MEDIA-ETHIEK
3e bachelor Communicatiewetenschappen
R.M.
2024-2025
,Hoofdstuk 1
Concepten
Theoretische filosofie
Theoretische filosofie houdt zich bezig met kennis, logica, werkelijkheid en
waarheid. Theoretische filosofie gaat over wat en hoe we kennen, denk aan
metafysica of wetenschapsfilosofie. Het doel is universele waarheden begrijpen
los van concrete handelingen.
Praktische filosofie
Praktische filosofie richt zich op menselijk handelen en hoe we moeten leven. Het
onderzoekt normen, waarden en ethische vraagstukken, zoals wat goed en slecht
is. Dit is verbonden met ethiek, politieke filosofie, sociale filosofie en draait om
het toepassen van filosofie in het alledaagse leven.
Ethiek
Ethiek is filosofisch onderzoek naar goed en kwaad. Het gaat om hoe mensen
morele keuzes maken en welke principes hun gedrag sturen. Binnen ethiek zijn
er verschillende stromingen zoals deontologie, utilitarisme en deugdethiek.
Ethiek maakt deel uit van praktische filosofie.
Gedachte-experiment
Een gedachte-experiment is een denkbeeldige situatie waarmee filosofen ideeën
testen. Bijvoorbeeld: wat is rechtvaardig en wat zou je doen als je iets niet zeker
weet? John Rawls gebruikt bijvoorbeeld de sluier van onwetendheid als gedachte-
experiment.
Experimentele filosofie
Experimentele filosofie onderzoekt morele en filosofische intuïties met empirisch
onderzoek. Het gebruikt enquêtes en psychologische tests om te zien hoe
mensen denken, in plaats van enkel theoretisch te redeneren.
Moraliteit
Moraliteit verwijst naar het geheel van normen, waarden en gedragsregels die
bepalen wat goed of slecht is. Dit kan persoonlijk zijn, maar ook cultureel of
1
,universeel. Filosofen onderzoeken of moraliteit gebaseerd is op gevoel, rede of
sociale afspraken.
Egoïstische voorzichtigheid
Dit is het idee dat moreel handelen voortkomt uit goed zorgen voor jezelf op
lange termijn. Je vermijdt slechte daden niet omwille van anderen, maar omdat
ze nadelige gevolgen kunnen hebben voor jezelf.
Utilitarisme
Utilitarisme stelt dat een handeling moreel juist is als ze het meeste geluk voor
het grootste aantal mensen oplevert. Het gaat om de uitkomst van handelingen.
Bekende namen zijn Jeremy Bentham en John Stuart Mill, kritiek is dat het
rechten van minderheden negeert.
Deontologische ethiek
Volgens deze ethiek zijn handelingen juist of fout op basis van intenties,
ongeacht de gevolgen. Immanuel Kant stelt dat je alleen zo mag handelen dat je
jouw handeling als universele wet zou willen. Christine Korstgraad gaf een
moderne draai aan de ethiek door persoonlijke waarde en identiteit centraal te
stellen.
Rechtvaardigheid
Rechtvaardigheid gaat over een eerlijke verdeling van rechten, plichten en
middelen. John Rawls stelde dat een rechtvaardige samenleving alleen wordt
bereikt als mensen keuzes maken zonder te weten welke positie ze zelf innemen.
Distributieve rechtvaardigheid betekend dat middelen zo verdeeld worden dat
ook minderheden er beter van worden.
Deugdethiek
Deugdethiek legt de nadruk op het karakter van een persoon, eerder dan op
plichten of gevolgen. Aristoteles sprak over eudaimonia, het goede leven dat
wordt bereikt door goede gewoonten en praktische wijsheid (phronesis).
Deugdethiek is een brede moraaltheorie.
2
, Zorgethiek
Zorgethiek richt zich op relaties, kwetsbaarheid en verantwoordelijkheid. Dit
ontstond uit de feministische kritiek op abstracte ethiek en benadrukt dat zorgen
voor anderen moreel fundamenteel is. Carol Gilligan is een belangrijk figuur in
deze stroming.
Ervaringsmachine
Dit is een gedachte-experiment van Robert Nozick en stelt de vraag of we een
machine zouden gebruiken die ons perfect geluk bezorgt. Het toont aan dat
mensen meer willen dan plezier, ze willen ervaringen en autonomie. Het
argument tegen hedonisme is het ultiem moraal ideaal.
Preferentie-utilitarisme
Deze variant van utilitarisme focust op de bevrediging van persoonlijke
voorkeuren, en gaat weg van pijn en plezier. Wat telt is dat iemands verlangen
worden gerealiseerd. Het biedt een alternatief voor hedonisme in moderne
debatten.
Handelingsutilitarisme
Elke handeling moet afzonderlijk beoordeeld worden op hoeveel geluk ze
oplevert. Er zijn geen vaste regels, de context bepaald wat juist is. Kritiek is dat
het tot onrechtvaardige beslissingen kan leiden.
Regelutilitarisme
Hierbij beoordeel je niet elke handeling apart, maar aan de hand van een set van
regels die geluk maximaliseren. Regels zijn belangrijk om stabiliteit en
rechtvaardigheid te waarborgen. Het is een antwoord op de kritiek op het
handelingsutilitarisme.
Hedonisme
Hedonisme beschouwt het meeste plezier en de minste pijn als een goede
balans. Een handeling is juist als ze plezier vergroot, filosofen als Jeremy
Bentham verdedigen dit standpunt. Kritiek is dat het oppervlakkig is en geen
rekening houdt met waarden als rechtvaardigheid.
3
3e bachelor Communicatiewetenschappen
R.M.
2024-2025
,Hoofdstuk 1
Concepten
Theoretische filosofie
Theoretische filosofie houdt zich bezig met kennis, logica, werkelijkheid en
waarheid. Theoretische filosofie gaat over wat en hoe we kennen, denk aan
metafysica of wetenschapsfilosofie. Het doel is universele waarheden begrijpen
los van concrete handelingen.
Praktische filosofie
Praktische filosofie richt zich op menselijk handelen en hoe we moeten leven. Het
onderzoekt normen, waarden en ethische vraagstukken, zoals wat goed en slecht
is. Dit is verbonden met ethiek, politieke filosofie, sociale filosofie en draait om
het toepassen van filosofie in het alledaagse leven.
Ethiek
Ethiek is filosofisch onderzoek naar goed en kwaad. Het gaat om hoe mensen
morele keuzes maken en welke principes hun gedrag sturen. Binnen ethiek zijn
er verschillende stromingen zoals deontologie, utilitarisme en deugdethiek.
Ethiek maakt deel uit van praktische filosofie.
Gedachte-experiment
Een gedachte-experiment is een denkbeeldige situatie waarmee filosofen ideeën
testen. Bijvoorbeeld: wat is rechtvaardig en wat zou je doen als je iets niet zeker
weet? John Rawls gebruikt bijvoorbeeld de sluier van onwetendheid als gedachte-
experiment.
Experimentele filosofie
Experimentele filosofie onderzoekt morele en filosofische intuïties met empirisch
onderzoek. Het gebruikt enquêtes en psychologische tests om te zien hoe
mensen denken, in plaats van enkel theoretisch te redeneren.
Moraliteit
Moraliteit verwijst naar het geheel van normen, waarden en gedragsregels die
bepalen wat goed of slecht is. Dit kan persoonlijk zijn, maar ook cultureel of
1
,universeel. Filosofen onderzoeken of moraliteit gebaseerd is op gevoel, rede of
sociale afspraken.
Egoïstische voorzichtigheid
Dit is het idee dat moreel handelen voortkomt uit goed zorgen voor jezelf op
lange termijn. Je vermijdt slechte daden niet omwille van anderen, maar omdat
ze nadelige gevolgen kunnen hebben voor jezelf.
Utilitarisme
Utilitarisme stelt dat een handeling moreel juist is als ze het meeste geluk voor
het grootste aantal mensen oplevert. Het gaat om de uitkomst van handelingen.
Bekende namen zijn Jeremy Bentham en John Stuart Mill, kritiek is dat het
rechten van minderheden negeert.
Deontologische ethiek
Volgens deze ethiek zijn handelingen juist of fout op basis van intenties,
ongeacht de gevolgen. Immanuel Kant stelt dat je alleen zo mag handelen dat je
jouw handeling als universele wet zou willen. Christine Korstgraad gaf een
moderne draai aan de ethiek door persoonlijke waarde en identiteit centraal te
stellen.
Rechtvaardigheid
Rechtvaardigheid gaat over een eerlijke verdeling van rechten, plichten en
middelen. John Rawls stelde dat een rechtvaardige samenleving alleen wordt
bereikt als mensen keuzes maken zonder te weten welke positie ze zelf innemen.
Distributieve rechtvaardigheid betekend dat middelen zo verdeeld worden dat
ook minderheden er beter van worden.
Deugdethiek
Deugdethiek legt de nadruk op het karakter van een persoon, eerder dan op
plichten of gevolgen. Aristoteles sprak over eudaimonia, het goede leven dat
wordt bereikt door goede gewoonten en praktische wijsheid (phronesis).
Deugdethiek is een brede moraaltheorie.
2
, Zorgethiek
Zorgethiek richt zich op relaties, kwetsbaarheid en verantwoordelijkheid. Dit
ontstond uit de feministische kritiek op abstracte ethiek en benadrukt dat zorgen
voor anderen moreel fundamenteel is. Carol Gilligan is een belangrijk figuur in
deze stroming.
Ervaringsmachine
Dit is een gedachte-experiment van Robert Nozick en stelt de vraag of we een
machine zouden gebruiken die ons perfect geluk bezorgt. Het toont aan dat
mensen meer willen dan plezier, ze willen ervaringen en autonomie. Het
argument tegen hedonisme is het ultiem moraal ideaal.
Preferentie-utilitarisme
Deze variant van utilitarisme focust op de bevrediging van persoonlijke
voorkeuren, en gaat weg van pijn en plezier. Wat telt is dat iemands verlangen
worden gerealiseerd. Het biedt een alternatief voor hedonisme in moderne
debatten.
Handelingsutilitarisme
Elke handeling moet afzonderlijk beoordeeld worden op hoeveel geluk ze
oplevert. Er zijn geen vaste regels, de context bepaald wat juist is. Kritiek is dat
het tot onrechtvaardige beslissingen kan leiden.
Regelutilitarisme
Hierbij beoordeel je niet elke handeling apart, maar aan de hand van een set van
regels die geluk maximaliseren. Regels zijn belangrijk om stabiliteit en
rechtvaardigheid te waarborgen. Het is een antwoord op de kritiek op het
handelingsutilitarisme.
Hedonisme
Hedonisme beschouwt het meeste plezier en de minste pijn als een goede
balans. Een handeling is juist als ze plezier vergroot, filosofen als Jeremy
Bentham verdedigen dit standpunt. Kritiek is dat het oppervlakkig is en geen
rekening houdt met waarden als rechtvaardigheid.
3