Samenvatting verzorggng H1,2,3,5,6,7,8,9,ũ, 10, 11, 12.
H1 Gezondhegd.
Gezondhegd = een toestand van totaal lichamelijk, geestelijk en sociaal welbevinden en niet alleen de
afwezigheid van ziekte.
Machteld Huber= Zegt dat positeve gezondheid het vermogen is van mensen zich aan te passen en
een eigen regie te voeren, in het licht van fysieke, emotonele en sociale uitdagingen van het leven.
Lgchamelgjke gezondhegd= Je lichaam functoneert goed en je hebt geen last van lichamelijke
ongemakken.
Geestelgjke gezondhegd= Je voelt je goed, je bent tevreden met jezelf en hebt plezier in wat je doet.
Socgale gezondhegd= je voelt je pretg in je woonomgeving en in de omgang met andere mensen.
Of je jezelf gezond vind is niet afankelijk van feiten maar van je eigen beleving.
Welbevgnden= je pretg en oke voelen.
Gezondhegdsbedreggende factoren =Roken, te vet eten, angst en minderwaardigheid gevoelens.
Gezondhegdsbevorderende factoren= Sporten, verantwoord eten, ontspanning en zelfvertrouwen.
Gezond gedrag= Het bewust of onbewust maken van gezondheidsbevorderende keuzes.
Hyggëne= Is alles wat bijdraagt aan een goede gezondheid.
Hyggëngsch handelen= Is alles wat besmetng voorkomt.
Infectiezgektes= Zijn ziekten die worden veroorzaakt door micro-organisme. Dit zijn levende
organisme dat je niet met het blote oog kan zien. Ze kunnen zich verspreiden via handen, lucht,
voorwerpen, lichaamsvloeistofen en voedsel.
Objectieve symptomen= Een hartslag van 84 slagen per minuut, haaruitvalt, koorts
Subjectieve symptomen= Pijn bij het plassen, buikpijn en misselijkheid.
Dgagnose= Het vaststellen van de ziekte of aandoening.
Symptoombestrgjdgng=
,H2 Zorg voor gezondhegd.
Zelfzorgtekort= Iemand heef problemen bij de zorg voor zichzelf en is niet in staat op eigen kracht
en naar eigen vermogen zijn zelfzorg te dragen.
Vormen van zelfzorg=
-In leven blijven
-gezondheid te handhaven en bevorderen
-Welbevinden te waarborgen.
-Met geld kunnen omgaan
-Je huis kunnen onderhouden
-Etc.
Mantelzorg= Zorgverlening door een of meer sociale relates, dus niet door een professional met een
hulpverlenend beroep.
Professgonele zorg= Mensen die opgeleid zijn voor dit beroep en er voor gekozen hebben. Ook
worden ze er voor betaald.
Zelfredzaamhegd= Het vermogen voor jezelf te zorgen zonder hulp van anderen.
-Je wilt dit de kinderen zo snel mogelijk aanleren zodat ze zelfstandiger worden. Het vergroot ook
het gevoel van eigenwaarde.
-Je hebt 3 niveau van zelfredzaamheid:
1. Niveau 1 ADL-Actviteiten (Algemene dagelijkse levensverichtngenn.
-In en uit bed komen.
-Uit een stoel komen.
-Naar het toilet gaan. ETC.
2. Sociale zelfredzaamheid.
-Jezelf kunnen redden in sociale situates.
-Luisteren, nee zeggen kritek kunnen geven en vragen stellen.
3. Maatschappelijke zelfredzaamheid.
-Jezelf kunnen redden in de samenleving.
-Vormen van zelfredzaamheid:
Kinderen met een normale zelfredzaamheid.
-Je stmuleert de zelfredzaamheid, helpt deze te ontwikkelen en controleert.
Kinderen met een achterstand in de zelfredzaamheid.
-Bepaalde factoren in de opvoeding kunnen de zelfredzaamheid belemmeren.
-Door verwenning of verwaarlozing
-Geef de zelfredzaamheid extra aandacht, zo leert het kind het alsnog en word de
achterstand ingehaald.
Kinderen bij wie sprake is van een steeds verdergaande teruggang in de zelfredzaamheid.
-Kan het gevolg zijn van ziekte, of een hefige gebeurtenis.
Kinderen met een tjdelijke onvolledige zelfredzaamheid.
-Kan het gevolg zijn van een beperking van een ziekte.
Kinderen met een geheel of gedeeltelijk ontbrekende zelfredzaamheid.
-Om tot zelfredzaamheid te komen moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:
- cogniteve mogelijkheden.
-Om kinderen hierbij te helpen worden weleens pictogrammen gebruikt.
, -Lichamelijke mogelijkheden.
-Zichzelf de moeite waard vinden.
-De houding van de opvoeden of begeleider.
-Je moet ruimte krijgen zelf dingen te doen.
-Zelfredzaamheidszorg kan de volgende vormen aannemen.
-Zelfredzaamheid stmuleren.
-Zelfredzaamheid controleren.
-Zelfredzaamheid overnemen en ondersteunen.
-Nieuwe vaardigheden aanleren.
-Bij zelfredzaamheidzorg streed je naar zorg op maat; de zorg sluit zo goed mogelijk aan op de
werkelijke behoefe van het kind , zijn individuele begeleidingsvraag. Geef niet meer of minder zorg
dan nodig is.
Zelfbepalgng= De mogelijkheid om zelf richtng te geven aan de eigen ontwikkeling.
-Zelfewustzijn is nodig om te komen tot zelfepaling. Je bent je bewust van wie je bent en wat je
wilt, waar je krachten liggen en wat e zwaktes zijn. Ook ben je je bewust van je eigen gevoelens.
-Ook is het voor zelfepaling belangrijk dat je steun voelt door je omgeving.
, H3 Gezondhegdsvoorlgchting en preventie.
GVO= gezondheidsvoorlichtng en opvoeding.
GVO-activgtegten= richten zich op de leefstjl of het gezondheidsgedrag van individuen en groepen
mensen. Het geven van gezondheidsinformate heef als doel dat de cliënt zijn mening, houden en
gedrag veranderd in de richtng van gezond gedrag.
-Er word informate gegeven aan de hand van verschillende methoden.
Intentionele GVO= De intente het gedrag van de cliënt te veranderen. Een sturende manier van
voorlichtng geven.
Facglgterende GVO= Bedoeld om kennis te vergroten.
Consultatiebureau= Hier volgende ze de gezondheid van kinderen van 0-4 jaar.
-Onderdeel van jeugdgezondheidszorg gefnancierd door de gemeente.
-Volgen lichamelijke, geestelijke en sociale ontwikkeling.
-Er word gekeken naar ontwikkel behoefe van het kind, opvoedcapaciteiten van de ouders en
interacte met de omgeving.
-Hielprik, gehoortest, meten en wegen.
-Voorlichtng opvoeding in de verschillende levensfasen.
DD JGZ ( Dossger jeugdgezondhegdszorg)= maakt de jeugdverpleegkundige aan.
-In dit dossier worden gegevens van alle contacten geregistreerd zodat ze ontwikkeling van het kind
goed gevolgd kan worden.
-Groei, ontwikkeling, gezondheid, vaccinates e zintuigelijke functes.
-Gegevens als kraamzorg of medische specialisten worden ook opgenomen.
-Word over gedraagt aan jeugdgezondheidszorg ggz als het kind 4 jaar is.
-Werkprocessen worden beter gevolgd en is de overdracht van dossier verbeterd.
Ggd=
-Volgt het kind tot zijn 18de jaar.
-Ze voegen informate toe aan het DD JGZ.
Consultatiebureau voor alcohol en drugs= Een gemeentelijke instelling die zich richt op mensen met
een afankelijkheidsprobleem (verslavingn. Je kunt hier zonder verwijzing heen. Het kan individueel
of groepsgericht zijn.
-Je hebt een mogelijke adviserende rol voor het CAD.
Seks en gezondhegd=
-Jongeren vergeten dat er risico’s aanziten.
-Bij vermoeden seksueel misbruik ben je verplicht dit te melden.
-Voor gerichte informate kun je leerlingen doorverwijzen naar de huisarts of GGD.
H1 Gezondhegd.
Gezondhegd = een toestand van totaal lichamelijk, geestelijk en sociaal welbevinden en niet alleen de
afwezigheid van ziekte.
Machteld Huber= Zegt dat positeve gezondheid het vermogen is van mensen zich aan te passen en
een eigen regie te voeren, in het licht van fysieke, emotonele en sociale uitdagingen van het leven.
Lgchamelgjke gezondhegd= Je lichaam functoneert goed en je hebt geen last van lichamelijke
ongemakken.
Geestelgjke gezondhegd= Je voelt je goed, je bent tevreden met jezelf en hebt plezier in wat je doet.
Socgale gezondhegd= je voelt je pretg in je woonomgeving en in de omgang met andere mensen.
Of je jezelf gezond vind is niet afankelijk van feiten maar van je eigen beleving.
Welbevgnden= je pretg en oke voelen.
Gezondhegdsbedreggende factoren =Roken, te vet eten, angst en minderwaardigheid gevoelens.
Gezondhegdsbevorderende factoren= Sporten, verantwoord eten, ontspanning en zelfvertrouwen.
Gezond gedrag= Het bewust of onbewust maken van gezondheidsbevorderende keuzes.
Hyggëne= Is alles wat bijdraagt aan een goede gezondheid.
Hyggëngsch handelen= Is alles wat besmetng voorkomt.
Infectiezgektes= Zijn ziekten die worden veroorzaakt door micro-organisme. Dit zijn levende
organisme dat je niet met het blote oog kan zien. Ze kunnen zich verspreiden via handen, lucht,
voorwerpen, lichaamsvloeistofen en voedsel.
Objectieve symptomen= Een hartslag van 84 slagen per minuut, haaruitvalt, koorts
Subjectieve symptomen= Pijn bij het plassen, buikpijn en misselijkheid.
Dgagnose= Het vaststellen van de ziekte of aandoening.
Symptoombestrgjdgng=
,H2 Zorg voor gezondhegd.
Zelfzorgtekort= Iemand heef problemen bij de zorg voor zichzelf en is niet in staat op eigen kracht
en naar eigen vermogen zijn zelfzorg te dragen.
Vormen van zelfzorg=
-In leven blijven
-gezondheid te handhaven en bevorderen
-Welbevinden te waarborgen.
-Met geld kunnen omgaan
-Je huis kunnen onderhouden
-Etc.
Mantelzorg= Zorgverlening door een of meer sociale relates, dus niet door een professional met een
hulpverlenend beroep.
Professgonele zorg= Mensen die opgeleid zijn voor dit beroep en er voor gekozen hebben. Ook
worden ze er voor betaald.
Zelfredzaamhegd= Het vermogen voor jezelf te zorgen zonder hulp van anderen.
-Je wilt dit de kinderen zo snel mogelijk aanleren zodat ze zelfstandiger worden. Het vergroot ook
het gevoel van eigenwaarde.
-Je hebt 3 niveau van zelfredzaamheid:
1. Niveau 1 ADL-Actviteiten (Algemene dagelijkse levensverichtngenn.
-In en uit bed komen.
-Uit een stoel komen.
-Naar het toilet gaan. ETC.
2. Sociale zelfredzaamheid.
-Jezelf kunnen redden in sociale situates.
-Luisteren, nee zeggen kritek kunnen geven en vragen stellen.
3. Maatschappelijke zelfredzaamheid.
-Jezelf kunnen redden in de samenleving.
-Vormen van zelfredzaamheid:
Kinderen met een normale zelfredzaamheid.
-Je stmuleert de zelfredzaamheid, helpt deze te ontwikkelen en controleert.
Kinderen met een achterstand in de zelfredzaamheid.
-Bepaalde factoren in de opvoeding kunnen de zelfredzaamheid belemmeren.
-Door verwenning of verwaarlozing
-Geef de zelfredzaamheid extra aandacht, zo leert het kind het alsnog en word de
achterstand ingehaald.
Kinderen bij wie sprake is van een steeds verdergaande teruggang in de zelfredzaamheid.
-Kan het gevolg zijn van ziekte, of een hefige gebeurtenis.
Kinderen met een tjdelijke onvolledige zelfredzaamheid.
-Kan het gevolg zijn van een beperking van een ziekte.
Kinderen met een geheel of gedeeltelijk ontbrekende zelfredzaamheid.
-Om tot zelfredzaamheid te komen moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:
- cogniteve mogelijkheden.
-Om kinderen hierbij te helpen worden weleens pictogrammen gebruikt.
, -Lichamelijke mogelijkheden.
-Zichzelf de moeite waard vinden.
-De houding van de opvoeden of begeleider.
-Je moet ruimte krijgen zelf dingen te doen.
-Zelfredzaamheidszorg kan de volgende vormen aannemen.
-Zelfredzaamheid stmuleren.
-Zelfredzaamheid controleren.
-Zelfredzaamheid overnemen en ondersteunen.
-Nieuwe vaardigheden aanleren.
-Bij zelfredzaamheidzorg streed je naar zorg op maat; de zorg sluit zo goed mogelijk aan op de
werkelijke behoefe van het kind , zijn individuele begeleidingsvraag. Geef niet meer of minder zorg
dan nodig is.
Zelfbepalgng= De mogelijkheid om zelf richtng te geven aan de eigen ontwikkeling.
-Zelfewustzijn is nodig om te komen tot zelfepaling. Je bent je bewust van wie je bent en wat je
wilt, waar je krachten liggen en wat e zwaktes zijn. Ook ben je je bewust van je eigen gevoelens.
-Ook is het voor zelfepaling belangrijk dat je steun voelt door je omgeving.
, H3 Gezondhegdsvoorlgchting en preventie.
GVO= gezondheidsvoorlichtng en opvoeding.
GVO-activgtegten= richten zich op de leefstjl of het gezondheidsgedrag van individuen en groepen
mensen. Het geven van gezondheidsinformate heef als doel dat de cliënt zijn mening, houden en
gedrag veranderd in de richtng van gezond gedrag.
-Er word informate gegeven aan de hand van verschillende methoden.
Intentionele GVO= De intente het gedrag van de cliënt te veranderen. Een sturende manier van
voorlichtng geven.
Facglgterende GVO= Bedoeld om kennis te vergroten.
Consultatiebureau= Hier volgende ze de gezondheid van kinderen van 0-4 jaar.
-Onderdeel van jeugdgezondheidszorg gefnancierd door de gemeente.
-Volgen lichamelijke, geestelijke en sociale ontwikkeling.
-Er word gekeken naar ontwikkel behoefe van het kind, opvoedcapaciteiten van de ouders en
interacte met de omgeving.
-Hielprik, gehoortest, meten en wegen.
-Voorlichtng opvoeding in de verschillende levensfasen.
DD JGZ ( Dossger jeugdgezondhegdszorg)= maakt de jeugdverpleegkundige aan.
-In dit dossier worden gegevens van alle contacten geregistreerd zodat ze ontwikkeling van het kind
goed gevolgd kan worden.
-Groei, ontwikkeling, gezondheid, vaccinates e zintuigelijke functes.
-Gegevens als kraamzorg of medische specialisten worden ook opgenomen.
-Word over gedraagt aan jeugdgezondheidszorg ggz als het kind 4 jaar is.
-Werkprocessen worden beter gevolgd en is de overdracht van dossier verbeterd.
Ggd=
-Volgt het kind tot zijn 18de jaar.
-Ze voegen informate toe aan het DD JGZ.
Consultatiebureau voor alcohol en drugs= Een gemeentelijke instelling die zich richt op mensen met
een afankelijkheidsprobleem (verslavingn. Je kunt hier zonder verwijzing heen. Het kan individueel
of groepsgericht zijn.
-Je hebt een mogelijke adviserende rol voor het CAD.
Seks en gezondhegd=
-Jongeren vergeten dat er risico’s aanziten.
-Bij vermoeden seksueel misbruik ben je verplicht dit te melden.
-Voor gerichte informate kun je leerlingen doorverwijzen naar de huisarts of GGD.
