Transport
Eencellige organismen / Organismen bestaande uit enkele cellagen: door diffusie
Planten: vatenstelsel bestaande uit netwerk van buisjes waarbij transport in twee richtingen
plaatsvindt
Dieren: vatenstelsel bestaande uit netwerk van buisjes waarbij transport circulair verloopt (vloeistof
met daarin opgeloste stoffen stroomt rond)
- Geleedpotigen: buisvormig hart en open circulatiesysteem = lichaamsvloeistof stroomt vrij
rond de organen vanuit open buizen
- Gewervelde dieren: bloedsomloop = het hart pompt bloed door gesloten bloedvaten,
gescheiden van andere lichaamsvloeistoffen: effectiever en voor grote afstanden
- Vissen: enkelvoudige bloedsomloop = bloed stroomt per omloop één keer door het hart:
bloed stroomt door de gaswisselingsorganen waarna het met weinig druk verder door het
lichaam stroomt
Transportfuncties van bloed
Verteringsproducten vervoeren van het verteringsstelsel naar de lichaamscellen
Zuurstof vervoeren van het ademhalingsstelsel naar de lichaamscellen
Koolstofdioxide vervoeren van de lichaamscellen naar het ademhalingsstelsel
Afvalstoffen vervoeren van de lichaamscellen naar het uitscheidingsstelsel
Hormonen vervoeren door het lichaam
Warmtetransport
Vindt plaats van de romp naar de ledematen: de ledematen koelen sneller af door de grotere
verhouding tussen oppervlak en volume
Bloedsomloop
Zorgt voor homeostase door in het bloed opgeloste stoffen door het lichaam te transporteren en
door de warmte die vrijkomt bij dissimilatie te verdelen over het lichaam
Normwaarden van bloedsomloop
1) Handhaven van een bepaalde temperatuur
2) Vochtgehalte
3) Osmotische waarde
4) Zuurstofgehalte
5) Koolstofdioxidegehalte
Soort bloedsomloop kan afhangen van lichaamsgrootte en lichaamstemperatuur
, Door aanpassingen in de bouw van het hart en van de bloedsomloop kan er een betere
zuurstofvoorziening worden behaald en dus ook een hogere intensiteit van stofwisseling
Boezem / Atrium = bloed komt hier het hart binnen: zit als een soort zakje op de kamer
Kamer / Ventrikel = pompt bloed naar de kleine en/of de grote bloedsomloop
● Vissen: bloed stroomt van organen naar het hart -> verzamelt zich in de boezem die het
bloed weer pompt naar de kamer (zuurstofarm bloed) -> de kamer pompt het bloed naar de
kieuwen
● Wand van de kamer is sterk gespierd, omdat de kamer het bloed door heel het lichaam
pompt
Linkerharthelft = pompt het bloed door de grote bloedsomloop via het lichaam naar de
rechterharthelft
Rechterharthelft = pompt het bloed door de kleine bloedsomloop via beide longen naar de
linkerharthelft
● Mens: rechterharthelft pompt het bloed naar de longen waaruit het bloed naar de
linkerharthelft stroomt: kleine bloedsomloop = bloed stroomt door de longen, waar het
zuurstof opneemt en koolstofdioxide afgeeft -> linkerharthelft pompt
het bloed door het lichaam -> bloed stroomt door alle organen en gaat
terug naar de rechterharthelft: grote bloedsomloop = bloed stroomt
door alle organen, waar het zuurstof en voedingsstoffen afgeeft en
koolstofdioxide en andere afvalstoffen opneemt
● Dubbele bloedsomloop = bloed stroomt per omloop twee keer door
het hart
- Er kan een hogere druk worden bereikt, waardoor er
effectiever transport van voedingsstoffen en zuurstof kan
plaatsvinden (er wordt met meer kracht door het lichaam
gepompt)
● Er zijn twee boezems bij een dubbele bloedsomloop, zodat het bloed uit elk van deze delen
van de bloedsomloop zich verzamelt in een aparte boezem
● Amfibieën: eenkamerhart = de hartkamer perst het bloed naar de longen, de huid en het
lichaam
- Zuurstofarm en zuurstofrijk bloed worden volledig gemengd en naar de longen en
het lichaam geperst (bij andere diersoorten zorgt een tussenschot in de hartkamer
voor een betere scheiding)
Embryonale bloedsomloop
Ovale venster = opening tussen de rechter- en linkerboezem voor de geboorte
- Als deze niet goed sluit blijft er bloed van de rechterboezem naar de linkerboezem stromen,
waardoor de zuurstofgehalte van het bloed in de aorta lager is, omdat zuurstofarm bloed uit
de rechterboezem in de linkerboezem terechtkomt en vervolgens in de aorta
Ductus arteriosis / ductus Botalli = verbinding tussen de longslagader en de aorta voor de geboorte
- Als deze niet goed sluit na de geboorte gaat er door het verschil in bloeddruk meer bloed van
de aorta naar de longslagader dan omgekeerd waardoor er meer bloed naar de longen en
minder zuurstofrijk bloed naar het lichaam gaat dan normaal
- Grootste deel van het bloed dat door rechterkamer wordt weggepompt, komt via ductus
arteriosis in de aorta terecht