Samenvatting voorbeeldvragen filosofie - denkbeelden, architectuur kuleuven

Filosofie – examenvragen
Plato en chora
- Wie was Socrates en waar stond hij voor?
- Waarom was Plato zo belangrijk?
- Waarvoor staat Plato bekend. Leg dit wereldbeeld uit adhv een voorbeeld.
- Waarom beschouwd plato de ideen als een hogere werkelijkheid?
- Waarom vergissen we ons wanneer we spontaan het materiële beschouwen als het meest
werkelijke? Leg uit adhv een voorbeeld.
- Waarom gaat de stelling van het wezen van het paard regelrecht in tegen de ontwikkeling van
dierlijke soorten volgens Darwins evolutietheorie? Leg uit adhv een voorbeeld.
- Leg het voobeeld van de 3hoeksmeetkunde vs de smurfen uit.
- Leg uit:’ Plato breidt uit en past een vastelling mbt 1 fenomeen toe op alles.
- Leg uit: ‘Er zijn een soort ideële, wiskundig uit te drukken regels die voorafgaan aan de dingen
en ten grondslag liggen aan onze materiële wereld’.
- Verklaar: ‘Plato is de filosoof van de ideeënwereld’. Leg dit ook uit adhv een vb. (ontologie vs
epistemologie)
- Verklaar: ‘De ideeënwereld is transcendent tov de materiële wereld’.
- Bespreek het dualistisch mensbeeld van plato.
- Hoe komt het dat een mens niet gewoon alles weet en soms domme dingen zegt en doet?
- Wat betekent filosofia
- Wat betekent anamnese?
- Leg uit: ‘De ziel is het vermogen tot inzicht en elke mens heeft dat in zich’ adv een voorbeeld.
- Waarmee vergelijkt Plato een filosoof en de filosofie in het algemeen?

Chora
- Hoe kwam Plato erbij dat er iets zoals ruimte zou moeten bestaan?
- Leg de term ‘Anake’ uit adhv een vb.
- Leg uit: ‘De materie zelf is verantwoordelijk voor de imperfecties in de wereld’, adhv een vb.
- Wat betekent de term mimêma?
- Wat bedoelt men met: ‘De dubbelzinnige aard van de materiële wereld. (Geef de 2
wereldbeelden).
- Wat is de waarneembare wereld volgens Plato? Leg uit adhv een vb.
- Bespreek de oppositie Nous vs Anakè.
- Wat is de uitgesloten derde? Leg uit Plato’s denken is getekend door radicale oppositie van 2
dimensies. Pas dit toe op ‘het zijn van iets’.
- Leg uit: ‘Ruimte is de uigesloten derde’.
- Leg het begrip Chora uit.
- Waarom heeft het begrip Chora de aandacht getrokken van hedendaagse auteurs,
architecten, architectuurhistorici en -theoretici?
- Hoe duidt Plato Chora?
- Waarom zijn er 2 tegenstrijdige analogieën?
- Waarmee vergelijkt Timaios Chora?
- Leg de analogie van de spiegel uit, hoe heeft dit betrekking op hetgeen dat Plato moet
toevoegen om zijn wereldbeeld te doen kloppen (Chora)?
- Geef de correcte definitie van Chora dan en vanwaar komt deze term?
- Leg uit: ‘Ruimte is niet gewoon een lege doos’ adhv een vb. betrek dit op het begrip chora.
- Wat is Plato’s notie van ruimtelijkheid? Betrek dit met zijn 2 analogieën.

, - Verklaar waarom Timaios Chora: ‘De opneemster van het wordende’ noemt. Waarom
gebruikt hij een vrouwelijke term?
- Wat betekent Chora voor Plato’s systeem zelf?
- Leg uit Chora kan alleen begrepen worden door bastaard-denken.
- Waarom kan enkel de mens een soort begrip hebben van hetgeen dat ruimte is?
- In welk domein wordt ons repressieve karakter van onze binaire logica tegen het licht
gehouden? Leg dit uit door het binair denken zijn we geneigd het zijn binair voor te stellen.
- De binaire tegenstelling brengt ook polariserende verwachtingen mee leg dit uit adhv een vb.
- Leg het begrip norm uit mbt polarisering.
- Waarom is Nietzsche bekend? Op welke 2 grote stromingen, die onze Westerse mentaliteit
gevormd hebben, doet hij een agressieve aanval?
- Welke kritiek uitte Nietzsche op vlak van het Socratisch-Platoonse denken?
o Hoe was de Antieke Griekse cultuur voor het ontstaan van de filosofie?
o Leg uit: ‘De tragedie reflecteert de Griekse kijk op de werkelijkheid: een
voortdurende confrontatie tss blinde irrationele krachten en onze pogingen om vat te
krijgen op de wereld met onze redelijkheid’.
o Welke belangrijke pre-socratische denker erkende het wezenlijk conflictueuze
karakter van de werkelijkheid? Wat zijn 2 van zijn belangrijkste uitspraken?
o Leg het verschil uit tss het denken van Nietzsche en Socrates en Plato.
o Leg het woord begrip uit adhv Nietzsche en adhv Socrates en Plato
o Leg uit: ‘Nietzsche keert de zaak niet gewoon om, hij gaat niet gewoon zeggen dat
het begrippelijke schijn is en het materiële het zijn.
o Wat betekend het woord begrip voor Nietzsche?
o De wil tot macht geldt ook in de filosofie volgens Nietzsche, leg uit.
o Bestaat er volgens Nietzsche en waarheid?
o Wat is er volgens Nietzsche het ergste aan Plato en Socrates?
- Welke kritiek uitte Nietzsche op vlak van het christendom?
o Op welke manier komen het christendom en het Socratisch-Platoonse denken
overeen?
o Leg het begrip: Hinterwelt uit.
o Leg uit: ‘Platonisme voor de massa’s’.
o Wat hield de christelijke moraal volgens Nietzsche in en waarom was deze zo slecht?
o Leg uit: ‘Christenen hebben niet enkel de ziel nodig maar ook een Hinterwelt waar
een straffende god met de sterken zal afrekenen.’
o Waarom vind Nietzsche jaloezie nuttig? Wat is het verschil tussen jaloezie en afgunst?
Wat ligt er aan de basis van de christelijke moraal?
o Bespreek de term nihilisme mbt het christendom
o Wie is de ubermensch?
o Wat zijn de 3 menselijke soorten volgens Nietzsche?
o Wat is de gelijkenis tussen het chirstendom en het platonisme?
o Leg uit: ‘Amor fati’.



Intermezzo – ruimtebegrippen of ruimte begrijpen?
- Leg het verschil tss chora en topos uit.
- Leg het begrip kenon uit.
- Wat was het belang van substantivering?