Samenvatting van VMV 6 Circulatie hoofdstuk 1-6. Alles is heel gestructureerd en mooi samengevat aan de hand van schema's, foto's, voorbeelden, ... Het is een samenvatting die het studeren zeer makkelijk maakt en zeker voor dit vak ;)
Je slaagkansen zullen zeker stijgen als je deze samenvatting ge...
VMV 6 Circulatie
1. De bewaking van de centrale circulatie van de ZO
1.1 Inleiding
Perifere circulatie = veneuze systeem + capillair netwerk (microcirculatie)
o Groot circulerend volume (85%)
o Lage druk (P) en trage flow
Hoe controleren?
o Capillaire refill
o Huidskleur
o Huid T°
o Plethysmografie (registreren van volume of volumeverandering van organen, ledematen of
gehele lichaam)
Centrale circulatie = hart + arteriële bloedvaten
o Laag circulerend volume (15%)
o Hoge druk (P) en snelle flow
Hoe controleren?
o BWZ
o Pols
o Diurese
o Hartritmebewaking en ECG
o Arteriële bloeddruk
o CVD
o Intracardiale drukken (druk in hart)
1.2 Observatie van centrale circulatie
Monitoring = continue en nauwkeurige meting v/e parameter via een elektronisch toestel
(wanneer grenswaarde overschreden wordt, gaat een alarm af)
1.2.1 Bewustzijn
Veranderd BWZ is vaak door ernstig onderliggend lijden (wijst op gedrang komen van centrale
circulatie).
Meting: Glasgow Coma Scale a.d.h.v. EMV-score (score tussen 3 en 15)
score 8 of minder is ernstig hersenletsel of comateuze toestand
E2M2V1=5
Eye opening 2
Motor response 2 score 5
Verbal response 1
Bij zuigelingen en jonge kinderen gebruikt men vaak de AVPU-score (makkelijker)
Alert, Verbal, Pain, Unresponsive
Als kind alleen reageert op pijnprikkels of geen enkele prikkel ernstig verminderd BWZ
Verwardheid, rusteloosheid en deterioratie = laag hartdebiet (daling BWZ)
1
,1.2.2 De pols
Meting: manueel of via elektroden op thorax
Hartfrequentie is afhankelijk van leeftijd en geslacht
normaalwaarde: 60 – 90 slagen per min
(pasgeborene: 150 slagen per min)
Wat kan je meten?
o Frequentie
o Regelmaat
o Kracht
1.2.3 Diurese
Nierfunctie wordt bepaald door kwaliteit v/d aangeboden bloeddruk naar de nier. Bij slechte centrale
circulatie zal diurese snel achteruit gaan.
Hypotensie hypoperfusie van nefronen oligurie
Normaal: 0,5 ml/kgLG/u
Bij diurese <75ml/4u kan men een snelle achteruitgang verwachten!
1.2.4 Hartritmebewaking en ECG
Efficiëntie werking hartspier is afhankelijk van gepaste snelheid en goede regelmaat
[sinusaal ritme ritme samengesteld door sinusknoop]
Ritmestoornissen = afwijkingen in ritme, prikkelvorming of prikkelverloop
Veneuze retour
o Goede vulling atria
o Atriale contractie
o Bepaalt vulling ventrikels
o Hoe beter, hoe krachtiger contractie ventrikel
ECG = zicht op manier hartspier geprikkeld wordt en hoe die prikkel zich voortplant ver de atria naar
de ventrikels. (Hoofdstuk 2)
Bepaalt dat de output van het hart (hartdebiet)
afhankelijk is van het einddiastolisch volume
(diastolische rustrekkingsdruk, d.i. de druk die zich in de
rustende ventrikelspieren ontwikkelt t.g.v. uitrekking,
is afhankelijk v/d mate van vulling)
Output v/h hart is evenredig met einddiastolisch volume
WET VAN FRANK STARLING
Sterkte van pompen is afh. van vulling v/d hart
Einddiastolisch volume (hart wordt gevuld) en als het meer gevuld wordt, heeft het dus ook meer
kracht nodig om te pompen, waardoor ventrikel groter ga worden (door meer behoefte van kracht)
zo kan later wijzen op hartdecompensatie (MAAR het is ook iets dat je hart eigenlijk normaal doet)
Output (wat er uit komt) is afhankelijk van hoeveelheid bloed er in komt.
2
,Hartdecompensatie bloed blijft in hart maar hart wil alles eruit pompen, waardoor ventrikel
krachtiger gaat pompen. Waardoor je nog meer hartdecompensatie krijgt.
1.2.5 Arteriële bloeddruk
druk in aorta mechanische activiteit van hart wordt gemeten
2 manieren
o Non-invasief: stethoscoop
o Invasief: speciale katheter in a. radialis (soms a. femoralis) in verbinding met elektronisch
drukmeetinstrument of druktransducer
1.2.5.1 Invasieve meting van drukken
VOORDELEN NADELEN
Correcte meting Infectiegevaar
Continu meting Stollings- en bloedingsrisico
Monitoring Duur
Alarm bij niet overeenkomen van gemeten Vaak storing en vals alarm
waarde en ingestelde grenswaarden
Drukcurve zichtbaar Arbeidsintensief voor vpk
Hinderende kabels, katheter, …
Volgende onderdelen:
o Katheter
Verbinding ZO
t.h.v plaats waar men drukken wil registreren
bv. in bloedvat, hersenventrikels, blaas
o Drukbestendige leiding
verbinding naar meetinstrument (zonder zelf invloed te hebben op gemeten
drukken) en geeft correct drukgolven door naar druktransducer
o druktransducer
zet mechanische druk om in elektrisch signaal en geeft door naar monitor via
elektrische kabel
o bewakingsmonitor
geeft gemeten waarde weer en bewaakt deze
o doorspoelsysteem (= flush-systeem)
zorgt voor de doorgankelijkheid van de katheter (bloedvat)
trage spoeling met fysiologische zoutoplossing
De druk op een vloeistof plant zich in alle richtingen en naar alle zijden evenredig voort
WET VAN PASCAL (principe invasieve drukmeting)
o transducer moet niet in hart geplaatst worden
o voorwaarden:
transducer op zelfde hoogte als hart
drukbestendige leiding
gesloten verbinding bloedvat – transducer
3
, Bij non-invasieve methodes moet de transducer op de hoogte v/h hart liggen (zie manchet). Bij
invasieve methodes werkt men volgens het principe (wet van Pascal). Daarbij wordt de transducer
geplaatst op een ader die aansluit op de te willen meten plaats.
(voor CVD [hals] bv. vena subclavia of vena jugularis)
Toepassing van invasieve drukmetingen
o Arteriële bloeddruk (ABP)
o Centraal veneuze druk (CVD)
o Druk in a. pulmonalis (PAP)
o Pulmonary Capillair Wedge Pressure (PCWP)
o Intra-craniële druk (ICP)
o Intra-abdominale druk (IAP)
1.2.5.2 Arteriële drukcurve (waarden en curve kennen)
Elke hartslag is een nieuwe curve.
Meting gebeurt via aorta na
aortaklep (a. radialis).
A: (stijgende deel)
o Snelle stijging van systemische druk
o Linker ventrikel trekt samen (systole), waardoor bloed naar de aorta gaat
B: (top)
o Maximale druk veroorzaakt in aorta door systole in linkerventrikel
o = gemeten systolische bloeddruk (tussen 100 en 140 mmHg)
C: (eerst afdalende deel)
o Linkerventrikel zit in einddiastolische fase en gaat zich ontspannen (diastole)
o Druk daalt in ventrikel en aorta, maar in ventrikel veel sneller waardoor er een zuigkracht
ontstaat op het bloed dat in de aorta gekomen is. Zo stroomt een klein gedeelte v/h bloed terug
naar het ventrikel.
D: (dicrotic notch)
o Door terugstroming van bloed in aorta naar linkerventrikel, sluit de aortaklep waardoor het
bloed een obstructie ondervindt met een korte drukverhoging (zie curve) als gevolg.
o Drukverhoging is belangrijk voor voeding hartspier betere druk en betere doorbloeding v/d
coronairen
Bij aortakleplijden zal er geen mooie dicrotic notch aanwezig zijn.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Emmavric. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $12.32. You're not tied to anything after your purchase.