BASISBOEK BEDRIJFSECONOMIE 12e druk
Management accounting Jaar 2 Semester 1 2023-24
FACILITY MANAGEMENT HANZEHOGESCHOOL
,Inhoudsopgave
2.9 OMZETBELASTING...........................................................................................................................3
4.3 WINST VERSUS KASMUTATIE..............................................................................................................4
6.4 BEOORDELING INVESTERINGSPROJECT OP BASIS VAN PERIODEWINST...........................................................5
6.5 BEOORDELING OP BASIS VAN VRIJE KASSTROMEN...................................................................................6
13.6 ECONOMISCHE LEVENSDUUR EN VERVANGING VAN DUURZAME PRODUCTIEMIDDELEN...................................7
7.5 LIQUIDITEITSBEHEER........................................................................................................................8
12.1 KOSTEN IN RELATIE TOT DE PRODUCTIEOMVANG...................................................................................9
12.2 VARIABELE KOSTEN......................................................................................................................10
13.2 ABSORPTION COSTING..................................................................................................................11
13.3 DIRECT COSTING.........................................................................................................................11
13.5 ABSORPTION COSTING EN DIRECT COSTING ALS INSTRUMENTEN T.B.V. VAN DE BESLUITVORMING..................12
14.1 KOSTENTOEREKENING..................................................................................................................13
14.2 EN 14.3 DEELCALCULATIE EN EQUIVALENTIECIJFERMETHODE.................................................................13
14.4 EN 14.5 OPSLAGMETHODEN.........................................................................................................14
10.1 RATIOANALYSE...........................................................................................................................15
10.2 RENTABILITEITSKENGETALLEN (EXCL. HEFBOOMWERKING)....................................................................15
10.5 SOLVABILITEITSKENGETALLEN.........................................................................................................15
10.6 LIQUIDITEITSKENGETALLEN............................................................................................................16
16.3 KOSTENVERSCHILLEN...................................................................................................................17
7.1 DE CASHFLOWCYCLUS....................................................................................................................18
7.3 VOORRAADBEHEER (VANAF OMZETSNELHEID VOORRAAD)......................................................................18
7.4 DEBITEURENBEHEER......................................................................................................................18
, 2.9 omzetbelasting
Omzetbelasting -> belasting toegevoegde waarde
De eindafnemer van een product of dienst neemt deze voor zijn/haar rekening
Elke keer als een onderneming een verkoop verricht, is zij omzetbelasting verschuldigd.
- Voor levering van goederen en diensten geldt een standaardtarief van min. 15%
- Voor een beperkt aantal gespecificeerde goederen en diensten mag een lidstaat een
of twee gereduceerde tarieven van tenminste 5% hanteren
- De richtlijn staat ook vrijstelling toe. Met name voor financiële diensten en
verzekeringen.
Voor een onderneming vormt de omzetbelasting geen kostenpost: omzetbelasting die
verschuldigd is aan de belastingdienst, wordt doorberekend aan de afnemer en
omzetbelasting die door een leverancier is doorberekend is terug te vorderen van de
belastingdienst
De consument is degene die uiteindelijk de last van omzetbelasting draagt. Dit is een
kostprijsverhogende belasting
Een vrijstelling van omzetbelasting heeft 2 gevolgen:
1. De ondernemer is over de betreffende levering of dienst geen omzetbelasting
verschuldigd
2. De ondernemer kan de aan hem door leveranciers doorberekende omzetbelasting
niet terugvorderen
Over goederen die vanuit Nederland verkocht worden naar het buitenland, is Nederland
geen omzetbelasting verschuldigd, maar het bestemmingsland wel.
Management accounting Jaar 2 Semester 1 2023-24
FACILITY MANAGEMENT HANZEHOGESCHOOL
,Inhoudsopgave
2.9 OMZETBELASTING...........................................................................................................................3
4.3 WINST VERSUS KASMUTATIE..............................................................................................................4
6.4 BEOORDELING INVESTERINGSPROJECT OP BASIS VAN PERIODEWINST...........................................................5
6.5 BEOORDELING OP BASIS VAN VRIJE KASSTROMEN...................................................................................6
13.6 ECONOMISCHE LEVENSDUUR EN VERVANGING VAN DUURZAME PRODUCTIEMIDDELEN...................................7
7.5 LIQUIDITEITSBEHEER........................................................................................................................8
12.1 KOSTEN IN RELATIE TOT DE PRODUCTIEOMVANG...................................................................................9
12.2 VARIABELE KOSTEN......................................................................................................................10
13.2 ABSORPTION COSTING..................................................................................................................11
13.3 DIRECT COSTING.........................................................................................................................11
13.5 ABSORPTION COSTING EN DIRECT COSTING ALS INSTRUMENTEN T.B.V. VAN DE BESLUITVORMING..................12
14.1 KOSTENTOEREKENING..................................................................................................................13
14.2 EN 14.3 DEELCALCULATIE EN EQUIVALENTIECIJFERMETHODE.................................................................13
14.4 EN 14.5 OPSLAGMETHODEN.........................................................................................................14
10.1 RATIOANALYSE...........................................................................................................................15
10.2 RENTABILITEITSKENGETALLEN (EXCL. HEFBOOMWERKING)....................................................................15
10.5 SOLVABILITEITSKENGETALLEN.........................................................................................................15
10.6 LIQUIDITEITSKENGETALLEN............................................................................................................16
16.3 KOSTENVERSCHILLEN...................................................................................................................17
7.1 DE CASHFLOWCYCLUS....................................................................................................................18
7.3 VOORRAADBEHEER (VANAF OMZETSNELHEID VOORRAAD)......................................................................18
7.4 DEBITEURENBEHEER......................................................................................................................18
, 2.9 omzetbelasting
Omzetbelasting -> belasting toegevoegde waarde
De eindafnemer van een product of dienst neemt deze voor zijn/haar rekening
Elke keer als een onderneming een verkoop verricht, is zij omzetbelasting verschuldigd.
- Voor levering van goederen en diensten geldt een standaardtarief van min. 15%
- Voor een beperkt aantal gespecificeerde goederen en diensten mag een lidstaat een
of twee gereduceerde tarieven van tenminste 5% hanteren
- De richtlijn staat ook vrijstelling toe. Met name voor financiële diensten en
verzekeringen.
Voor een onderneming vormt de omzetbelasting geen kostenpost: omzetbelasting die
verschuldigd is aan de belastingdienst, wordt doorberekend aan de afnemer en
omzetbelasting die door een leverancier is doorberekend is terug te vorderen van de
belastingdienst
De consument is degene die uiteindelijk de last van omzetbelasting draagt. Dit is een
kostprijsverhogende belasting
Een vrijstelling van omzetbelasting heeft 2 gevolgen:
1. De ondernemer is over de betreffende levering of dienst geen omzetbelasting
verschuldigd
2. De ondernemer kan de aan hem door leveranciers doorberekende omzetbelasting
niet terugvorderen
Over goederen die vanuit Nederland verkocht worden naar het buitenland, is Nederland
geen omzetbelasting verschuldigd, maar het bestemmingsland wel.