Prof. Bammens
1. Volume & osmolaliteit
1.1 Inleiding
Wat is homeostase?
= mechanisme dat aantal bioconstanten binnen enge grenzen houd
& dit ondanks grote schommelingen in uitwendig milieu
Homeostatisch systeem omvat
- Set point
- Sensormechanismen
- E ectormechanismen
Pathologie van homeostase
- Stoornis set-point
- Stoornis sensormechanismen
- Stoornis e ectormechanismen
- Overschrijding (door extern milieu) van regelbereik
DAN: verstoring betre ende homeostasemechanisme (primair)
& verstoring andere homeostasemechanismen (secundair)
1.2 Fysiologie
Overzicht
Water = +/- 60% lichaamsgewicht
=> niet exact
WANT:
1. Verschil tussen mannen & vrouwen
2. Leeftijd -> als ouder, dan meer vet & minder H2O
=> vet: slechts 13% water
DUS: als 70 kg -> 42 kg/liter water
Transcellulair:
-Cerebrospinaal
-Pleura
-Pericard
-Peritoneum
-Oogbol
-Synovia
(Klein volume, kan groot worden in
pathologische omstandigheden)
1
 ff ff ff
, Prof. Bammens
Osmolaliteit <-> osmolariteit
= concentratie opgeloste sto en in vloeistof
Osmolaliteit: mOsm/kg
Osmolariteit: mOsm/L
!! In principe gelijke osmolaliteit intra- & extracellulair door osmose van water tussen
compartimenten
Echter: verschillende samenstelling ECF <-> ICF
=> actieve pompen
=> verschillen in permeabiliteit
=> intra-cellulaire eiwit-binding van osmolen
Bv. Na+/K+ ATP-ase
=> Na+ naar buiten
=> K+ naar binnen
Aantal verschillen:
!! Als hier alles optellen, zal niet gelijk zijn
WANT: niet alles meegerekend
Intra- & extracellulair moeten gelijk zijn
=> als niet, dan volumeveranderingen cel
Extracell > intracell -> krimpen
Intracell > extracell -> opzwellen
E ectieve osmolaliteit (toniciteit)
E ectieve osmolen
- Sto en +/- beperkt tot ECF of ICF
- Sto en die ECHT vermogen hebben om osmotische beweging water tussen compartimenten
te beïnvloeden
Bv. Na+ mannitol & K+ (theoretisch, want K+ wordt constant gehouden)
Ine ectieve osmolen
- Sto en die (relatief) vrij di unceren tussen ECF of ICF
- Sto en die weinig invloed hebbn op osmotische beweging van water tussen compartimenten
Bv. Ureum, ethanol & glucose
!! Ureum -> wel e ectief bij “dialysis disequilibrium”
!! Glucose -> wel e ectief bij acute hyperglycemie of diabetes
2
 ff ffff ff ff ff ff
, Prof. Bammens
Dialyse
= bloed van patiënt via leiding & pompsysteem in contact gebracht met dialysaat
Dialysaat = dialyseoplossing met Na+, Ca2+ & Mg+
MAAR: ook aantal sto en niet bevatten, want concentratieverschil maken
Zien dialyse lter (= koker (buis) waarin allemaal vezels zitten)
& elke vezel is mini-buisje en wand half-doorlaatbaar membraan
Bloed door vezels & dialysaat in andere richting tussen vezels door
DUS: krijgen concentratiegradiënt
!! Di usie-gemedieerd transport van bloed naar dialysaat
=> Concentratie van aantal afvalsto en in bloed zakken
Gemiddeld 4u & bloed stroomt aan 300-350 ml/min
DUS: heel veel bloed zuiveren
Waarom stromen ze in omgekeerde richting?
=> Maximalisatie
=> Vuilste bloed in contact met dialysaat dat al beetje bevuild is
=> Concentratie snel zakken
Dialysis disequilibrium syndrome
Door “reverse osmotic shift” -> hersenoedeem tot gevolg
Bv. Ureumconcentratie daling
=> zal snel zakken buiten cel
=> binnen cel nog hoog
=> dan ook zakken omdat er di usie is van ureum buiten cel
MAAR: zal trager gaan, dus hebben tijdelijk concentratieverschil
Zo kan ureum dus e ectief osmool worden
=> cellen zullen zwellen
=> in hersenen kan symptomen veroorzaken
=> vermoeidheidsklachten, misselijkheid, braken, …
!! Is Dialysis Disequilibrium syndrome
Vermijden dat afvalsto en heel fel oplopen, dus
-> 3x per week dialyse doen
-> 1e dialyse korter & trager bloeddebiet
Plasmawater
!! In plasmawater is concentratie hoger
=> plasma resultaten altijd interpreteren voor plasma water
Osmolaliteit (mOsm/kg) - osmolariteit (mOsm/L) = concentratie opgeloste sto en in vloeistof
Water = 93% van totaal plasma volume
(7% lipiden & proteïnen)
3
 ff fi ff ffff ff ff ff
, Prof. Bammens
Starling krachten
Vloeistofverplaatsing tussen plasma & interstitium
Bepaald door
- Ultra ltratiecoë ciënt (Kf)
- Starling forces
Starling krachten
- Hydrostatische druk -> water naar buiten duwen
- Oncotische druk -> water naar binnen aantrekken
Hebben stabiele waarde krachten & doorlaatbaarheid capillair nodig
π: oncotische druk
- Bepaald door eiwitten
- 6,3-7,1 g/dL in plasma
- 54%-66% van plasma-eiwitten = albumine
Behoud di erentieel oncotische druk tussen plasma-compartiment & interstitium is nodig voor
behoud van vochtdistributie tussen deze compartimenten
Samenstelling lichaamsvocht
! Overzicht niet kennen
Als zweten: verlies hypo-osmolair vocht
=> kan problemen ontwikkelen met
hyperosmolariteit plasma
Als pancreasvocht verliezen
=> bevat veel bicarbonaat
=> e ect zuur-base evenwicht (= zuur worden)
Als maagvocht verleizen
=> bevat veel H+
=> e ect zuur-base evenwicht (= alkalisch worden)
MAAR: deze vloeisto en in grote hoeveelheden produceren & absorberen
DUS: gaat niet tot verstoringen leiden als alles normaal transport heeft
4

fffi ff ffi ff
1. Volume & osmolaliteit
1.1 Inleiding
Wat is homeostase?
= mechanisme dat aantal bioconstanten binnen enge grenzen houd
& dit ondanks grote schommelingen in uitwendig milieu
Homeostatisch systeem omvat
- Set point
- Sensormechanismen
- E ectormechanismen
Pathologie van homeostase
- Stoornis set-point
- Stoornis sensormechanismen
- Stoornis e ectormechanismen
- Overschrijding (door extern milieu) van regelbereik
DAN: verstoring betre ende homeostasemechanisme (primair)
& verstoring andere homeostasemechanismen (secundair)
1.2 Fysiologie
Overzicht
Water = +/- 60% lichaamsgewicht
=> niet exact
WANT:
1. Verschil tussen mannen & vrouwen
2. Leeftijd -> als ouder, dan meer vet & minder H2O
=> vet: slechts 13% water
DUS: als 70 kg -> 42 kg/liter water
Transcellulair:
-Cerebrospinaal
-Pleura
-Pericard
-Peritoneum
-Oogbol
-Synovia
(Klein volume, kan groot worden in
pathologische omstandigheden)
1
 ff ff ff
, Prof. Bammens
Osmolaliteit <-> osmolariteit
= concentratie opgeloste sto en in vloeistof
Osmolaliteit: mOsm/kg
Osmolariteit: mOsm/L
!! In principe gelijke osmolaliteit intra- & extracellulair door osmose van water tussen
compartimenten
Echter: verschillende samenstelling ECF <-> ICF
=> actieve pompen
=> verschillen in permeabiliteit
=> intra-cellulaire eiwit-binding van osmolen
Bv. Na+/K+ ATP-ase
=> Na+ naar buiten
=> K+ naar binnen
Aantal verschillen:
!! Als hier alles optellen, zal niet gelijk zijn
WANT: niet alles meegerekend
Intra- & extracellulair moeten gelijk zijn
=> als niet, dan volumeveranderingen cel
Extracell > intracell -> krimpen
Intracell > extracell -> opzwellen
E ectieve osmolaliteit (toniciteit)
E ectieve osmolen
- Sto en +/- beperkt tot ECF of ICF
- Sto en die ECHT vermogen hebben om osmotische beweging water tussen compartimenten
te beïnvloeden
Bv. Na+ mannitol & K+ (theoretisch, want K+ wordt constant gehouden)
Ine ectieve osmolen
- Sto en die (relatief) vrij di unceren tussen ECF of ICF
- Sto en die weinig invloed hebbn op osmotische beweging van water tussen compartimenten
Bv. Ureum, ethanol & glucose
!! Ureum -> wel e ectief bij “dialysis disequilibrium”
!! Glucose -> wel e ectief bij acute hyperglycemie of diabetes
2
 ff ffff ff ff ff ff
, Prof. Bammens
Dialyse
= bloed van patiënt via leiding & pompsysteem in contact gebracht met dialysaat
Dialysaat = dialyseoplossing met Na+, Ca2+ & Mg+
MAAR: ook aantal sto en niet bevatten, want concentratieverschil maken
Zien dialyse lter (= koker (buis) waarin allemaal vezels zitten)
& elke vezel is mini-buisje en wand half-doorlaatbaar membraan
Bloed door vezels & dialysaat in andere richting tussen vezels door
DUS: krijgen concentratiegradiënt
!! Di usie-gemedieerd transport van bloed naar dialysaat
=> Concentratie van aantal afvalsto en in bloed zakken
Gemiddeld 4u & bloed stroomt aan 300-350 ml/min
DUS: heel veel bloed zuiveren
Waarom stromen ze in omgekeerde richting?
=> Maximalisatie
=> Vuilste bloed in contact met dialysaat dat al beetje bevuild is
=> Concentratie snel zakken
Dialysis disequilibrium syndrome
Door “reverse osmotic shift” -> hersenoedeem tot gevolg
Bv. Ureumconcentratie daling
=> zal snel zakken buiten cel
=> binnen cel nog hoog
=> dan ook zakken omdat er di usie is van ureum buiten cel
MAAR: zal trager gaan, dus hebben tijdelijk concentratieverschil
Zo kan ureum dus e ectief osmool worden
=> cellen zullen zwellen
=> in hersenen kan symptomen veroorzaken
=> vermoeidheidsklachten, misselijkheid, braken, …
!! Is Dialysis Disequilibrium syndrome
Vermijden dat afvalsto en heel fel oplopen, dus
-> 3x per week dialyse doen
-> 1e dialyse korter & trager bloeddebiet
Plasmawater
!! In plasmawater is concentratie hoger
=> plasma resultaten altijd interpreteren voor plasma water
Osmolaliteit (mOsm/kg) - osmolariteit (mOsm/L) = concentratie opgeloste sto en in vloeistof
Water = 93% van totaal plasma volume
(7% lipiden & proteïnen)
3
 ff fi ff ffff ff ff ff
, Prof. Bammens
Starling krachten
Vloeistofverplaatsing tussen plasma & interstitium
Bepaald door
- Ultra ltratiecoë ciënt (Kf)
- Starling forces
Starling krachten
- Hydrostatische druk -> water naar buiten duwen
- Oncotische druk -> water naar binnen aantrekken
Hebben stabiele waarde krachten & doorlaatbaarheid capillair nodig
π: oncotische druk
- Bepaald door eiwitten
- 6,3-7,1 g/dL in plasma
- 54%-66% van plasma-eiwitten = albumine
Behoud di erentieel oncotische druk tussen plasma-compartiment & interstitium is nodig voor
behoud van vochtdistributie tussen deze compartimenten
Samenstelling lichaamsvocht
! Overzicht niet kennen
Als zweten: verlies hypo-osmolair vocht
=> kan problemen ontwikkelen met
hyperosmolariteit plasma
Als pancreasvocht verliezen
=> bevat veel bicarbonaat
=> e ect zuur-base evenwicht (= zuur worden)
Als maagvocht verleizen
=> bevat veel H+
=> e ect zuur-base evenwicht (= alkalisch worden)
MAAR: deze vloeisto en in grote hoeveelheden produceren & absorberen
DUS: gaat niet tot verstoringen leiden als alles normaal transport heeft
4

fffi ff ffi ff