KINDERPATHOLOGIE
HOOFDSTUK 1
DEEL 1 - VOCHT EN ELECTROLYTEN – TOT PG 90
DEEL 2 - VOCHT EN ELEKTROLYTEN – TOT PG 164
HOOFDSTUK 2
DEEL 1 - HET NUT VAN EHBO
DEEL 2 – BASISTECHNIEKEN
DEEL 3 – HET GEVALLEN KIND
DEEL 4 – HET BLOEDENDE KIND
DEEL 5 – HET STIKKENDE KIND
DEEL 6 – HET BEWUSTELOZE KIND
DEEL 7 – HET VERBANDE KIND
DEEL 8 – HET KIND MET ONDERLIGGENDE ZIEKTE
1
,2
,HOOFDSTUK 1 – VOCHT EN ELEKTROLYTEN
1. INLEIDING
Total body water:
- Intracellulair vocht (ICF) = 2/3de van het totaal lichaamswater
- Extracellulair vocht (ECF) = 13de van het totaal lichaamswater = intravasculair en interstitieel
vocht (hoe jonger de baby, hoe meer water op extracellulair vlak)
Verschil tussen de comparitmenten afhankelijk van gestationele leeftijd:
- Totaal lichaamswater/lichaamsgewicht daalt met PML
- Extracellulair vocht/totaal lichaamswater daalt met PML
Wat is PML:
- Post mentruele leeftijd: s de leeftijd van een (ongeboren) kind gemeten vanaf de eerste dag
van de laatst plaatsgevonden menstruatie.
ICF – INTRACELLULAIR VOCHT
ICF:
- Veranderingen voornamkelijk door beweging van water in of uit de cellen door
veranderingen van plasma toniciteit:
- Plasma toniciteit: effectieve plasma osmaliteit
- Plasma osmolaliteit: verhouding plasma electrolyten en water
- Water beweegt van lage toniciteit (veel water) naar hoge toniciteit (weinig water)
- Via osmoreceptoren in hypothalamus: dorst en ADH
- Dorstgevoel = osmoreceptoren in hypothalamus
ECF – EXTRACELLULAIR VOCHT
ECF:
- Regualtie door urinaire na excretie
- Via activiteit van renine-angiotensine en aldosterone
- Via sympathisch zenuwstelsel Na retentie + vasoconstrictie
- Via secretie van natriuretische peptiden Na excretie + vasodilatatie
- veranderingen in bloeddruk: druksensoren
Wat heeft ons lichaam nodig?
- Meer water, meer elektrolyten of water behouden? Water behouden uiteraard
WATERBALANS
Waterbalans:
- Lichaamswater is de totale hoeveelheid vocht in het lichaam van een persoon. Het
menselijk lichaam moet uit ten minste 50% water bestaan
Wanneer je onvoldoende waterintake:
- Toename van secretie van ADH (stijging van plasma osmolaliteit : triggert osmoreceptoren)
minder vochtverlies via de urine
- Toename van vochtintake door dorstgevoel (via osmorecepteren)
- Nadien triggeren van baroreceptoren (intravasculaire atriale stretch)
3
, VOCHTTHERAPIE
Vochttherapie:
- Behoud van normale volue en compositie van lichaamsvochten
- Correctie van afwijkingen
- Meest frequent = hypovolume door breaken en diarree bij gastra enteritis
DAGELIJKSE WATERBEHOEFTE
Dagelijkse waterbehoefte:
- Inschatting van de waterbehoefte in relatie tot calorieverbruik
o 100 ml exogeen water voor elke 100 kcal/kg van bestede energie
- Insensible losses : respiratoir en via de huid
- Sensible losses : urine en stoelgang
Rekening houdend met: wat ga je aan de ouders vragen?
- Hoeveelheid van pampers, hoe zijn ze gevuld
- Frequentie van plassen
- Kleur van de urine
- Leeftijd en gewicht
- Hoe is de stoelgang en hoe vaak hoe ziet de stoelgang (Bristol Stool Chart)
- Zweten, fysieke activiteit, koorts kijken of het kind daar ook vocht verliest
- Via de ademhaling kinderen die beademnd zijn en kinderen die sneller ademen verliezen
ook meer vocht
Insensible loss Sensible loss
Onzichtbaar verlies, perspiration insensiblis Bij een niet ziek kind: vooral via urine
Verdamping 55 ml/100 kcal
Zweet Minimale volume van urine voor voldoende
Ademhaling (beademing) excretie van afvalstoffen = 25 ml/100 kcal
400 ml/m²/dag of ongeveer 40 ml/kg/dag osmolaliteit van urine stijgt tot 1400 mosm/l
Méér bij koorts en hitte (max secretie van ADH)
Nog een verlies door metabolisme
Bv. 45 ml/100 kcal
Zo > 10 kg : 300 à 400 ml/m*2
2/3 = verliezen via de huid : 30 ml/100 kcal,
hoger bij koorts
1/3 = verliezen respiratoir : 15 ml/100 kcal
VERSCHILLEN VOCHT MET VOLWASSENEN
Verschillen vocht met volwassenen:
- Verhoogd metabolisme
- Groter lichaams oppervlak
- Kleiner gewicht
- Lager totaal circululerend volume (kind = 80-90 ml/kg, volwassen = 65-70 ml/kg)
- Lager slagvolume
- Hogere hartfrequentie
- Lagere hypertensie
4