Aantekening practicum longfunctie
Longvolumes:
- Teugvolume/Ademvolume (VT: 500 mL), het volume gas van één ademhaling.
- Inspiratoir reserve volume (IRV: 3100 mL), het gasvolume dat kan worden ingeademd
boven het ademvolume bij maximale inademing.
- Expiratoir reserve volume (ERV: 1200 mL), het gasvolume dat kan worden
uitgeademd boven het teugvolume op het einde van de expiratie.
- Residuaal volume (RV: 1200 mL), het volume gas dat in de longen achterblijft na
maximale uitademing.
Longcapaciteiten:
- Functionele residuale capaciteit (FRC: 2400 mL), het volume gas dat in de longen
achterblijft na een normale expiratie.
- Inspiratoire capaciteit (IC: 3600 mL), het volume gas dat maximaal kan worden
ingeademd vanuit de eindexpiratiestand.
- Vitale capaciteit (VC: 4800 mL), het volume gas dat na een maximale inspiratie
maximaal kan worden uitgeademd (EVC: expiratoire vitale capaciteit, 4800 mL) of het
volume gas dat na een maximale expiratie maximaal kan worden ingeademd (IVC:
inspiratoire vitale capaciteit, 4800 ml)
- Totale longcapaciteit (TLC: 6000 mL), het volume gas dat zich in de longen bevindt na
een maximale inademing.
Berekenen voorspelde waarden
- VC = 4.66 x lengte - 0.026 x leeftijd - 3.28 (± 0.69)
- FEV1 = 3.95 x lengte - 0.025 x leeftijd - 2.60 (± 0.62)
- FEV1% = 89.10 - 0.19 x leeftijd (± 10.7)
- MVV30 = 30 x voorspelde FEV1
- FRC/TLC (%) = 0.16 x leeftijd + 45.1 (± 9.8)
Door gemeten en berekende waarden (zowel dynamische als statische
longfunctieparameters) te vergelijken met referentiewaarden (voorspelde waarden),
kan de longfunctie van de deelnemer worden beoordeeld.
Longvolumes:
- Teugvolume/Ademvolume (VT: 500 mL), het volume gas van één ademhaling.
- Inspiratoir reserve volume (IRV: 3100 mL), het gasvolume dat kan worden ingeademd
boven het ademvolume bij maximale inademing.
- Expiratoir reserve volume (ERV: 1200 mL), het gasvolume dat kan worden
uitgeademd boven het teugvolume op het einde van de expiratie.
- Residuaal volume (RV: 1200 mL), het volume gas dat in de longen achterblijft na
maximale uitademing.
Longcapaciteiten:
- Functionele residuale capaciteit (FRC: 2400 mL), het volume gas dat in de longen
achterblijft na een normale expiratie.
- Inspiratoire capaciteit (IC: 3600 mL), het volume gas dat maximaal kan worden
ingeademd vanuit de eindexpiratiestand.
- Vitale capaciteit (VC: 4800 mL), het volume gas dat na een maximale inspiratie
maximaal kan worden uitgeademd (EVC: expiratoire vitale capaciteit, 4800 mL) of het
volume gas dat na een maximale expiratie maximaal kan worden ingeademd (IVC:
inspiratoire vitale capaciteit, 4800 ml)
- Totale longcapaciteit (TLC: 6000 mL), het volume gas dat zich in de longen bevindt na
een maximale inademing.
Berekenen voorspelde waarden
- VC = 4.66 x lengte - 0.026 x leeftijd - 3.28 (± 0.69)
- FEV1 = 3.95 x lengte - 0.025 x leeftijd - 2.60 (± 0.62)
- FEV1% = 89.10 - 0.19 x leeftijd (± 10.7)
- MVV30 = 30 x voorspelde FEV1
- FRC/TLC (%) = 0.16 x leeftijd + 45.1 (± 9.8)
Door gemeten en berekende waarden (zowel dynamische als statische
longfunctieparameters) te vergelijken met referentiewaarden (voorspelde waarden),
kan de longfunctie van de deelnemer worden beoordeeld.