Toets
1. Wat is psychofysiologie?
a. Onderzoekt hersenscans en de hersenactiviteit i.v.m. gedrag
b. Onderzoekt het aanpassingsvermogen van de mens. Evolutie, genetica &
mutaties.
c. Onderzoekt de relatie tussen fysiologische activiteit (elektrische activiteit) van het
brein/lichaam en psychologische processen
d. Onderzoekt hersenschade van patiënten
2. Wat is een voorbeeld van een onderzoek uit de fysiologische psychologie?
a. Het onderzoeken van epilepsie aanvallen door middel van EEG en het kijken naar
de hersenactiviteit
b. Het onderzoeken van de amygdala door deze uit de hersenen van proefdieren te
halen. Kijken naar het effect dat dit heeft op het gedrag van de dieren.
c. Onderzoeken van het effect van pijnstillers op het brein. Kunnen pijnstillers
fysieke pijn onderdrukken?
d. Onderzoek doen naar de mutatie van het SRY gen
3. Wat wordt er bedoeld met invasief onderzoek?
a. Dat het onderzoek blijvend letsel oplevert voor de proefdieren
b. Dat het onderzoek emotionele schade aan kan richten bij proefpersonen
c. Dat het onderzoek wordt gedaan onder proefdieren
d. Dat het onderzoek door de schedel heen gaat
4. Neuropsychologie is een bijzondere tak van de biologische psychologie omdat?
a. Deze tak zich richt op een individu i.p.v. op een groep
b. Deze tak zich richt op dieren i.p.v. op mensen
c. Beide juist
d. Beide onjuist
5. Wat zie je op een X-ray?
a. Alleen de botten
b. Verschillende onderdelen van het brein
c. Welke gebieden de hoogste hersenactiviteit hebben op dit moment
d. De totale hersenactiviteit
6. Wat zie je op een DTI scan?
a. Neuronen
b. Grijze stof
c. Witte stof
d. Axonen
7. Met welke techniek is de scan op de foto gemaakt?
1. Wat is psychofysiologie?
a. Onderzoekt hersenscans en de hersenactiviteit i.v.m. gedrag
b. Onderzoekt het aanpassingsvermogen van de mens. Evolutie, genetica &
mutaties.
c. Onderzoekt de relatie tussen fysiologische activiteit (elektrische activiteit) van het
brein/lichaam en psychologische processen
d. Onderzoekt hersenschade van patiënten
2. Wat is een voorbeeld van een onderzoek uit de fysiologische psychologie?
a. Het onderzoeken van epilepsie aanvallen door middel van EEG en het kijken naar
de hersenactiviteit
b. Het onderzoeken van de amygdala door deze uit de hersenen van proefdieren te
halen. Kijken naar het effect dat dit heeft op het gedrag van de dieren.
c. Onderzoeken van het effect van pijnstillers op het brein. Kunnen pijnstillers
fysieke pijn onderdrukken?
d. Onderzoek doen naar de mutatie van het SRY gen
3. Wat wordt er bedoeld met invasief onderzoek?
a. Dat het onderzoek blijvend letsel oplevert voor de proefdieren
b. Dat het onderzoek emotionele schade aan kan richten bij proefpersonen
c. Dat het onderzoek wordt gedaan onder proefdieren
d. Dat het onderzoek door de schedel heen gaat
4. Neuropsychologie is een bijzondere tak van de biologische psychologie omdat?
a. Deze tak zich richt op een individu i.p.v. op een groep
b. Deze tak zich richt op dieren i.p.v. op mensen
c. Beide juist
d. Beide onjuist
5. Wat zie je op een X-ray?
a. Alleen de botten
b. Verschillende onderdelen van het brein
c. Welke gebieden de hoogste hersenactiviteit hebben op dit moment
d. De totale hersenactiviteit
6. Wat zie je op een DTI scan?
a. Neuronen
b. Grijze stof
c. Witte stof
d. Axonen
7. Met welke techniek is de scan op de foto gemaakt?