100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Uitgebreide samenvatting Pedagogiek 1.1 (cijfer 9.0)

Rating
4.1
(7)
Sold
46
Pages
34
Uploaded on
17-01-2015
Written in
2014/2015

Ik heb met deze samenvatting een 9 voor mijn tentamen gehaald. Succes met leren!

Institution
Module













Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Module

Document information

Summarized whole book?
Yes
Uploaded on
January 17, 2015
Number of pages
34
Written in
2014/2015
Type
Summary

Subjects

Content preview

2. Opvoeding en onderwijs in de
middeleeuwen
2.1 Algemene typering van de middeleeuwen
De geschiedenis van de opvoeding en het onderwijs in de middeleeuwen
is niet op een correcte wijze te typeren, want:
1) Er is weinig schriftelijk bronnenmateriaal bewaard gebleven;
2) De middeleeuwen liepen van 500 tot 1500, dus een periode van
1000 jaar.

We laten de middeleeuwen beginnen in 529. In dit jaar vonden er drie
gebeurtenissen plaats:

 Monnik Benedictus van Nursia stichtte in Italië het
beroemde benedictijnerklooster Monte Cassino
Benedictijnermonniken kwamen in het westen van Europa wel
achter de kloostermuren vandaan. Zo ontstond er in het
kloosterleven naast oosterse bespiegeling ook westerse arbeid. Ze
richtten hun aandacht niet alleen op het religieuze element van het
leven, maar hielden zich ook bezig met de ontwikkeling van het
onderwijs en de wetenschappen en met de ontginning en
ontwikkeling van het land, vooral in de landbouw. De hoofdregel
van de kloosterorde van de benedictijnen luidde: Ora et Labora. Bid
en werk.

 De bepaling van de synode van Vaison in Zuid-Frankrijk
Alle pastoors moesten onderwijs geven aan jongens die later
priester wilden worden.  Aanzet voor de oprichting van
parochiescholen

 De sluiting van de door Plato gestichte Academie van
Athene
Het gedachtegoed van de klassieke oudheid werd daarmee
‘afgesloten’ en een nieuwe periode brak aan.

Twee kenmerken van de middeleeuwen
1) Het standenschema van de vorsten, geestelijkheid en de burgerij
en de lijfeigenen;
2) De sterke verwevenheid van het christelijk geloof en de kerk met
de samenleving.

1 Het standenschema
Standenschema in het Duits:
- Wehrstand  Adel en ridders (wapenstand)
- De Lehrstand  Geestelijkheid (haar leer)
- De Nährstand  Boerenbevolking (zorgde voor voedsel)

De boerenstand vormde de meerderheid van de bevolking.

, 2 Verwevenheid van het christelijk geloof en de kerk met de
samenleving
Op restanten van de antieke Grieks-Romeinse beschaving, aangevuld
met de Germaanse cultuur, ontstond de christelijke cultuur. Deze kon tot
bloei komen door de hechte kerkelijke organisatiestructuur.

De middeleeuwse mens was niet alleen gericht op het ‘hier en nu’
(diesseits), maar ook op het leven na de dood (jenseits). Kenmerkend was
de spreuk momento mori (gedenk te sterven).
 Men had aandacht voor her hiernamaals, want het sterftecijfer was
hoog. Hongersnood, oorlogen, epidemische ziekten als de pest,
gebrekkige medische kennis en slechte hygiëne.


2.2 Kinderen in de middeleeuwen

 Het kind was nog niet ‘ontdekt’.

 Kinderen werden gezien als kleine volwassenen in zakformaat. Nog
geen aparte leeftijdscategorie (met een eigen belevingswereld) in
de levensloop van de mens
 Kinderen werden ‘ouwelijk’ geschilderd: persoonlijke specifiek
kinderlijke karaktertrekjes werden niet geschilderd.

 Men beschouwde kinderen ‘slechts’ noodzakelijk als toekomstige
arbeidskracht, als verzekering voor de oude dag en als garantie dat
bezittingen binnen de familie bleven.

 Ouders hadden weinig affectie voor hun kinderen. Elk kind heeft
een eigen identiteit, gold toen nog niet.

Kinderen werden afgestaan. Ze werden te vondeling gelegd, verkocht of
geschonken aan bijvoorbeeld een klooster.
- Bittere armoede
- Erfenisrechten (te veel nakomelingen, dus de erfenis zou versnipperen)
- Incestueuze verhoudingen
- Onwettige geboortes
- Schaamte over een gehandicapt kind
- Geldgewin
- Gemakzucht
- Hoop op een betere toekomst voor het kind

De caritas (carus = duur, dierbaar) was alom tegenwoordig. De
middeleeuwer vond het om religieuze redenen vanzelfsprekend om
barmhartigheid te verlenen.

Pueri oblati: jonge kinderen (6 of 7 jaar) die door hun ouders definitief
aan het klooster werden geschonken. Dit ging gepaard met een royale
gift en met de schriftelijke toezegging dat het erfdeel van de oblaat aan

,het klooster zou toebehoren. (Gebaseerd op het verhaal van Hanna).
Oblaat: van het Latijnse woord ‘oblatus’ = opdragen.

Do ut des: ik geef, opdat gij geeft. Gedane beloften zijn er om gedaan te
worden.
 Als ouders aan God offerande (hun kind) brengen, dan zal God als
tegenprestatie voor het gezin zorgen. Kind krijgt brood en wijn in handen,
pakt de rechterhand en overhandigt het kind.
Je kon ook op latere leeftijd toetreden tot het klooster. Kloosters hadden
liever oblaten (Willibrord en Bonifatius), maar volwassenen waren ook
welkom.
 Kinderen waren kneedbaarder en onschuldiger.

Kloosterlingen hadden oog voor de specifieke geaardheid van jonge
kinderen. Er waren vele verzachtende regels. Ze mochten buitenspelen,
kregen aangepast voedsel en werden zo min mogelijk gestraft. 
Positieve sancties in de vorm van een openlijke beloning in de eetzaal.


2.3 Opvoedingsidealen in de middeleeuwen
Het hele opvoedingssysteem is te herleiden tot het beginsel van de
Ootmoed (humilitas)
De deugd wordt als tegenpool gezien van de ondeugd hoogmoed.

De ootmoedige mens vaart ten aanzien van zijn moraal niet alleen op
zijn eigen kompas, maar erkent en eerbiedigt de wensen van een
ander, de Kerk, van God zo men wil.
 Stelt zichzelf niet boven zijn medemens, maar houdt rekening met
die ander.
 Wedekeren proces: de omgeving zal ook rekening houden met jou.
Je kan ook hulp van een ander verwachten.

De tegenpolen van de opvoedingsdoelen, de zeven ondeugden:
1) Hovaardigheid of hoogmoed (arrogantie)
2) Gramschap of toorn (woede of boosheid)
3) Onkuisheid of wellust (flirterig gedrag, bloot kleden etc.)
4) Traagheid of luiheid
5) Gulzigheid of vraatzucht (te veel eten)
6) Hebzucht of gierigheid
7) Jaloezie of afgunst (je moet tevreden zijn met wat je hebt)

De zeven deugden zijn te splitsen

1) Voorzichtigheid
2) Standvastigheid Kardinale deugden
3) Matigheid
4) Rechtvaardigheid

5) Geloof
6) Hoop Christelijke deugden

, 7) Liefde

Men wees de jeugd voortdurend op deze werken van barmhartigheid. Ze
hebben betrekking op het verlenen van naastenliefde aan behoeftigen
door:
Drank (1), voedsel (2) en kleding (3) geven, zieken (4) en gevangenen (5)
bezoeken en vreemdelingen (6) herbergen.

Opvoedingsidealen voor de adel en ridderstand
De jonge ridder moest een hoofse, ridderlijke manier van omgang
bijgebracht worden, maar hij moest ook goed met de wapenen om
kunnen gaan. De zeven vaardigheden (probitates):
Paardrijden, zwemmen, schermen, jagen, pijl- en boogschieten, schaken
en verzen voordragen. Tot zijn zevende jaar bleef hij thuis, daarna
woonde hij tot zijn veertiende jaar als page op een ander hof. De jongen
werd een schildknaap. Als hij 21 jaar was geworden, werd hij in de
ridderstand opgenomen.

Meisjes leerden weven en spinnen. Ze werden muzikaal gevormd en de
slotgeestelijke zorgde voor de religieuze opvoeding. Ook meisjes werden
uitbesteed aan andere kastelen.
2.4 Schoolsoorten in de middeleeuwen

Schoolsoorten zijn te onderscheiden:
1) Kloosterschool
2) Begijnenschool
3) Parochieschool
4) Dom-, kapittel- of kathedraalschool
5) Paleis- of hofschool
6) Latijnseschool
7) Bijschool

Keizer Karel de Grote vaardigde in 805 een bevel uit dat alle onderdanen
het Onzevader, de geloofsbelijdenis en het doopformulier uit hun hoofd
moesten kunnen opzeggen.

Deze bepaling heeft niet geleid tot een aanzet voor het volgen van
onderwijs voor alle onderdanen. De leerplicht wordt in ons land in 1900
ingesteld.

Kloosterschool
Er waren binnenscholen (schola interior) en buitenscholen (schola
exterior).
Voor de leken richtte men later vaak aparte tehuizen, convicten, op.
De oblaten en leken kregen vaak samen les, maar de doelstelling was
anders.
 Oblaten werden opgeleid voor een godsdienstig leven binnen het
klooster.
 Leken voor het leven buiten de kloostermuren

,De spreektaal op school was niet het klassieke Latijn van de Romeinen,
maar een eenvoudiger volkslatijn.

Vakken: godsdienst, lezen, schrijven, rekenen en koorzang (gregoriaanse
gezangen).

Onderwijsmethodiek: kinderen moesten vooral nazeggen wat de
schoolmeester voorzei.
1) Materiele reden: Perkament en boeken waren te duur
2) Ideële reden: Men vond dat kinderen eerst over parate kennis
dienden te beschikken, alvorens er over die leerstof gediscussieerd
kon worden.

Tot het zestiende jaar lag het accent daarop. De inhoud van de uit het
hoofd geleerde Latijnse teksten had meestal een sterk moralistische
inslag  Etische opvoeding van leken en oblaten.

Voor de hogere groepen werden de bekende zeven vrije kunsten
toegevoegd:
- Grammatica
- Retorica (welsprekendheid) Trivium
- Dialecta (debatteren, disputeren)

- Aritmetica (rekenen)
- Geometria (aardrijkskunde) Quadrivium
- Musica
- Astronomia (sterreknunde)
Begijnenschool
Het verschil tussen een begijn en een non:
- Begijnen legden, evenals nonnen, de gelofte van kuisheid en
gehoorzaamheid af, maar niet de gelofte van armoede.
- Begijnen leefden niet in kloosters, maar ze hadden een eigen,
zelfstandig optrekje in een begijnhof.

Begijnen voorzagen in eigen onderhoud door te kantklossen, door het
vervaardigen van textiel, door het verplegen van zieken en door het
geven van onderwijs aan jonge kinderen.

Begijnen droegen een beige of grijze pij en de omslagdoel om hun hoofd
werd een ‘falie’ genoemd.

Begijnenschooltjes werden vooral door meisjes bezocht. Jongetjes werden
wel toegelaten, maar ze mochten niet ouder zijn dan een jaar of 9.

Het dagelijks programma bestond uit godsdienstlessen, handwerken,
naaien, weven en spinnen. Ook werden de beginselen van lezen en
schrijven bijgebracht.

, Parochieschool
Elke pastoor moest in zijn parochie een school oprichten.

Hier werden vooral de elementaire beginselen van de zangkunst
bijgebracht.
De kinderen kregen ook de eerste beginselen van het Latijn
voorgeschoteld.
 Zo konden ze de gezongen teksten en kerkdiensten beter begrijpen.

Ook de geloofsleer kwam ter sprake. Daarom werden het ook wel
catechismusscholen genoemd.

Werden gezien als het begin van de volksschool. Ze waren voor alle
kinderen toegankelijk. Het lesaanbod bestond uit meer onderdelen dan
alleen de opleiding tot geestelijke.



Dom-, kapittel-, of kathedraalschool
Leek in grote lijnen op de kloosterschool. Beiden hadden de bedoeling om
hun leerlingen op te leiden tot priesterambt.
 Het grote verschil was dat de leerlingen van een domschool
voorbestemd waren om hun priesterambt uit te oefenen buiten de
kloostermuren.

Deze scholen waren vaak gevestigd in het huis (domus) van de bisschop.
De kerk waar deze bisschop zetelde werd kathedraal genoemd.
 Aan de dom of kathedraalkerk was een college van priesters
verbonden. Men noemde hen kanunniken.  College kreeg de naam
kapittel. Zij regelden de bestuurlijke gang van zaken, het onderwijs
inbegrepen. En namen deel aan de kerkdiensten.
Paleis- of hofschool
Gesticht door Karel de Grote. Paleisscholen (schola palatina) waren
bestemd voor het toekomstige overheids- en onderwijskader.

Er werd lesgegeven door geleerden uit verschillende landen om
leerlingen een zo goed mogelijke opleiding te geven. Een vermaard
docent was de Engelse geestelijke Alcuin.


Latijnse school
Tegen het einde van de middeleeuwen kwamen de steden meer in
opkomst.
De stadsbesturen richtten hun aandacht niet alleen op handel en
rechtspraak, maar ook op onderwijs.  Een stad ging het als een eer
beschouwen om een Latijnse school binnen haar stadsmuren te hebben.
Mede onder invloed van moderne stromingen, zoals de Moderne Devotie
en het humanisme, raakte men steeds meer overtuigd van het belang
van goed vervolgonderwijs.

De hoogste klassen waren zelfs van universitair niveau.
£2.69
Get access to the full document:
Purchased by 46 students

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached


Also available in package deal

Reviews from verified buyers

Showing all 7 reviews
3 year ago

4 year ago

7 year ago

7 year ago

7 year ago

9 year ago

good

9 year ago

4.1

7 reviews

5
3
4
2
3
2
2
0
1
0
Trustworthy reviews on Stuvia

All reviews are made by real Stuvia users after verified purchases.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
daniellestrubbe Hogeschool van Amsterdam
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
232
Member since
11 year
Number of followers
214
Documents
1
Last sold
3 year ago

Propedeuse cum laude behaald met een 8.4 gemiddeld :) hihi

3.9

61 reviews

5
12
4
32
3
14
2
3
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their exams and reviewed by others who've used these revision notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No problem! You can straightaway pick a different document that better suits what you're after.

Pay as you like, start learning straight away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and smashed it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions