100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting CSE Aardrijkskunde alle stof

Rating
-
Sold
2
Pages
42
Uploaded on
09-06-2021
Written in
2020/2021

In de samenvatting worden alle hoofdstukken behandeld en ook heb ik de belangrijke woordenlijst toegevoegd.

Level
Module










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Secondary school
Level
Module
School year
6

Document information

Summarized whole book?
Yes
Uploaded on
June 9, 2021
File latest updated on
June 9, 2021
Number of pages
42
Written in
2020/2021
Type
Summary

Subjects

Content preview

Aarde
Kringlopen in het systeem aarde
Het circulatiesysteem
Stralingsbalans:
Stralingsbalans = het dynamische evenwicht tussen in- en uitstraling van de aarde. De hoeveelheid
straling die uiteindelijk het aardoppervlak bereikt, hangt af van:
1. De dichtheid van het wolkendek.
2. De breedteligging van de aarde.
3. De lengte van de dag en de zonnestand gedurende dag.

Atmosferische circulatie:
De verschillen in opwarming van het aardoppervlak zorgen voor het ontstaan van de atmosferische
circulatie, met de volgende vijf kenmerken:
1. De wind waait van een hogedrukgebied (maximum) naar een lagedrukgebied (minimum)

De wet van Buys Ballot:
De draaiing en de bolvorm van de aarde (corioliseffect) zorgen voor de afwijkingen:
 Op het noordelijk halfrond heeft de wind een afwijking naar rechts.
 En op het zuidelijk halfrond naar links.




2. De ITCZ: door de schuine stand van de aardas verschuift gedurende het jaar de loodrechte
zonnestand van de Kreeftskeerkring naar de Steenbokskeerkring en weer terug. De ITCZ
beweegt mee met deze loodrechte zonnestand (vooral over landmassa’s).
3. Passaat: is een stabiele, stevige wind die vanaf het subtropisch hogedrukgebied naar de
evenaar waait (normale windstroom)
4. Moesson: is een halfjaarlijks wisselende wind.

Moessons ontstaan door de verplaatsing van de ITCZ. Ze komen voor tussen 30 graden
noorderbreedte en 30 graden zuiderbreedte. Op het noordelijk halfrond is deze verschuiving het

1

,sterkst vanwege de invloed van de grote landmassa’s die daar liggen, deze warmen veel sterker op
dan oceanen. Dit betekent dat tussen april en september de zuidoostpassaat over de evenaar naar
het noordelijk halfrond waait  wind krijgt een afwijking naar rechts en gaat uit het zuidwesten
waaien.
In Zuid(oost)-Azië is deze zuidwestenwind een zeewind en veroorzaakt dus een natte moesson. In de
wintermaanden draait de wind naar het noordoosten. Deze noordoostpassaat is een landwind en
veroorzaakt het droge seizoen.

5. Op onze breedten stijgt de warme lucht uit de subtropen op tegen de koude lucht van de
polen. Hier vinden we dus lagedrukgebieden.

De oceanische circulatie:
De wind, de verschillen in temperatuur en het zoutgehalte van het zeewater zorgen voor het
ontstaan van de oceanische circulatie:
1. Koude en warme zeestromen: deze worden veroorzaakt door de wind.
- Koude zeestroom komt van een hogere breedte;
- Een warme zeestroom komt van een lagere breedte.
- Zeestromen volgen de overheersende winden: de westenwinden

2. De thermohaliene circulatie: wordt veroorzaakt door verschillen in temperatuur (thermo) en
zoutgehalte (halien). De diepwaterpomp in de noordelijke Atlantische Oceaan speelt daarin
een belangrijke rol

Klimaatgebieden:
Classificeren: een grens trekken tussen de verschillende klimaten op de wereld, een belangrijk
voorbeeld is die van Köppen. Deze klimaatclassificatie is gebaseerd op de samenhang tussen klimaat
en natuurlijke plantengroei.

Grote gebieden die qua klimaat ongeveer hetzelfde zijn noemen we klimaatgebieden en deze komen
vaak overeen met de landschapszones wegens de vegetatie en het soort landschap.




Klimaatfactoren:
Om de klimaatclassificatie te verklaren heb je
klimaatfactoren nodig:


2

, 1. Geografische breedteligging: op de evenaar vallen de zonnestralen recht in daarom is het
hier warm. Hoe verder van de evenaar, hoe schuiner de zonnestralen invallen. De
breedteligging bepaalt dus ook de overheersende windrichting.

2. Gebergten en hoogte: hoe hoger je komt, hoe kouder het wordt. Daarnaast is de lijzijde van
een gebergte een droog gebied. Door gebergte verliest de lucht veel vocht waardoor de lucht
achter de berg daalt en amper neerslag bevat. De loefzijde is het natte gebied.

3. Type oppervlak: opwarming en afkoeling van oceanen gaat langzamer dan op land. De
gebieden aan zee kennen daarom een kleiner verschil in temperatuur in de zomer en winter.
Daarnaast kan de lucht boven een oceaan veel vocht opnemen waardoor er meer neerslag is
aan zee  invloed van zee wordt bepaald door oceanische circulatie.

Een warme zeestroom versterkt de beschreven effecten, een koude zeestroom of opwelling van
diepzeewater verzwakt ze juist. Koud water koelt immers de lucht erboven af, waardoor er koele
zeewind ontstaat  koude lucht kan minder vocht vasthouden waardoor er een droog klimaat
ontstaat.




De endogene processen:
Opbouw van de aarde:
De mantel wordt ook wel de asthenosfeer genoemd, al het vaste gesteente hierboven (korst en
bovenste deel mantel) noemen we de lithosfeer. Op de aardmantel drijft de aardkorst. Het grootste
deel van de aardkorst wordt gevormd door oceaanbodem. De oceaanbodem bestaat vooral uit
basalt: basalt heeft een hogere dichtheid en is veel zwaarder dan continentgesteenten als graniet,
daardoor zakt de oceanische aardkorst dieper dan continentale.
Ook de oceaanbodem kent hoogteverschillen, bij een mid-oceanische rug is de oceaan veel minder
diep maar bij diepzeetroggen kunnen daarentegen wel kilometers diep zijn.

3
£6.31
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
dereus52

Also available in package deal

Get to know the seller

Seller avatar
dereus52
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
3
Member since
4 year
Number of followers
3
Documents
6
Last sold
2 year ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their exams and reviewed by others who've used these revision notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No problem! You can straightaway pick a different document that better suits what you're after.

Pay as you like, start learning straight away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and smashed it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions