100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Other

PGO TW alle ptaken en otaken bij elkaar

Rating
3.0
(2)
Sold
15
Pages
170
Uploaded on
10-11-2014
Written in
2013/2014

Institution
Module










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Module

Document information

Uploaded on
November 10, 2014
Number of pages
170
Written in
2013/2014
Type
Other
Person
Unknown

Content preview

Leerstof KTTW
P-taak 1: Bevruchting en normale zwangerschap

Moeilijke woorden:
- Varices  Latijnse benaming voor spataderen. Dit zijn ontsierende en soms pijnlijke verwijdingen in
de venen. Als de kleppen niet goed meer werken of kapot zijn, dan vloeit het bloed minder makkelijk
terug naar het hart. Hierdoor raken de vaten gestuwd, worden ze wijder, voller en kronkelig. Zo
ontstaan spataderen

Stap 5: Leerdoel
1. Hoe ontstaat de bevruchting?
- Hoe rijpt een eicel?
Menstruele cyclus begint met de groei en rijping van een nieuwe eicel. Dat proces speelt zich af in
een blaasje dat samen met de rijpende eicel follikel wordt genoemd. Vandaar ook de term folliculaire
fase. De follikel zal onmiddellijk na de menstruatie in één van de eierstokken (zelden in beide) rijpen
van primaire follikel tot een rijpe follikel die Graafse follikel wordt genoemd (= blaasje gevuld met
vocht waarin de eicel omgeven door dekcellen tegen de wand gedrukt ligt).
De groei en de rijping van eicellen gebeuren onder invloed van hormonen. Zowel het luteïniserend
hormoon (LH) als het follikel stimulerend hormoon (FSH) spelen hierbij een rol.
De follikel zelf is ook een belangrijke producent van hormonen. Naarmate de follikel groeit, scheidt
hij in toenemende mate oestrogenen af.
De piekconcentratie aan oestrogenen in het bloed beïnvloedt de baarmoederhals en de slijmprop die
zich daar bevindt. Normaal is dit slijm ondoorgankelijk voor zaadcellen, maar onder invloed van de
oestrogenen verandert het en wordt het gedurende enkele dagen doorgankelijk. Bovendien
ontspannen de spieren rond de baarmoederhals zich onder invloed van de oestrogenen zodat hij zich
iets opent en de zaadcellen doorgang verleent.
In een reactie op de piek in de oestrogenenproductie begint de hypofyse plots veel luteïniserend
hormoon af te scheiden. Dat stimuleert het vrijkomen van de eicel uit de follikel. Ovulatie treedt op
34-36 uur na het begin van de LH piek, de LH piek duurt 48-50 uur. Ovulatie vindt plaats 10-12 uur na
het maximum van de LH piek.
De follikel in de eierstokken groeit in nauwelijks twee weken tijd van hooguit enkele tienden van een
millimeter in diameter bij aanvang van de cyclus tot ruim twee centimeter en meer aan het eind van
de folliculaire fase. Een rijpe follikel puilt duidelijk zichtbaar uit de eierstok en is goed zichtbaar met
het blote oog. Rijpe follikels zijn ook groot genoeg om ze via echografie op te sporen en aan te
prikken (bijvoorbeeld voor het 'oogsten van eicellen' voor kunstmatige bevruchting).
Tijdens de folliculaire fase neemt de zowel vochtigheid als zuurtegraad van de vagina toe onder
invloed van de oestrogenen.
- Hoe rijpt een zaadcel?
Spermatogenese:
1. Mitose: De spermatogenese begint met mitotische delingen van stamstellen die spermatogenia
genoemd worden. Deze bevinden zich in de buitenste cellaag van de testikelkanaaltjes.
Spermatogenia blijven gedurende het gehele leven mitotische delingen ondergaan. Een dochtercel
van elke mitose wordt naar de holte van het testiskanaaltje geduwd. Deze dochtercellen
differentiëren zich tot speramtocyten. Die bereiden zich weer voor op de volgende stap.

,2. Meiose: Is een speciale celdeling waarbij gameten worden gevormd, cellen die half zo veel
chromosomen hebben als lichaamscellen. In de testiskanaaltjes worden bij de meiotische delingen
van spermatocyten onrijpe cellen gevormd. Die spermatiden worden genoemd.
3. Spermiogenese. Hierbij differentiëren de kleine, relatief ongespecialiseerde spermatiden zich tot
fysiek rijpe spermatozoën, die de vloeistof in de holte van de testiskanaaltjes binnengaan.

- Waar bevindt de bevruchting plaats?
Bevruchting vindt algemeen plaats boven in de eileider. De eicel is ongeveer twee dagen
bevruchtbaar. De zaadcel moet ongeveer 15 cm afleggen, gemeten vanaf de baarmoedermond. Voor
een mens zou dat 6 km zijn. Zaadcellen leven maxima 4 tot 6 dagen. Ze doen er 12 tot 24 uur over
om hun tocht naar de eicel af te leggen. De levende spermacellen gaan op weg naar een minder zuur
milieu. De afscheidingsproducten van de baarmoederhals helpen daarbij. De zaadcellen zwemmen al
het ware in teamverband, af en toe lijken ze uit te rusten. Ze zwemmen naar de eileider in de
vloeistofstroom. Het grootste deel van de zaadcellen gaat ten gronde op de verhoudingswijze lange
tocht. Uiteindelijk komt maar een paar duizend zaadcellen aan bij de eileiders, waarvan ongeveer de
helft zich bevindt in de eileider waar ook de eicel wacht.

- Hoe werkt de bevruchting?
Bevruchting vindt algemeen plaats boven in de eileider. De eicel is ongeveer twee dagen
bevruchtbaar. De zaadcel moet ongeveer 15 cm afleggen, gemeten vanaf de baarmoedermond. Voor
een mens zou dat 6 km zijn. Zaadcellen leven maxima 4 tot 6 dagen. Ze doen er 12 tot 24 uur over
om hun tocht naar de eicel af te leggen. De levende spermacellen gaan op weg naar een minder zuur
milieu. De afscheidingsproducten van de baarmoederhals helpen daarbij. De zaadcellen zwemmen al
het ware in teamverband, af en toe lijken ze uit te rusten. Ze zwemmen naar de eileider in de
vloeistofstroom. Het grootste deel van de zaadcellen gaat ten gronde op de verhoudingswijze lange
tocht. Uiteindelijk komt maar een paar duizend zaadcellen aan bij de eileiders, waarvan ongeveer de
helft zich bevindt in de eileider waar ook de eicel wacht.
Boven in de eileider ontmoet deze zwerm van de kleinste menselijke cellen de grootste menselijke
cel, de eicel. Deze in omgeven door zona pellucida en de corona radiata. De zaadcellen die de eicel
bereiken dringen door de corona radiata heen en stuiten op de zona pellucida. De eicel ligt niet stil
maar draait rond tegen de draaiing van de aarde in. De zona pellucida wordt afgebroken door de
enzymen in de zaadcelkop. De wand zal als eerst worden gepenetreerd door een zaadcel. Zodra dat
gebeurd is, verandert de zona pellucida direct van structuur, zodat de andere zaadcellen niet meer
door de wand heen kunnen.
De binnengedrongen zaadcel bij binnenkomst zijn hals, middenstuk en staart. De kop van de zaadcel
zwelt op en de chromosomen worden zichtbaar. Ook in de eicel worden de chromosomen zichtbaar.
Vervolgens versmelten beiden celkernen met elkaar. Het normale aantal diploïde chromosomen van
46 is bereikt. De eicel is bevrucht, we spreken van zygote. Het nieuwe leven is begonnen.

- Welke hormonen spelen een rol bij de bevruchting?
De cyclus is een ingewikkeld samenspel tussen verschillende organen in het lichaam: de
hypothalamus, de hypofyse, de eierstokken en de baarmoeder. De hypothalamus bevindt zich aan de
onderkant van de hersenen, vlak daaronder zit de hypofyse (hersenaanhangsel). De hypothalamus is
de 'grote regelaar' in het geheel. Deze produceert LHRH, een zogenaamd boodschapper-hormoon,
dat de hypofyse aanzet tot het afgeven van FSH (Follikel Stimulerend Hormoon) en LH (Luteïniserend

, Hormoon). FSH en LH worden via het bloed naar de eierstokken getransporteerd en zijn
verantwoordelijk voor de eirijping en de eisprong. FSH stimuleert de groei van een eiblaasje (follikel)
waarin een eicel zit en zorgt tevens voor de aanmaak van oestrogeen in de eierstokken. Het
oestrogeen zorgt ervoor dat het baarmoederslijmvlies gaat groeien. Als de hoeveelheid oestrogeen in
het bloed hoog is, wordt hierdoor de afgifte van FSH geremd en de afgifte van LH gestimuleerd.
Onder invloed van die grote hoeveelheid LH (LH-piek) treedt de ovulatie op, in het midden van de
cyclus. De eierstokken gaan nu naast oestrogeen ook progesteron maken. Dit hormoon zorgt ervoor
dat het baarmoederslijmvlies voldoende voedingsstoffen gaat bevatten voor de eventueel bevruchte
eicel. Wordt de eicel niet bevrucht, dan daalt de hoeveelheid oestrogeen en progesteron in het bloed
aanzienlijk. De gevolgen van deze daling zijn de afstoting van het baarmoederslijmvlies en een
bloeding (menstruatie). Daarnaast zorgt de lage oestrogeenconcentratie in het bloed ervoor dat de
hypofyse opnieuw door de hypothalamus wordt geprikkeld om FSH en LH af te geven. De volgende
cyclus is dan begonnen.

- Hoe loopt de menstruele cyclus?
De menstruele cyclus in vier stappen
Een normale menstruele cyclus kun je opsplitsen in vier grote fasen :
• de folliculaire fase is de fase waarin de eicel rijpt
• de ovulatie of eisprong
• de luteale fase is de fase waarin de baarmoeder zich klaarmaakt voor een eventuele innesteling van
de bevruchte eicel
• de menstruatie is de fase waarin de baarmoeder de niet bevruchte eicel afstoot

De folliculaire fase : de eicel rijpt
De menstruele cyclus begint met de groei en rijping van een nieuwe eicel. Dat proces speelt zich af in
een blaasje dat samen met de rijpende eicel follikel wordt genoemd. Vandaar ook de term folliculaire
fase. De follikel zal onmiddellijk na de menstruatie in één van de eierstokken (zelden in beide) rijpen
van primaire follikel tot een rijpe follikel die Graafse follikel wordt genoemd (= blaasje gevuld met
vocht waarin de eicel omgeven door dekcellen tegen de wand gedrukt ligt).
De groei en de rijping van eicellen gebeuren onder invloed van hormonen. Zowel het luteïniserend
hormoon (LH) als het follikel stimulerend hormoon (FSH) spelen hierbij een rol.
De follikel zelf is ook een belangrijke producent van hormonen. Naarmate de follikel groeit, scheidt
hij in toenemende mate oestrogenen af.
De piekconcentratie aan oestrogenen in het bloed beïnvloedt de baarmoederhals en de slijmprop die
zich daar bevindt. Normaal is dit slijm ondoorgankelijk voor zaadcellen, maar onder invloed van de
oestrogenen verandert het en wordt het gedurende enkele dagen doorgankelijk. Bovendien
ontspannen de spieren rond de baarmoederhals zich onder invloed van de oestrogenen zodat hij zich
iets opent en de zaadcellen doorgang verleent.
In een reactie op de piek in de oestrogenenproductie begint de hypofyse plots veel luteïniserend
hormoon af te scheiden. Dat stimuleert het vrijkomen van de eicel uit de follikel. Ovulatie treedt op
34-36 uur na het begin van de LH piek, de LH piek duurt 48-50 uur. Ovulatie vindt plaats 10-12 uur na
het maximum van de LH piek.
De follikel in de eierstokken groeit in nauwelijks twee weken tijd van hooguit enkele tienden van een
millimeter in diameter bij aanvang van de cyclus tot ruim twee centimeter en meer aan het eind van
de folliculaire fase. Een rijpe follikel puilt duidelijk zichtbaar uit de eierstok en is goed zichtbaar met

Reviews from verified buyers

Showing all 2 reviews
6 year ago

10 year ago

some things are missing, but value for money is top

3.0

2 reviews

5
0
4
0
3
2
2
0
1
0
Trustworthy reviews on Stuvia

All reviews are made by real Stuvia users after verified purchases.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
nursing Fontys Hogeschool
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
25
Member since
11 year
Number of followers
20
Documents
6
Last sold
9 year ago

3.0

2 reviews

5
0
4
0
3
2
2
0
1
0

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their exams and reviewed by others who've used these revision notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No problem! You can straightaway pick a different document that better suits what you're after.

Pay as you like, start learning straight away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and smashed it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions