Hoorcollege 13 – Macro-Economisch Beleid – H16 & H17
(9/2)
Keynesianen versus neo-klassiekers
Keynesianen: vraagbeleid heeft zin trage aanpassingen van prijzen en lonen (nominale
rigiditeiten, langlopende contracten:
1. Korte termijn AS curve is niet steil
2. Verschuiving naar lange termijn AS curve verloopt traag
Keynesianen gebruiken expansief beleid indien de onderliggende inflatie te langzaam aanpast, in
plaats van te wachten totdat de trendoutput zich aanpast.
Neo-klassiekers: vraagbeleid heeft geen zin
1. Markten ruimen snel korte termijn AS curve verloopt steil
2. Met rationele verwachtingen wordt lange termijn AS curve snel bereikt
Hoewel de onderliggende inflatie zich snel aanpast, stimuleert expansief beleid de economie. Dit
gaat echter gepaard met meer fluctuaties rond de trend, en een hogere inflatie.
Problemen met vraagbeleid:
Expansief beleid gaat gepaard met hogere inflatie. Nadelen hiervan zijn:
De waarde van niet-geïndexeerde activa (obligaties) wordt aangetast.
Effecten op inkomensverdeling: herverdeling van schuldeisers naar schuldenaars
De signaalfunctie van relatieve prijzen (reële loon), en dus de efficiëntie van de markten,
wordt aangetast.
Hoge inflatie gaat vaak gepaard met volatiele inflatie
Conjunctuurgolven
1. Deterministische conjunctuurgolven (niet geloofwaardig):
Huidige situatie hangt mechanistisch af van het economisch verleden
Het probleem hiervan is dat er te regelmatige conjunctuurgolven worden gegenereerd.
2. Stochastische conjunctuurgolven:
Economie wordt constant getroffen door schokken het economische systeem zorgt
ervoor dat deze impulsen worden omgezet in conjunctuurgolven.
Systeem:
Introduceer vertraagde reacties van AD en AS: AD reageert met vertraging op de output, terwijl de
AS (onderliggende inflatie) zich geleidelijk aan de inflatie uit het verleden aanpast.
Een voorbeeld van een positieve vraagschok is de permanente stijging van de doelwaarde inflatie
van de CB onder flexibele wisselkoersen.
(9/2)
Keynesianen versus neo-klassiekers
Keynesianen: vraagbeleid heeft zin trage aanpassingen van prijzen en lonen (nominale
rigiditeiten, langlopende contracten:
1. Korte termijn AS curve is niet steil
2. Verschuiving naar lange termijn AS curve verloopt traag
Keynesianen gebruiken expansief beleid indien de onderliggende inflatie te langzaam aanpast, in
plaats van te wachten totdat de trendoutput zich aanpast.
Neo-klassiekers: vraagbeleid heeft geen zin
1. Markten ruimen snel korte termijn AS curve verloopt steil
2. Met rationele verwachtingen wordt lange termijn AS curve snel bereikt
Hoewel de onderliggende inflatie zich snel aanpast, stimuleert expansief beleid de economie. Dit
gaat echter gepaard met meer fluctuaties rond de trend, en een hogere inflatie.
Problemen met vraagbeleid:
Expansief beleid gaat gepaard met hogere inflatie. Nadelen hiervan zijn:
De waarde van niet-geïndexeerde activa (obligaties) wordt aangetast.
Effecten op inkomensverdeling: herverdeling van schuldeisers naar schuldenaars
De signaalfunctie van relatieve prijzen (reële loon), en dus de efficiëntie van de markten,
wordt aangetast.
Hoge inflatie gaat vaak gepaard met volatiele inflatie
Conjunctuurgolven
1. Deterministische conjunctuurgolven (niet geloofwaardig):
Huidige situatie hangt mechanistisch af van het economisch verleden
Het probleem hiervan is dat er te regelmatige conjunctuurgolven worden gegenereerd.
2. Stochastische conjunctuurgolven:
Economie wordt constant getroffen door schokken het economische systeem zorgt
ervoor dat deze impulsen worden omgezet in conjunctuurgolven.
Systeem:
Introduceer vertraagde reacties van AD en AS: AD reageert met vertraging op de output, terwijl de
AS (onderliggende inflatie) zich geleidelijk aan de inflatie uit het verleden aanpast.
Een voorbeeld van een positieve vraagschok is de permanente stijging van de doelwaarde inflatie
van de CB onder flexibele wisselkoersen.