Samenvatting - strafrecht

1

,HOOFDSTUK 1. DE STRAFWET :

1.1 WAT IS STRAFRECHT ? :


1.1.1 STRAFRECHT IS PUBLIEK RECHT :




 Publiekrecht is alles wat tussen de overheid en burgers (natuurlijke
en rechtspersonen) gebeurt.
 Privaat recht is de verhouding tussen de burgers.

Het strafrecht gaat over de overheid tussen de burgers, overheid moet
zich houden aan de strafwet.

Strafrecht is niet slachtoffer tegen verdac+6hte, in het kader van de
procedure van het openbaar ministerie en de verdachte kan het
slachtoffer erin komen om zich burgerlijke partij te stellen. Slachtoffer kan
dan een schuld vragen.


1.1.2 WELKE GEDRAGINGEN ZIJN STRAFBAAR :




2

,De afbeelding laat een schema zien waarin menselijke gedragingen
(inclusief rechtspersonen, aangegeven met "RP") worden onderverdeeld in
twee categorieën:

1. Actieve handeling – Dit verwijst naar het plegen van een strafbare
handeling door iets actief te doen. Bijvoorbeeld: diefstal, fraude,
mishandeling.

2. Nalaten – Dit verwijst naar strafbaar gedrag door iets juist niet te
doen, terwijl dat wel verplicht is. Bijvoorbeeld: het niet verlenen van
hulp bij een noodgeval terwijl je daartoe wettelijk verplicht bent. (als
papa de schoolboeken van je kinderen niet betalen als je je gezin
hebt achtergelaten)

Toepassing:

In het strafrecht kunnen zowel actieve handelingen als nalaten strafbaar
zijn. Dit betekent dat iemand niet alleen gestraft kan worden voor iets wat
hij doet, maar ook voor iets wat hij niet doet, terwijl hij wel een
verplichting had om in te grijpen. Dieren vallen niet onder het strafrecht.


1.1.3 ONDER WELKE VOORWAARDEN :
 De wet beschrijft deze voorwaarden.
 Aan alle voorwaarden moet worden voldaan.
o Bv. Valsheid in geschriften art. 451 Sw, enkel strafbaar indien
bedrieglijk opzet => dezelfde gedraging is soms wel of niet
strafbaar
o Als je factuur hebt en je wilt minder dan de btw betalen en je
streept het bedrag door en schrijft een ander bedrag, dan is
het strafbaar.
o Als je factuur hebt en je ziet een fout en je schijft een andere
prijs, dan is dit niet strafbaar.


1.1.4 IN WELKE OMSTANDIGHEDEN :
 De omstandigheden kunnen maken dat een gedraging wel of niet
strafbaar is.
o Bv. Doodslag als wettige verdediging art. 14 Sw.
 De omstandigheden kunnen maken dat de straf zwaarder of milder
wordt.
o Bv. Doodslag vanuit discriminerende drijfveer : straf van n7
naar n8


1.1.5 TEGENOVER WELKE PERSONEN :
3

, Hoedanigheid van slachtoffer en / of dader kunnen invloed hebben op het
misdrijf en / of de straf.

 Bv. Invloed op misdrijf : aanslag op de koning, kindermoord…
 Bv. Invloed op de straf : slachtoffer is minderjarig, slachtoffer tijdens
uitvoering functie.


1.1.6 SANCTIES EN OF MAATREGELEN :




Strafrecht heeft meer nadruk gelegd op mensen in de gevangenis steken,
nieuwe strafrecht zet meer in op herstellende en preventieve sancties.
Mensen die je in de gevangenis steekt komen ook terug buiten, als je
mensen opsluit dan is de maatschappij niet altijd beter gediend als je ze
dan gewoon terug vrijlaat.

 Repressieve vrijheidsberovende straffen  gevangenis
 Alternatieve straffen  ET (elektronisch toezicht) / WS (werkstraf) /
AP (autonome provatiestraf : uw hoofdbestraffing heeft een aantal
voorwaarden, bv. Een vast adres hebben, werken…)
 Herstellende en preventieve sancties / maatregelen tbs (ter
beschikkingsstelling van de strafrechtbank)

Als minderjarige pleeg je geen misdrijf maar een mof of een vos, ze krijgen
enkel maatregelen in plaats van een straf en als minderjarige kan je wel
vanaf 16 jaar uit handen gegeven worden en wordt het wel een misdrijf.


1.1.7 WELKE PUBLIEKRECHTELIJKE ORGANEN ZIJN BEVOEGD EN OP
WELKE MANIER :




4