen die voor kunnen komen op de werkvloer. Daarbij heb ik nagedacht
over hoe ik hiermee om kan gaan.
Voor de laatste opdracht heb ik samen met een groepje studenten een peerleergesprek
gevoerd. Dit was een reflectiegesprek van ongeveer 30 minuten. Tijdens het gesprek kreeg
ieder kort het woord om te vertellen wat hij/zij geleerd heeft tijdens dit vak. Hetgene dat ik
heb geleerd heb ik verwerkt in de laatste opdracht. Door middel van al deze opdrachten heb
ik mij verdiept in mijn eigen referentiekader en in het referentiekader van een ander.
2
, Opdracht 1: Cultureel interview
Basiswaarden van Hall
Tijdens het interview met de persoon uit Suriname heb ik veel vragen gesteld over haar
leven en cultuur. Een basiswaarden van Hall die ik herken bij mijn gesprekspartner is dat zij
weinig persoonlijke ruimte heeft. Persoonlijke ruimte betekent hoe dichtbij je iemand bij jou
in de buurt laat komen. De ene persoon vindt het bijvoorbeeld fijn als hij/zij aangeraakt wordt
tijdens het communiceren en een ander kan dit juist als onprettig ervaren. Iedereen heeft
een eigen persoonlijke ruimte en dit is voor iedereen anders.
Ik vroeg de geïnterviewde of zij mij een aantal gewoontes kon vertellen uit de Surinaamse
cultuur. Een gewoonte die zij vertelde is dat Surinamers elkaar altijd een hand geven of
elkaar omhelzen als zij elkaar zien. De geïnterviewde gaf aan dat wanneer zij een vriend of
vriendin uit Suriname tegenkomt dat zij elkaar altijd een knuffel geven. Daarbij vertelde mijn
gesprekspartner dat zij vaak mensen om zich heen heeft en zichzelf echt een mensen mens
vindt. Aan de hand van deze antwoorden herken ik de basiswaarden van weinig persoonlijke
ruimte.
Een andere basiswaarden van Hall die ik herken bij de geïnterviewde is polychroon. Iemand
die polychroon is leeft vaak niet volgens een bepaalde structuur of planning. Wanneer zij
ergens mee bezig zijn en worden onderbroken vinden zij dit niet erg. Zo doet een polychroon
vaak meerdere dingen tegelijk en voelen zij zich niet gebonden aan tijd. Zo is iemand die
polychroon is niet zo gevoelig voor deadlines.
De geïnterviewde gaf aan dat zij thuis bijvoorbeeld geen vaste tijd heeft voor het avondeten.
Ze vertelde dat ze soms om half zes eet, maar dat het ook half acht kan zijn. Het hangt er
vanaf hoe de dag loopt. Haar ouders waren wat tijd betreft dus vrij soepel. De geïnterviewde
gaf aan dat zij dit ook heeft overgenomen in haar eigen leven. Zo gaf ze aan dat ze vaak te
laat komt als ze met vriendinnen afspreekt. Als ze bijvoorbeeld nog lekker op de bank zit
gaat ze gewoon wat later, omdat ze zich niet aan tijd gebonden voelt. (Nunez, Nunez, &
Popma, 2017)
Overeenkomsten basiswaarden van Hall
Twee basiswaarden van Hall die overeenkomen tussen mij en de geïnterviewde zijn die van
de lage context en de snelle informatiestroom. Uit het gesprek kwam naar voren dat mijn
gesprekspartner heel direct is in de communicatie en ervan houdt om dingen snel te weten.
Ze gaf aan dat ze erg straight to the point is en er ook van houdt als anderen dit bij haar zijn.
Dit is iets wat ik ook bij mezelf herken. Als iemand bijvoorbeeld boos op mij is dan wil ik dit
direct uitpraten. Ik wil altijd meteen weten wat er aan de hand is en daarbij vind ik het
vervelend als er omheen wordt gedraaid.
3
